Ik zeg dat al jaren: maak begeleiding bij borst en fles gelijk. Baby’s veranderen niet als wij andere voeding geven of op een andere manier voeden.
Vakblad Vroeg kopt enthousiast:
Nieuws: Voortaan dezelfde begeleiding bij borstvoeding en flesvoeding
Citaat uit het artikel:
Procedure vanaf 1 juli
Vanaf 1 juli toetst Baby Friendly Nederland volgens de Vijf Standaarden. Dit houdt in dat álle ouders informatie en begeleiding krijgen bij de natuurlijke behoeften van hun kind met betrekking tot responsiviteit en nabijheid, voedingsfrequentie en –hoeveelheden. Ouders die voeding per fles geven, moeten instructie krijgen over hóe de fles moet worden geven en hoeveel voeding fysiologisch gezien bij de baby past.
(Zorg voor Borstvoeding wordt Baby Friendly Nederland en krijgt een nieuwe site www.Babyfriendlynederland.nl. Alle informatie over certificering vind je daar.)
Behalve het aantal voedingen moeten ouders ook leren wat de fysiologisch normale hoeveelheid per voeding is. En dat is nooit deze hoeveelheid. Enfin, ik vertelde er al eerder over: borstvoeding en kunstvoeding (flesvoeding is niet wat hier wordt bedoeld, het gaat om de melk die wordt gegeven, kunstvoeding dus) is anders, maar toch hetzelfde.
De alom bekende 10 vuistregels zijn nu veranderd naar 5 standaarden en gaan nu gelden voor alle kinderen, ongeacht welke soort voeding zij gaan krijgen. Op het eerste gezicht is er weinig veranderd, maar de nadruk op het belang van borstvoeding is totaal verdwenen. In hun drang om kinderen gelijke rechten op goede zorg te geven, ongeacht de keuzes die hun ouders maken, wordt nu gedaan of die keuzes van ouders gelijkwaardig zijn. Alsof de keuze voor moeder of poeder niet meer relevant is, zolang die moeder of poeder maar op de juiste manier wordt toegediend.
Ik vind het een misser eerste klas. Niet de poging om kinderen die geen borstvoeding te krijgen op een zo natuurlijk mogelijke manier te voeden, maar het wegstrepen van het belang van de keuze voor borst- of kunstvoeding. Want laat je niks wijsmaken: kunstvoeding is niet ineens OK als je het op ‘een borstvoeding manier’ geeft. Het is en blijft een voor het kind inferieure keuze, die gereserveerd zou moeten blijven voor noodgevallen waarin op geen enkele manier menselijke melk beschikbaar of mogelijk is. De keuze voor het soort melk dat een kind krijgt (en dan hebben we het nog niet eens over de waarde van de toedieningswijze aan de borst) is nooit een persoonlijke levensstijlkeuze van de ouders. Het is uiteindelijk een keuze die gaat over de levenslange gezondheid van het kind. Omdat het de moeder, met steun van haar partner, is die die keuze moet uitvoeren, moeten we altijd ruimte laten voor persoonlijke afwegingen over haalbaarheid.
Een moeder die, op basis van volledige informatie en met inachtneming van haar persoonlijke mogelijkheden en beperkingen, een keuze maakt om geen borstvoeding te geven, moet daarin volledig worden gesteund. Zij moet worden geholpen haar kind binnen dit kader zo goed mogelijk te voeden en verzorgen. Daarbij hoort dat zij volledig wordt geïnformeerd over de risico’s voor haar zelf van het niet geven van borstvoeding en van de risico’s voor haar kind van het niet krijgen van menselijke melk. In die informatie hoort te worden verweven dat bij een keuze om niet zelf aan de borst te voeden als eerste de optie gekolfde eigen melk wordt gegeven en als tweede optie de melk van een menselijke donormoeder. Kunstmatige, op dierlijke melk of plantaardige eiwitbronnen gebaseerde voeding is pas de laatste optie wanneer wordt gelet op de gezondheidsaspecten voor het kind.
De oorspronkelijke 10 vuistregels
De nieuwe regels:
Standaard 1: beleid, scholing, prenatale voorlichting en ketenzorg
- In het beleid van organisaties voor geboortezorg en jeugdgezondheidszorg staat dat extra aandacht wordt gegeven aan voeding voor de baby in de eerste twee jaar.
- Medewerkers moeten zijn geschoold zodat zij ouders goed kunnen begeleiden bij de bevalling en voeding.
- Alle ouders krijgen van de organisatie informatie over de bevalling en voeding voor hun kind. Met deze kennis kunnen ouders kiezen hoe zij willen bevallen en hun kind willen voeden.
- Organisaties zorgen voor goede overdracht en verwijzen naar moeder- of babygroepen.
Standaard 2: goede start
- Alle moeders krijgen hun baby direct na de geboorte bloot op hun huid. Dit huidcontact duurt minimaal een uur
Standaard 3: informatie en praktijk van het voeden
- Alle ouders krijgen uitleg over wat hun baby nodig heeft. Hieronder valt bijvoorbeeld voeden op verzoek en het dichtbij houden van de baby.
- Ook krijgen ouders informatie over en de normale groei en ontwikkeling van hun kind.
Standaard 4: bijvoeding en voeding voor het oudere kind
- Ouders kunnen geïnformeerde beslissingen nemen over het starten van voeding anders dan borstvoeding en kunstvoeding.
Standaard 5: hechting en zeggenschap
- Ouders worden gesteund in het ontwikkelen van een hechte band met hun kind en het nemen van geïnformeerde beslissingen over de verzorging en behandeling van hun kind.
Waar is de borstvoeding gebleven?
En waar is in dit includerende geheel de verwijzing naar veilig klaarmaken van het poedervormige alternatief voor moedermelk?
Zorg voor Borstvoeding stopt ook met het certificeren van babyvriendelijke instellingen.
[…] Verder lezen Speeddaten Vriendelijk Formule voor duurzaamheid Veilige voeding Begeleiding bij borst en fles gelijk […]
[…] Begeleiding bij borst en fles gelijk […]