Niet gehinderd door enige vorm van kennis doen medische wetenschappers onderzoek naar groei van zuigelingen en zien belangrijke zaken over het hoofd.
Een artikel in Medscape (een grote database van medisch wetenschappelijke artikelen) beschrijft een onderzoek naar wanneer pasgeborenen hun geboortegewicht weer bereiken na het fysiologische afvallen in de eerste dagen na de geboorte. Hun uitslagen waren niet verbazingwekkend en zeker geen nieuws. Hun onderzoeksopzet en de interpretatie van de uitkomsten waren, laten we zeggen, onder de maat. Enkel collegae reageerden er aldus op:
- Spectaculair dat je uitspraken doet over groei en voedingstoestand zonder te weten hoe de kinderen gevoed zijn.
- Dan zakt je broek toch af….. ze zijn een belangrijk dingetje vergeten
- Alsof groei een ontwikkeling is die losstaat van voeding. En de opzet van dit onderzoek laat alleen zien welke groei wordt gerealiseerd bij verzorging van baby’s volgens de in de onderzoek populatie gangbare methode. Dan kun je geen uitspraken doen over wat wenselijke groei is en wat de wenselijke manier is om omstandigheden te creëren waarbij kinderen wenselijk kunnen groeien. Zoals voedingswijze, -frequentie, -volume.
Mijn eigen eerste reactie was ”Niet gehinderd door enige vorm van kennis…”. Een voorbeeld van slechte wetenschap, die het hele veld van borstvoeding begeleiding weer een paar flinke stappen terug kan zetten.
Volslagen nutteloos onderzoek en een interpetatie en aanbevelingen die kant noch wal raken. Terwijl er al zo veel bekend is over normale groei in het kader van normale voeding. Alleen al op deze site levert zoeken op de categorie groei een lange lijst van blogposts en artikelen. En er is al zoveel bekend over wat normale voeding is en hoe de begeleiding moet zijn om tot die normale voeding en verzorging en de bijbehorende normale groei te komen. In het aangehaalde onderzoek kregen moeders en kinderen standaardzorg, wat over het algemeen wil zeggen sub-optimale zorg. Vervolgens wordt er gemonitord wat er gebeurt en pas als het groeien te lang uitblijft wordt er mogelijk ingegrepen. Of niet. Het kan ook zijn dat er wordt gesust met de mededeling dat ’terug op het geboortegewicht’ na drie weken ook best nog normaal kan zijn.
Hoe moet het dan wel?
Gebruik om te beginnen het concept van de beginpuntlijn om groei te interpreteren en vul alle groeigegevens in op een curve die is gebaseerd op de WHO universele standaarden voor gezonde groei. Lees ook: ‘Voeding en groei‘.
Ga verder met de volgende regels:
- Moeder en kind blijven na de geboorte zonder interruptie in direct lichamelijk contact, bij voorkeur huid op huid voor minimaal een uur.
- Moeder en kind (en significante andere) worden niet gestoord tijdens dit cruciale eerste uur en niets wordt de reis van het kind naar de borst en de eerste voeding in de weg gelegd;
- eventuele onderzoeken worden uitgevoerd terwijl de baby op de huid van de moeder ligt;
- kleine behandelingen (bij moeder en kind) worden uitgevoerd terwijl moeder en kind huid op huid bij elkaar blijven;
- scheiding van moeder en kind is alleen gerechtvaardigd bij een medische urgentie.
- Na het eerste uur mogen moeder en kind huid op huid blijven, maar ze moeten bij elkaar blijven, bij voorkeur 24/7 voor de eerste dagen en zo lang mogelijk daarna;
- als moeder even een momentje nodig heeft, is baby bij de andere ouder of een andere verantwoordelijke volwassene.
- De baby heeft volkomen vrije toegang tot de borst en kan vrijelijk de borst nemen, met een minimum van 10-12 per etmaal, ook de eerste 24 uur;
- bezoekers zijn geen reden om niet te voeden;
- als bezoekers en zorgverleners een belemmering zijn voor het voeden van de baby, dan verlaten zij de kamer .
- Assistentie bij borstvoeding betekent vrijwel nooit hands-on hulp, maar altijd het creëren van omstandigheden waarin de baby vrije toegang heeft tot de borst en zichzelf kan aanleggen.
- Moeder en kind nabijheid, moeder en kind met rust laten en ongelimiteerd voeden zijn basisvoorwaarden voor goede voeding en daarmee voor goede groei.
Mocht onverhoopt de groei achterblijven bij de universele standaarden, blijf dan niet afwachten, maar ga direct, pro-actief op zoek naar oorzaken hiervoor:
- zijn moeder en kind bij elkaar?
- drinkt de baby voldoende vaak?
- drinkt de baby effectief?
- zijn er factoren die effectief drinken belemmeren?
- bijvoorbeeld orale anatomie
- interventies die de baby verwarren?
- …?
- zijn er factoren die effectief drinken belemmeren?
- zijn er factoren die de melkaanmaak bij de moeder belemmeren?
- anatomie of hormonen?
- traumatische baring?
- achtergebleven placenta?
- ernstig bloedverlies?
- …?
Wacht niet af, want een slechte groei in de eerste week kan een indicatie zijn dat er iets niet goed is en kan resulteren in een sub-normale melkaanmaak gedurende de verdere borstvoeding periode. Sub-optimale borstvoeding kan leiden tot ondervoeding, te weinig groei en een verhoogd overlijdensrisico, maar ook tot lange-termijnconsequenties voor de gezondheid.
Mocht er sprake zijn van te weinig melkintake, dan drukt moeder in de eerste dagen wat colostrum met de hand uit de borst en geeft dit op een lepeltje. Dit kan elk uur, elke 2 uur, of vaker, telkens als de baby wakker is en niet drinkt uit de borst. Is er te weinig eigen melk (de eerste 24 uur is 5 ml per keer genoeg, de tweede 24 uur 10 ml en de derde 24 uur 15 ml per keer), dan is eigen prenataal gekolfde melk de eerste optie voor bijvoeding, donormelk de tweede en kunstvoeding de laatste optie.