Moeders kunnen denken dat ze met vragen over kunst- en flesvoeding niet bij mij terecht kunnen, omdat ik nu eenmaal ‘over de borstvoeding ga’. Maar als lactatiekundige weet ik erg veel over hoe baby´s drinken, wat hun voedingsbehoeften zijn en hoe hun spijsvertering werkt.
Die feiten over hoe een baby werkt, veranderen niet als ze andere melk krijgen of als die melk op een andere manier binnenkomt. Ik kan je dus gerust adviseren over welke soort kunstvoeding je wilt geven en op welke manier je dat aan je kindje gaat geven.
Onder de microscoop zijn de verschillen tussen moedermelk en kunstmatige zuigelingenvoeding overduidelijk
Over de soort melk kan ik kort zijn: alle in Nederland en België verkrijgbare kunstvoeding voldoet aan de minimale eisen voor zuigelingenvoeding wat betreft nutriënten. De samenstelling van de diverse merken is wel een klein beetje anders, maar het ene merk is niet beter dan het andere, A-merken niet beter dan drogisterijketen of supermarkt huismerk. Dus als de Chinezen de schappen met de A-merken hebben leeggekocht, kun je gerust het huismerk nemen. Ben je net zo gezond en een stuk goedkoper uit. Het verschil tussen reguliere en biologische kunstvoeding is minimaal
Kinderen met specifieke dieet aanpassingen hebben een speciaal daarvoor gemaakte kunstvoeding nodig, bijvoorbeeld hypoallergeen of lactosevrij. Begin niet aan melken ‘speciaal voor hongerige baby’s’. Die bevatten vaak onnodig veel calorieën, geven een sterk verhoogd risico op overgewicht als kind en als volwassene en gaan meestal niet in op de behoefte van het kind. Wat als hongerig wordt geïnterpreteerd, is meestal een kind dat meer zuigen nodig heeft, kleinere maar frequentere voedingen of meer persoonlijke aandacht. Biologische of geitenmelk gebaseerde kunstvoeding is niet echt beter dan reguliere. Bij biologische voeding is er aan de van oorsprong wel biologische melk zoveel geknutseld, dat het geen biologisch eindproduct meer is. Geitenmelk is niet ”meer gelijkend op moedermelk” dan koemelk. Het zijn allebei herkauwers en hebben dus een heel andere spijsvertering, die beide meer op elkaar lijken, dan één van beide op mensenmelk. Zuigelingenvoeding op basis van sojamelk moet worden afgeraden. Doordat kinderen deze voeding maandenlang als enige voeding krijgen, is de hoeveelheid op menselijke vrouwelijke hormonen lijkende fyto-oestrogeen veel te groot. Dit kan de werking van hun eigen hormoonsystemen negatief beïnvloeden. Over de vraag naar veganistische zuigelingenvoeding kan ik kort zijn: enkel menselijke melk is goed genoeg voor veganistische gezinnen. Is dat niet van de eigen moeder, dan van een andere mensenmoeder. Er zijn plantaardige moedermelkvervangers, maar die lijken nog minder op moedermelk dan verknutselde dierlijke melken.
Dan de manier van voeden. Voor de meeste mensen zal de fles de meest logische optie zijn. Wat je wilt bij een fles is een manier van voeden die zoveel mogelijk tegemoet komt aan de natuurlijke functies van een zuigeling. Dus de manier van drinken aan de borst wil je imiteren (want daar is de baby op ontworpen), maar ook de frequentie van de voedingen en de hoeveelheid melk in een voeding zijn daarbij belangrijk. Het materiaal van de fles is liefst een ‘duurzame’ BPA vrije kunststof of glas, de speen is natuurrubber of siliconen. Siliconen is BPA vrij en als het kapot gaat en in het lichaam komt is het een inerte stof, die niet wordt opgenomen. Rubber moet goed onderhouden worden en vrij vaak vervangen.
Om de baby ook met kleinere maaltijden tevreden te stellen (te voldoen aan zijn zuigbehoefte en hem de gelegenheid te geven te voelen wanneer hij verzadigd is) is ook de manier van voeden belangrijk. Een voeding mag zeker 15 minuten duren, langer is ook geen probleem. Gebruik altijd een speen met een klein gat (altijd de pasgeboren speen blijven gebruiken, nooit een papspeen, en niet de grotere standen van driestandenspenen; in de tepel komen na verloop van tijd immers ook niet meer of grotere gaatjes!), en zo mogelijk een trage stroomsnelheid. De gevulde fles op zijn kop gehouden mag slechts nu en en dan een druppel verliezen. Neem dan de baby op je arm in een vrij verticale houding. Houd de fles bijna horizontaal en bied de speen aan als de borst: raak er de neus en de bovenlip mee aan om de baby uit te nodigen de mond wijd te openen. Als hij de speen accepteert door de mond te openen, zorg dan dat de speen diep in het mondje komt en dat de lipjes tegen de dop liggen uitgekruld. De tong ligt dan onder de speen. De baby moet nu, net als aan de borst, werken voor de kost. Dring geen voeding op en accepteer pauzes in het drinken. Accepteer ook dat de baby bij elke voeding een andere hoeveelheid drinkt. Door de baby zelf te laten bepalen of hij genoeg heeft gehad (bij een fles die niet al te makkelijk stroomt!), zal hij later ook beter zijn eigen grenzen met eten kennen en dat verlaagt weer de kans op overgewicht.
De hoeveelheid die een baby nodig heeft is (na de eerste dagen) 150ml per kg lichaamsgewicht per dag, afnemend naar 120ml per kg per dag rond de zes maanden, met een maximum bij kunstvoeding van 1 liter per etmaal. Deze hoeveelheid verdeel je in porties die niet groter zijn dan de fysiologische inhoud van de maag, in de praktijk is dat rond een week 50-60ml, rond een maand 70-100ml en daarna 100-120ml met eventueel een heel enkele keer 150ml. Je kunt met de fles ook op verzoek voeden. Begin dan altijd met een kleinere hoeveelheid en geef zo nodig iets extra.
Bonus:
Richtlijnen voor veilige bereiding van poedervormige kunstvoeding thuis (artikel op het blog)
Richtlijnen voor de veilige bereiding van PKZ, volledige uitgave, thuis en in instellingen, met referenties en bespreking van de advisering Te koop als PDF in de Eurolac WebWinkel
Artikel over het voeden met moedermelk, al die manieren zijn ook geschikt voor andere soorten melk. Dit artikel over voeding en groei in de eerste dagen gaat over borstvoeding, maar de babykant geldt evengoed bij flesvoeding. Dit artikel over voedingsfrequentie gaat ook over borstvoeding, maar kan net zo makkelijk op fles- en kunstvoeding worden toegepast.
[…] Enfin, ik vertelde er al eerder over: borstvoeding en kunstvoeding (flesvoeding is niet wat hier wordt bedoeld, het gaat om de melk die wordt gegeven, kunstvoeding dus) is anders, maar toch hetzelfde. […]
[…] Anders en ook hetzelfde […]
[…] door zeer zorgvuldige bereiding en het voeden volgens fysiologische principes, zoals besproken in dit en dit […]
[…] gewijd aan het veilig klaarmaken en gebruiken van en kinderen voeden met kunstvoeding. Bijvoorbeeld Anders en ook hetzelfde of De baby zonder fles of Veilige […]
[…] blogs (deze en deze) over kunst- en flesvoeding die recordaantallen bezoekers trekken op een borstvoedingsblog. […]
[…] Over producten en procesen […]
Toch vraag ik me iets af. Het klinkt heel logisch dat de gaatjes in de tepel ook niet groter worden. Ik heb altijd borstvoeding gegeven en mijn kinderen waren die hard in het weigeren van de fles. Totdat ik een groter gat probeerde. Toen wilde ze wel. Toen bedacht ik me eigenlijk ook wel heel logisch, ik heb veel melk en het loopt heel hard. Dus een klein gaatje zorgde voor heel veel frustratie