De afgelopen blogs (begin mei 2016) gingen over consultatiebureaus. Het waren geen aardige, diplomatieke blogs, maar ze gingen over kritiek over de werkwijze en adviezen die moeders daar krijgen. Ik kreeg er commentaar op, ik moest vriendelijker zijn. Ik ben het daar niet mee eens. Ik ga niet vriendelijk zijn over instituten waar willens en wetens verkeerde adviezen worden gegeven, waar onvoldoende opgeleide mensen ouders willen vertellen hoe ze moeten opvoeden en borstvoeding geven. Ik weet dat er individuele CB-zorgverleners zijn die op de meeste punten wel goed scoren, maar de instelling op zich doet dat zeker weten niet. En dus zal ik erover blijven schrijven en ouders aanraden om zelf goede informatie te zoeken. Hier onder twee blogs die ik eerder over dit onderwerp schreef, maar die nog steeds actueel zijn.
Opvoeden is een beroep waar je een vierjarige HBO-opleiding of een langere universitaire opleiding voor moet volgen. Tenzij het om je eigen kinderen gaat, dan word je geacht het vanzelf te kunnen. En tenzij je een verpleegkundige op een consultatiebureau (CB) bent. Dan heb je genoeg aan een korte bijscholing. Net als allerlei andere bijscholingen om het verpleegkundig vak te perfectioneren. Maar opvoeden (of beter gezegd: ouders leren hoe zij moeten opvoeden) is wat anders dan verplegen en het vergt een andere manier van denken. Een van de grootste verschillen is dat veel verpleegkundige handelingen voor elke patiënt gelijk zijn, maar dat opvoeden niet volgens een enkel protocol kan. Daarvoor zijn de op te voeden kinderen en de ouders die het moeten doen te verschillend.
Opvoeden begint direct na de geboorte en in die eerste tijd zijn de manier van voeden en slapen belangrijke componenten van de opvoeding. Het gemiddelde CB kiest voor manieren van voeden en slapen die niet aansluiten op de biologische blauwdruk van een mensenkind. (lees over de biologische blauwdruk) Ze leggen veel nadruk op toename van het volume van de voedingen met gelijktijdige afname van de frequentie. De portiegrootte en de voedingsfrequentie worden bepaald aan de hand van arbitrair opgestelde schema’s en richtlijnen en vertonen weinig aansluiting aan de behoeften van individuele kinderen. Deze schema’s vinden vaak hun oorsprong in ‘’traditionele’’ richtlijnen die voor een flink deel zijn gebaseerd op de richtlijnen van kunstvoeding fabrikanten.
Dat zou nog zo erg niet zijn als er vrijblijvend advies gegeven zou worden. Dat hoort het ook te zijn, vrijblijvend en vrijwillig. Veel ouders weten niet dat CB bezoek vrijwillig en niet verplicht is en dat er geen voorschriften worden gegeven, maar vrijblijvend advies. Ouders voelen zich gecontroleerd (alsof ze naar een APK keuring moeten) en zijn soms dagen van te voren al zenuwachtig van angst dat ze de keuring niet zullen halen. Eenmaal ter plaatse voelen sommige ouders zich gekoeioneerd en gedwongen om hun kinderen te voeden, verzorgen en opvoeden volgens de aanwijzingen van de CB medewerkers. Ouders zijn zelfs soms bang dat ze een aantekening in het dossier van het kind riskeren als ze anders doen dan opgedragen. Dat ze als risico gezin te boek zullen komen te staan en nog meer controle en bemoeizucht tegemoet kunnen zien.
Of die angsten van ouders terecht zijn, daarop ga ik nu niet in. Feit is, dat ouders het zo ervaren. En dat is goed fout. CB medewerkers zouden er goed aan doen eens goed naar ouders te luisteren en hun advisering te centreren rondom het kind en de ouders en niet rondom protocollen. Anders is niet per definitie minder of slecht. Minder vóór de ouders denken en meer mét de ouders denken. Minder protocollen lezen en meer baby’s lezen. Ik heb een revolutionair idee: als er een moeder (en/of vader) en kind binnenkomen doe dan nog even niets, maar kijk naar het kind, maak contact, communiceer. Doe vervolgens nog steeds niets, maar luister naar de ouder(s). Vraag niet ‘’Gaat alles goed?’’, maar vraag hoe het gaat met elkaar, hoe een dag (en nacht!) eruit ziet. Luister zonder oordelen, veronderstel geen problemen als die niet gecommuniceerd worden of overduidelijk waarneembaar zijn. Luister met meer dan alleen je oren, maar vooral ook met je rechterhersenhelft.
Een nog revolutionairder idee? Zorg voor het aanstellen van een echte opvoedkundige, een pedagoog, op elk consultatiebureau. Voor het echte werk. Het specialistenwerk. O, en als je toch bezig bent: dan ook maar een echte lactatiekundige. Voor het echte werk. Het specialistenwerk. Verpleegkundige – opvoedkundige – lactatiekundige: ieder zijn vak, ieder zijn specialistenwerk.
Krijgsbanier
Vandaag opende mijn twitterlijst met een tirade van een moeder over de adviezen die zij ongevraagd kreeg over het nachtgedrag van haar peutertje. Het nachtgedrag, dat meerdere borstslokjes per nacht inhoudt, is voor de twitteraarster geen enkel probleem, zij voedt haar kind met liefde wanneer dat nodig is, maar de CB-mevrouw vond het nodig haar toch te adviseren daar maar mee op te houden met kreten als ‘’Zichzelf in stand houdende gewoonte’’ en ‘’Niet meer nodig’’. Ze moest haar kind maar een slokje water geven, dan zou het vanzelf wel over gaan. Moeder is boos over dit soort adviezen. Aan de ene kant omdat ze ongevraagd zijn. Er wordt aangenomen dat er een probleem is waar dat voor de moeder helemaal niet zo is. En boos om het feit dat op dat aangenomen probleem vanuit een smal denkend perspectief een oplossing geboden wordt, die haaks staat op de manier van opvoeden en omgaan met kinderen die de moeder zelf verkiest.
Deze moeder wordt er boos om en piekert er niet over dit advies op te volgen, maar veel moeders accepteren het wel en denken dat het zo hoort. Het is namelijk een in onze maatschappij zeer geaccepteerd kind- en wereldbeeld dat alles een strijd is en bevochten moet worden, een strijdmodel-wereldbeeld. Mijn oom Piet, de broer van mijn zeer pacifistische vader, de broer die eerst vol overgave militair was en vervolgens met evenveel overgave veldwachter (nou, ja eigenlijk wachtmeester en opperwachtmeester bij de Rijkspolitie) in diverse dorpjes op het Zeeuwse en Twentse platteland, had als levensmotto: ‘’Het leven is een krijgsbanier’’, hij schreef dat ook als vers in het poëzie-album dat ik voor mijn tiende verjaardag kreeg; het is de levensvisie van velen met hem. Alles wat je wilt bereiken moet worden bevochten en men denkt algemeen dat ook baby’s en peuters dat al weten. En dus moeten al die slechte gewoontes direct de kop worden ingedrukt. Want voor je het weet heeft dat krijsende kind je gemanipuleerd en om zijn kleine vingertje gewonden en loop je dag en nacht je benen onder je lijf uit om hem zijn zin te geven.
Wat een vreemd en verwrongen beeld is dat toch. Vooral als je weet dat het bewustzijn van een kind pas vanaf gemiddeld 18-24 maanden na zijn geboorte zo ver ontwikkeld is dat een kind bewust onderscheid kan maken tussen ‘’ik’’ en ‘’jij’’ en ‘’zij’’. Om succesvol te kunnen manipuleren moet een kind ook al bewust van te voren kunnen bedenken dat hij iets wil bereiken, wat hij wil bereiken, welke stappen hij moet ondernemen om andere mensen te laten doen wat hij wil. Dat is redelijk geavanceerd hersengebruik dat over het algemeen wat langer nodig heeft dan een paar maanden of zelfs een paar jaar om tot ontwikkeling te komen. een baby, een peuter die in de nacht wakker wordt heeft gewoon zijn moeder nodig en daarom roept hij haar. Wat hij dan precies nodig heeft, dat kan haar melk zijn of haar warmte of haar troost of alleen haar nabijheid, dat maakt eigenlijk niet zo veel uit. Hij heeft het nodig; hij heeft moeder nodig. Daar hoeft helemaal geen strijd over te zijn.
Ik ben wat dat betreft een goede dochter van mijn vader: ik hang pacifisme aan op macro en microniveau. Geweldloos opvoeden betekent niet dat je je kinderen maar laat gaan en in alles toegeeft en ‘’de zin geeft’’, maar dat je op andere manieren je kinderen begeleidt tot zelfverantwoordelijke, zelfdenkende en vredelievende volwassenen. Wereldvrede begint niet aan de onderhandelingstafels en al helemaal niet op het strijdveld, maar bij individuele mensen die met liefde en empathie worden opgevoed. Want waar je mee omgaat word je mee besmet, en wat jij niet wilt dat jou geschiedt doe dat ook een ander niet. Maar vooral: zo de waard is vertrouwt hij zijn gasten. Mensen die verwachten dat een onschuldig jong kind haar probeert te manipuleren, zal waarschijnlijk zelf ook manipulatief te werk gaan en op slinkse wijze ongevraagde, onnodige en onjuiste adviezen bij anderen naar binnen te schuiven.
Maar pas op, want wie zaait zal oogsten: wie manipuleert zal worden gemanipuleerd. Maar wie vrijelijk liefde geeft zal geliefd zijn.
[…] Wat me bij de berichten op deze site altijd direct heel negatief opvalt← is de foto die erbij staat. Altijd dezelfde foto, die niets met het artikel of het onderwerp ervan te maken heeft. Fototechnisch vast een prima foto, maar ik word er altijd een beetje verdrietig van. Het is de foto van een jongetje dat boos de lens in kijkt. Een heel hip jongetje, met gecoiffeerde haren in een ‘out of bed’ stijl, maar een boos of verdrietig jongetje. Mogelijk was het de bedoeling dat hij er stoer uitziet en kijkt, maar ik zie dat niet. Voor een site die zich zegt bezig te houden met de gezondheid en het welzijn van kinderen (het is immers een site voor professionals die zich bezighouden met voeding van kinderen, jongeren en zwangere vrouwen) vind ik dit een heel ongelukkige keuze. Op mij komt dit over als een indicatie dat voor deze mensen voedsel voor en voeden van kinderen een strijdmodel is. […]
[…] Wat me bij de berichten op deze site altijd direct heel negatief opvalt← is de foto die erbij staat. Altijd dezelfde foto, die niets met het artikel of het onderwerp ervan te maken heeft. Fototechnisch vast een prima foto, maar ik word er altijd een beetje verdrietig van. Het is de foto van een jongetje dat boos de lens in kijkt. Een heel hip jongetje, met gecoiffeerde haren in een ‘out of bed’ stijl, maar een boos of verdrietig jongetje. Mogelijk was het de bedoeling dat hij er stoer uitziet en kijkt, maar ik zie dat niet. Voor een site die zich zegt bezig te houden met de gezondheid en het welzijn van kinderen (het is immers een site voor professionals die zich bezighouden met voeding van kinderen, jongeren en zwangere vrouwen) vind ik dit een heel ongelukkige keuze. Op mij komt dit over als een indicatie dat voor deze mensen voedsel voor en voeden van kinderen een strijdmodel is. […]