Roze piraten en blauwe prinsessen: genderneutrale kinderkleding en speelgoed. Of; hoe verschillend zijn jongens en meisjes eigenlijk?
Grote consternatie op de Nederlandse sociale media. Niet over natuurrampen, plunderingen en al dan niet uitblijvende hulp, niet om verrechtsing of verlinksing van de politiek met bijbehorende demonstraties en rellen, niet over vluchtelingen ja of nee. Zelfs niet over een hoger eigen risico versus een hogere premie voor de zorgverzekering. Nee, over de beslissing van warenhuis HEMA om de genderbepalende labels uit kinderkleding te halen. Zelfde kleding, zelfde keuzemogelijkheden, alleen niet meer toegewezen aan jongens of meisje.
Wauw. Serieus. Wauw.
Mensen gaan compleet uit hun dak omdat ze dat een slecht idee vinden.
Gelukkig zijn er ook mensen die het een goed idee vinden en daar blogs over schrijven. Bijvoorbeeld deze of deze.
De huidige generatie ouders groeide op in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw. Voor hun ouders was het uitzoeken van kinderkleding een stuk handiger en het doorgeven van kleding naar volgende kinderen of neefjes en nichtjes een stuk eenvoudiger. Mijn zus en ik kregen min of meer om en om een kind en de hele babyuitzet, maar ook veel kleren voor peuters en kleuters gingen heen en weer tot ze volledig versleten waren, jongens en meisjes door elkaar. De kleding was redelijk gender-onverschillig en de kleuren waren veelal stevig, net als de kleren zelf. Uiteraard waren er de ”zondagse kleren” en daar was wel degelijk een duidelijk jongens-meisjes verschil, net als bij het volwassen ”goeie goed”.
Die strikte en steeds striktere verdeling tussen blauw en rose is echt iets van de laatste generatie, anderhalve of misschien 2 generaties. Het loopt gelijk op met de verpreutsing van de samenleving en, misschien vreemd genoeg, de overseksualisering van de samenleving. Mijn kinderen en hun neefjes en nichtjes liepen tot ergens halverwege de basisschool leeftijd in de zomervakantie allemaal rond in een zwembroekje, enkel datgene bedekkend dat werkelijk de meisjes van de jongens scheidde. Nu is het ondenkbaar dat een kleutermeisje met onbedekte tepels loopt. Alsof er al borsten zijn om te bedekken. Dit is geen bescherming van meisjes maar eerder een soort grote neonpijl met het opschrift ”Let Op: hier loopt een toekomstig seksueel wezen!”.
Maar wat is nu precies het verschil tussen kinderen van het mannelijk en van het vrouwelijk geslacht? Waarom is het kennelijk belangrijk om al voor de geboorte te weten of je blauwe of roze ballonnen mee moet nemen? Wel, eigenlijk is dat niet belangrijk. En die verschillen zijn minimaal. Aan de buitenkant en aan het gedrag en aan de zorg en het voeden af te meten. Er is natuurlijk het verschil in geslachtshormonen, de X-en en de Y-en. Tijdens de zwangerschap zullen embryo’s met een Y chromosoon bij de moeder een iets andere hormoonafgifte stimuleren om de geslachtsbepalende organen de goede kant op te ontwikkelen. In oorsprong zijn de geslachtsorganen in principe vrouwelijk. De penis en de testikels worden onder invloed van testosteron ontwikkeld uit de primitieve clitoris, baarmoeder en eierstokken. (Ja, ik weet het, dit is een beetje kort door de bocht, maar in essentie is dat wat er gebeurt.) Wat die testosteron niet doet is in de hersenen van het ongeboren kind vast leggen ”Ik ben een meisje dus houd ik van roze prinsessen, frutsels en kantjes en ik ga heel mooi leren schrijven.” en ook niet ”Ik ben een jongen, dus ik houd van stoere piraten, dinosaurussen en grote werkmachines en ik zal altijd slordig schrijven.”, nee, het spijt me als ik hiermee je mooie droom vernietig, maar echt niet.
Na de geboorte is er, afgezien van de uitwendig zichtbare geslachtsverschillen niets wat erop wijst of een kind mannelijk of vrouwelijk of iets heel anders is. Kijk maar naar de foto van mijn dochter. Had je bij het zien van die foto aan een meisje gedacht? (Overigens werd van hetzelfde meisje in een wit broderie-kanten overgooiertje ook vaak gedacht dat ze een jongen was.) Het lijkt erop dat moeders voor jongensbaby’s net even andere melk maken dan voor meisjesbaby’s. Het verschil is minimaal en het kan zijn dat jongensbaby’s iets meer bescherming nodig hebben dan meisjesbaby’s. Dat ene Y chromosoom maakt jongens namelijk gemiddeld kwetsbaarder voor sommige aandoeningen. Vrouwen en meisjes zijn gemiddeld net wat sterker en weerbaarder.
Okee, over naar de echte verschillen dan:
- Bij hun geboorte zijn jongens op een aantal gebieden iets minder ver ontwikkeld dan meisjes. Gemiddeld rijpen jongens iets langzamer dan meisjes: het jongensbrein is gerijpt na 25 jaar, het meisjesbrein is dat ongeveer 2 jaar eerder.
- Het afweersysteem van jongens is aanvankelijk wat zwakker: jongens zijn in hun eerste levensjaren iets vaker ziek dan meisjes.
- De fysieke groei verloopt bij jongens vaak langzamer en onregelmatiger dan bij meisjes. Jongens hebben vaak groeispurts, bij meisjes gaat de groei wat geleidelijker.
- Ook de emotionele en cognitieve ontwikkeling verloopt bij jongens minder snel en minder geleidelijk dan bij meisjes.
- Qua taalontwikkeling lopen jongens 1 tot 1,5 jaar achter op meisjes.
Maar hoe echt zijn die verschillen? In hoeverre aangeboren en in hoeverre sterker gestimuleerd in de opvoeding, door de omgeving? De eerste 3 punten wil ik wel in meegaan, grotendeels. Het eerder rijpen van het meisjesbrein kan aanleg zijn, maar kan ook worden gestimuleerd, versterkt, door de opvoeding en ervaringen die het meisje opdoet. Als vrouw zou het mij natuurlijk heel goed uitkomen als het inderdaad zo was. Maar nummer 4 en 5 daar heb ik echt mijn twijfels bij. Zeker zal het voor een deel in de chromosonen en de hormonen liggen. Maar hoe groot is de invloed van de manier waarop we met jongens en meisjes omgaan? We geven ze andere kleren en kleuren, ander speelgoed en we praten anders tegen ze.
Interessant experiment waarin mensen twee portretten van hetzelfde kind te zien krijgen, de ene gekleed als meisje, de andere als jongen.
Als we met meisjes en jongens anders praten en anders spelen en ander gedrag van ze verwachten, dan zullen ze zich daarnaar ontwikkelen. En dan zullen de verschillen groter worden. Is dit wat we willen? Want als we zo in stereotyperingen denken zullen er heel veel kinderen opgroeien die niet gelukkig zijn, die zich niet prettig voelen in de aan hen opgedrongen rol. Want hoewel er wel degelijk op groepsniveau verschillende tendensen zichtbaar zijn, zijn de verschillen tussen meisjes onderling en tussen jongens onderling groter dan de werkelijke verschillen tussen jongens en meisjes. Ik had het daarover ook al in het blog dat ik schreef naar aanleiding van het echte jongens spotje van Sire.
Jongens en meisjes hebben het vanaf hun eerste ademteug nodig dat er naar hen en hun signalen wordt geluisterd en dat zij de ruimte en de mogelijkheid krijgen om zich te voeden en te gedragen zoals ze nodig hebben. En alle kinderen hebben het nodig dat er veel met ze wordt gepraat, gespeeld en geknuffeld. Dat de communicatie met woorden gaat en met lichaamstaal, zodat ze dat allemaal kunnen oefenen en meester worden. Alle mogelijkheden, verbaal en lichamelijk, in zichzelf gekeerd bezig zijn en de grove en fijne motoriek oefenen; alle kinderen moeten dat allemaal kunnen oefenen. Onafhankelijk van rose of blauw en van strikjes of stoer en onafhankelijk van de labels in de kleding of de kleur van de winkelafdeling.
of deze van mensen met echte baby’s ”gelabeld” als jongen of meisje en de manier waarop de volwassenen met deze kinderen spelen.
Ik kwam hier omdat ik zag dat je naar mijn blog had gelinked. Interessant stuk, interessante video’s!
Leuk dat je er bent!