Geplaatst op 3 Reacties

Voedingsfrequentie

voedingsfrequentie

Voedingsfrequentie. Mooi woord voor galgje (oeps, dan moet je het wel goed spellen en niet zoals op de titelafbeelding …). Het gaat over hoe vaak iemand moet eten. Welke voedingsfrequentie levert de beste kosten-baten analyse op voor zuigelingen? Een punt van hevige en doorgaande discussie.

”Dilemma: Zoontje van 4 maanden, wanneer maak je hem niet meer wakker voor de laatste (5e) voeding #borstvoeding #baby #4maanden”

Zomaar een Twitterberichtje. Bij mij worden bij zo’n enkel zinnetjes diverse rode knoppen geactiveerd. ”Wakker maken”, ”de laatste voeding” en ”5e voeding” in combinatie met ”baby van 4 maanden”. Mijn eerste gedacht bij zo’n opmerking is vaak: ”Hoe komt een moeder op zulke ideeën?”. Wel dat is eenvoudig te verklaren. Het lijkt erop of deze moeder gewend is op een schema te voeden en even googelen op [voedingsschema 4 maanden] geeft hele lijsten met antwoorden, of liever gezegd bronnen voor die antwoorden op die vraag. De industrie paradeert in de bovenste regionen en worden omringt door een aantal meer of minder schemerige sites gericht op jonge ouders, maar doordesemd met reclame en marketing.

En jawel, daar vliegen de adviezen over het aantal voedingen op welke leeftijd je om de oren. Op deze leeftijd schijnt het normaal gevonden te worden om kinderen nog maar 4 of 5 keer per etmaal te eten te geven. Als je op de groeistandaarden van de WHO kijkt, zie je dat het kind nu net zijn geboortegewicht heeft verdubbeld en dat de groei minder sterk wordt, zodat tegen de eerste verjaardag de weegschaal 2½ tot 3 keer het geboortegewicht aangeeft. Hoewel minder dan de groei in de eerste drie-vier maanden, is dat nog steeds een stevige klus waar een boel voeding voor nodig is. Stel je even voor dat je in de komende acht maanden de helft van je huidige gewicht erbij moet eten. Ondertussen ga je in die tijd ook je activiteiten niveau vergroten, want je gaat er allerlei lichamelijk en intellectuele vaardigheden bij leren. Ga je dat redden op 4-5 voedingen per etmaal?

vuistregelDe normale, goed werkbare inhoud van de maag is ongeveer twee of drie van je eigen vuisten. Babyvuisten zijn ienieminie, drie babyvuistjes is nog steeds niet veel.

  1. De eerste aanbevelingen voor mensen die moeten aankomen is: neem volwaardige voeding en eet om de 2 à 2½ uur.
  2. Voor mensen die heel erg veel moeten aankomen in relatief korte tijd, zoals een baby, geldt dat nog sterker en daar komt dan nog bij dat er meer volume van goede kwaliteit in moet.
  3. Een derde punt is dat de maag het beste functioneert, en dus de voedingsstoffen opname optimaal is, wanneer de maag niet over-vuld is.

Wel eens geprobeerd een salade te maken in een kom waar de ingrediënten net aan inpassen? Dan begin je met mengen en alles valt eruit, het mengt niet goed en het resultaat zou je beslist niet de eerste plaats in Masterchef opleveren.
Bij vier voedingen per etmaal, moet het dagelijkse rantsoen worden verdeeld in vier porties. Gemiddeld drinkt een baby in het eerste levensjaar (vanaf een maand of twee) 750-1000ml per etmaal. Verdeeld over vier porties is dat 180-250ml per portie. Hoe verhoudt zich dat tot die vuistjes? Hier volgt een huiswerkopdracht om dat eens uit te zoeken. Neem een waterballonnetje en vul dat met water tot het net zo groot is als de gebalde vuist van je baby. Giet het water in een flesje en markeer de bovengrens van het water met een streepje (nagellak of markeerpen). Herhaal twee keer. Een normale maaltijd voor je kind is een hoeveelheid tussen het middelste en het bovenste streepje. Voor de meeste kinderen zal dat uitkomen ergens tussen 100 en 150ml. Een kindje met een voedingsbehoefte van 1000ml en een klein maagje heeft dus minimaal tien voedingen per etmaal nodig. Alleen de baby met een wat grotere maag en een lage voedingsbehoefte heeft aan vijf voedingen per etmaal voldoende.

(En als je toch bezig bent: vul twee waterballonnetjes met water tot ze elk zo groot zijn als je eigen vuist.Leg ze op je bord. Dat is een mooie hoeveelheid voor een lunch. Denk een halve vuist voor een voorgerecht erbij en een halve voor een nagerecht en je hebt een mooie avondmaaltijd.)

Dan komen we nog aan het punt dat de energiewaarde van moedermelk aan de borst niet altijd hetzelfde is en dat raakt dan aan het punt van beter groeien bij vaker eten. De hoeveelheid milliliters bepaalt namelijk maar voor een deel hoeveel calorieën de baby met zijn melk binnenkrijgt. Gewoonlijk wordt aan moedermelk een ‘gemiddelde’ energetische waarde van 65-70 calorieën per 100 ml toegekend. Dit kan eventueel kloppen als een moeder al haar melk kolft in een keer of vijf per etmaal en die melk mengt en daarmee haar kind voedt. Ze heeft bij het kolven dan steeds vrij volle borsten en in volle borsten zit magere melk. Magere moedermelk levert minder calorieën, ongeveer die 65-70 per 100 ml; bij een erg volle borst kan dat nog minder zijn.

houding
Mamaijsbeer maakt zich er niet druk om: als de pups willen drinken, maakt ze het zich gemakkelijk en laat ze drinken wat ze willen. 

Als de borsten vaker worden geleegd, bijvoorbeeld door een vaak drinkende baby, wordt de melk die eruit komt vetter. Hoe leger de borst, hoe vetter de melk die erin gemaakt wordt. Het vetgehalte kan dan makkelijk oplopen tot vijf à tien procent! De calorische waarde stijgt dan mee natuurlijk. Een erg vaak geleegde en dus meestal niet echt gevulde borst kan wel melk leveren met rond de 100 calorieën per 100ml. Je kan je voorstellen dat een kind veel eerder verzadigd is met die melk. Daarom zie je dat hoe vaker een kind drinkt, hoe korter de voedingen duren.

 

Dan het wakker maken nog. Slapende kindjes maak je liefst, net als slapende honden, niet wakker. Tenzij. Tenzij het kind door een al langer gehanteerd schema is gewend aan het eten op geleide van de signalen van zijn moeder in plaats van die van zichzelf. Of tenzij je een kindje hebt dat zijn eigen signalen niet kent of te zwak laat horen. Om aan voldoende voedingen te komen voor een kind dat niet zo vaak drinkt als wenselijk zou zijn, kun je hem de borst aanbieden telkens als je zelf iets eet of drinkt (en hij toevallig net wakker genoeg is om geïnteresseerd te zijn), voor en na elke keer dat baby slaapt, voor je de deur uitgaat en als je terugkomt. En elke keer als je kind signalen geeft die mogelijk op trek in de borst wijzen. Zuigbehoefte signalen zijn borstbehoeftesignalen. Slaapsignalen kunnen ook worden voldaan met de borst (en laat hem zich dan lekker in slaap drinken!).

Sommige kinderen zullen je in het begin heel vreemd aankijken als je de voedingsfrequentie ineens gaat opvoeren. Een deel van hen zal zich daartegen verzetten. Als de groei verder goed is, krijgt je kind kennelijk wat en wanneer hij dat nodig heeft. Ga wel door met aanbieden op momenten en in situaties dat het wel wordt geaccepteerd. Andere kinderen zullen alles nemen zoals het komt en een deel zal de verandering met groot enthousiasme verwelkomen. Misschien zelfs zelf actief vaker gaan vragen. Dat is ook goed, geef daar vrijelijk aan toe.

Bijna klaar, alleen nog die ”laatste voeding” voor de nacht. Een kindje van deze leeftijd heeft in de nacht waarschijnlijk ook nog behoefte aan een voeding. Een kindje dat daar zelf niet om vraagt heeft zeker nog die late avondvoeding nodig. Groeien en je ontwikkelen is namelijk volcontinuedienst en dus moet de catering ook volcontinue doorgaan.

Voedingsfrequentie in de eerste weken

Het aantal voedingen is een voortdurend onderwerp van debatten tussen moeders, tussen zorgverleners en tussen moeder en anderen. Veel van de als waarheid gelanceerde adviezen en protocollen zijn gebaseerd op variaties op hetzelfde thema: ”we deden het altijd al zo”. Er is wel degelijk onderzoek gedaan naar wat nu eigenlijk normaal en gezond is voor een pasgeboren mensenkind. Dit onderzoek van Nils Bergman is een analyse van enkele van deze onderzoeken met een daaruit gededuceerd advies aangaande de voedingsfrequentie van pasgeboren mensen.

Bergman, N. J. (2013), Neonatal stomach volume and physiology suggest feeding at 1-h intervals. Acta Paediatrica, 102: 773–777. doi: 10.1111/apa.12291

There is insufficient evidence on optimal neonatal feeding intervals, with a wide range of practices. The stomach capacity could determine feeding frequency. A literature search was conducted for studies reporting volumes or dimensions of stomach capacity before or after birth. Six articles were found, suggesting a stomach capacity of 20 mL at birth. Conclusion A stomach capacity of 20 mL translates to a feeding interval of approximately 1 h for a term neonate. This corresponds to the gastric emptying time for human milk, as well as the normal neonatal sleep cycle. Larger feeding volumes at longer intervals may therefore be stressful and the cause of spitting up, reflux and hypoglycaemia. Outcomes for low birthweight infants could possibly be improved if stress from overfeeding was avoided while supporting the development of normal gastrointestinal physiology. Cycles between feeding and sleeping at 1-h intervals likely meet the evolutionary expectations of human neonates.

”Slaap- en voedingscycli met 1-uurs intervallen passen waarschijnlijk bij de evolutionaire verwachtingen van de menselijke pasgeborene.” Dit komt overeen met uitkomsten van vergelijkende zoogdieronderzoeken waarin de relatie tussen samenstelling van de melk en het zorg- en zooggedrag wordt aangetoond. De mens hoort dan bij de zoogdieren die het jong/kind vrijwel onafgebroken tegen het lichaam bij zich houden en zeer frequent voeden. Dit wordt onder andere besproken in Borstvoeding volgens de biologische blauwdruk.

3 gedachten over “Voedingsfrequentie

  1. […] Als je weer gaat werken is het natuurlijk handig om alvast voor een paar dagen voorraad te hebben. Je moet de eerste dag sowieso doorkomen en je moet nog wennen aan het werk- en kolfritme. Kolf in de weken in aanloop naar je eerste werkdag elke dag een halve voeding tot je voor de eerste week genoeg hebt. Vries het ook in in halve porties, die sneller ontdooid en verwarmd kunnen worden. Hoe groot die (halve) voedingen moeten zijn is niet voor iedereen hetzelfde. Het hangt af van de totale daghoeveelheid en het aantal voedingen. Lees hierover ook Voedingsfrequentie. […]

  2. […] dagen gaat over borstvoeding, maar de babykant geldt evengoed bij flesvoeding. Dit artikel over voedingsfrequentie gaat ook over borstvoeding, maar kan net zo makkelijk op fles- en kunstvoeding worden […]

  3. […] Zoals ik eerder al in de vele blogs en artikelen met de tag reflux en in de categorie reflux uitlegde, is wat tegenwoordig reflux wordt genoemd, hoogst zelden de echte refluxziekte, maar een symptoom van iets anders. Bij baby’s is het meestal een fout in het voedingsbeleid en de houding waarin het kind een flink deel van het etmaal doorbrengt. Een mensenkind is erop gemaakt om het overgrote deel van het etmaal door te brengen in een vertikale positie en om heel vaak kleine beetjes melk te drinken. Een kind dat een flink deel van de tijd plat op de rug ligt en een kind dat wijder uiteen liggende grotere voedingen krijgt (of een combinatie van die 2) zal gaan spugen. Een baby zal, ook na de eerste maanden, vrijwel altijd beter gedijen bij voedingen minimaal elke 2 -2,5 uur (vaker is altijd goed) en met een volume van gemiddeld 2 van zijn eigen vuistjes en soms 3, een heel enkele keer 4 vuistjes. (zie Vuistregel en Voedingsinterval). […]

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.