Internationale Vrouwendag, 8 maart, heeft nooit zo tot mijn verbeelding gesproken. Op 8 maart denk ik sinds bijna 30 jaar aan de datum 10 maart, de dag in 1991 dat mijn vader overleed. Mijn vader (eigenlijk zijn nagedachtenis) is een wederkerend personage in mijn blogs.
een Inspirerend blog van Melissa zorgde voor hetschrijven van dit blog.
Mijn vader (eigenlijk zijn nagedachtenis) is een wederkerend personage in mijn blogs, bijvoorbeeld Elke dag vaderdag, Doe maar gewoon en Specialistenwerk en strijdmodellen. Mijn vader is mijn rolmodel. Door het overlijden van mijn moeder toen ik zes jaar was, kan ik me niet erg veel herinneren van haar rol in mijn persoonlijkheidsvorming, maar die rol moet wel belangrijk zijn geweest. Een vrouw die wel een grote rol speelde was mijn grootmoeder, mijn vaders moeder. Zij heeft enkele jaren bij ons ingewoond om de moederlijke zorg over te nemen. Ook zij komt in meerdere van mijn blogs naar voren, bijvoorbeeld in Empowerment en onder de zoekterm Grootmoe kom je een hele lijst tegen.Ook op het oude blog figureert ze nogal eens en daaruit zet ik hier een stukje. Zij was mijn eerste sterke voorbeeld vrouw.
Anna Staas-Vink heeft geen website en is maar in heel kleine kring bekend. Het is ‘’mijn wijze Grootmoe’’ die hier en daar in mijn schrijfsels opduikt. Grootmoe, de moeder van mijn vader, woonde dicht bij ons in de buurt en hielp mee in het gezin van vijf kinderen waarvan vader en moeder samen een tweemansschool draaiden. Toen mijn moeder overleed, vijf kinderen tussen zes en zestien jaar achterlatend met een vader die maanden lang lichamelijk en geestelijk moest revalideren, woonde ze een lange tijd bij ons in huis. Geboren in de negentiende eeuwse jaren ‘90, twee wereldoorlogen meegemaakt en de recessie van de jaren dertig, de opkomst van auto’s, vliegtuigen, radio, telefoon en televisie, begon ze in de late herfst van haar leven gewoon opnieuw met zorgen en opvoeden.
Haar wijsheid was geworteld in Victoriaanse nuchterheid, zonder illusies over de goedheid en eerlijkheid van het leven. Religie was een vanzelfsprekendheid, maar niet iets waar je verder in de dagelijkse praktijk veel aan had als vrouw in het arbeiders milieu. Feminisme, dat waren de suffragettes: gegoede dames die een ander soort liefdadigheid zochten. Zelf zag ze meer heil in gewoon je eigen ding doen, hard leren en hard werken en het beste makend van dat waarmee je in het leven werd gezet. Anna Staas-Vink, een gewone arbeidersvrouw, van het type ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’ en van ‘liever-koekjes worden niet gebakken’. Niks bijzonders op het eerste gezicht, maar zij leerde me zorgen, zelfstandig nadenken en, niet het minst belangrijk, koken.
Ik stel altijd dat ik geen feminist ben. Dat komt omdat ik me absoluut niet kan identificeren met feministen zoals die heden ten dage worden gepresenteerd of zichzelf presenteren. Mijn grootmoeders waren zeker geen feministen, mijn moeder was het ook niet. Maar zij was wel een werkende moeder met een huishoudelijke hulp (of, zoals het toen nog gewoon werd genoemd, een werkster). En dat in een tijd waarin het gebruikelijk was dat vrouwen stopten met werken zodra ze trouwden of toch zeker als ze kinderen kregen. Zij koos ervoor om te blijven werken, zoals ik ervoor koos om niet buitenshuis te werken toen ik kinderen kreeg. Volgens huidige feministen is dat erg ongeëmancipeerd. Volgens mij is het juist zeer geëmancipeerd, omdat het mijn eigen, bewuste keuze was. Net zoals wel blijven werken de bewuste eigen keuze van mijn moeder was. Wij gingen beiden onze eigen weg, tegen het heersende maatschappelijke idee in. En onze eigen omgeving steunde ons daarin en respecteerde ons ervoor.
Op de Internationale Vrouwendag wil ik het dus hebben over respect voor vrouwen en de keuzes die zij maken in hun leven, opleiding, werk en moederschap. Ik wil hen steunen in en respecteren om de keuzes die zij maken. Ik wil ze ook naar vermogen helpen om keuzes te kunnen maken door mijn kennis en ervaring met hen te delen. En ja, ik geef toe dat vrouwen dat door de bank genomen in onze wereld meer nodig hebben dan mannen. Maar laten we niet doorslaan in het idee dat mannen de bron van het kwaad en de ellende van vrouwen zijn. Verhoudingen tussen mensen groeien zoals ze groeien en mensen laten dit ook zelf gebeuren. Door angst voor het onbekende, door onwetendheid, door interpretaties van eigenbelang. Veel vrouw-onvriendelijke en vrouw-onderdrukkende gebruiken worden door vrouwen zelf in stand gehouden. Mannen hebben te voldoen aan ideeën over masculiniteit of denken daaraan te moeten voldoen en voor een deel worden die ideeën door hun eigen moeders tijdens de opvoeding in hun geest geplant.
Naar mijn idee hebben alle mensen emancipatie nodig en het doorbreken van patronen door zelfstandig te denken en te kiezen. Daarvoor is wel informatie nodig, de kiem wordt al bij het jonge kind gelegd. Ik denk dat het belangrijk is dat ouders jonge mensen opvoeden en niet meisjes en jongetjes. Ik schreef hier een paar jaar geleden op vrouwendag ook al over. Over de invloed van opvoeding op typisch vrouwelijk of mannelijk gedrag schreef ik ook al eerder.