Je geen houding weten te geven wil zeggen dat je je schutterig voelt of in verlegenheid bent gebracht. Je weet je even geen raad met jezelf. Je zou wel even wat raad kunnen gebruiken om die houding terug te vinden. Moeders die hun baby de borst willen geven kunnen zich nu en dan ook schutterig voelen en dan geen manier lijken te kunnen bedenken om dat hele borstvoeding gedoe een beetje comfortabel te krijgen. Daarom in dit blog wat goede raad voor houdingen en handgrepen bij borstvoeding.
Laat ik beginnen met te constateren dat er niet zoiets is als ”dé goede borstvoeding houding” of ”de beste borst-handgreep”. Er zijn een paar basisregels voor houdingen. Als daaraan wordt voldaan is elke houding goed, hoe vreemd een ander het ook mag vinden en hoe het ook tegen allerlei andere regels ingaat.
- Moeder en baby zijn comfortabel en goed gesteund.
- Baby krijgt voldoende voeding voor groei en ontwikkeling.
- Moeder heeft geen pijn aan borsten of tepels
1. Comfort is de belangrijkste factor in een goede borstvoeding ervaring voor moeder en kind. Elke houding waarin moeder of kind spieren moeten gebruiken om op hun plaats en in positie te blijven is op den duur een slechte houding. Soms kan het bij het aanleggen even wat minder comfort voor moeder nodig zijn, maar zodra baby drinkt moet een meer comfortabele houding worden gezocht. Voor baby betekent comfort dat hij volledig is ondersteund, volledig met zijn hele lichaam gericht is naar de moeder en haar borst. Geen los bungelende armen en benen, geen verdraaide rug, nek of taille. Naarmate baby peuter wordt kan hij comfortabel zijn in meer acrobatische houdingen. Dit kan worden toegestaan zolang het zijn moeder geen pijn doet (zie punt 3). en bedenk: borstvoeding geven doe je voor je kind en voor jezelf, niemand anders heeft er iets mee te maken hoe en waar je dat doet. Als het andere mensen comfortabel maakt is een doek erover een goed idee. Over het hoofd van de toeschouwer, wel te verstaan.
2. Baby’s doel (een van de doelen) bij borstvoeding is het verkrijgen van alle voeding die hij nodig heeft voor groei en ontwikkeling. Hoe je weet of hij voldoende krijgt is niet door het tellen van aantallen voedingen of door het wegen voor en na de voeding. Je kijkt wel naar wat eruit komt (wat eruit komt is er eerst ingegaan), maar vooral naar de groei en ontwikkeling. Valt de groei binnen de normale parameters (gemeten over langere periode en uitgaand van zijn eigen geboortegewicht of zijn laagste gewicht) en ontwikkelt hij zich zoals je mag verwachten dan kun je ervan uitgaan dat hij door de bank genomen voldoende voeding krijgt. Lees hier over standaarden voor gezonde groei voor *alle* kinderen, ongeacht soort voeding. En lees hier over achterblijvende groei.
3. Borstvoeding geven moet voor een moeder plezierig zijn om te doen, op zijn minst niet onplezierig. Pijn maakt borstvoeding onplezierig en dat moet dus waar mogelijk worden vermeden. Het overgrote deel van pijn aan de tepels tijdens het voeden wordt veroorzaakt door aanlegproblemen of problemen met de techniek van de baby. Door het zoeken van een houding waarin de baby beter kan aanhappen, een grotere hap kan maken en en betere techniek kan leren, zouden het grootste deel van alle tepelproblemen moeten oplossen.
Als er ondanks een comfortabele houding voor moeder en kind en een goede aanhap- en drinktechniek toch problemen zijn (pijn bij de moeder, onvoldoende groei/ontwikkeling bij baby) dan moet er worden gezocht naar andere oorzaken. Dit kan zijn een variatie in de orale anatomie bij de baby, een infectie met schimmels of bacteriën, een spijsverteringsprobleem of een metabolisch probleem. Neem contact op met een lactatiekundige om samen te zoeken wat bij jullie die andere factor kan zijn.
Lees hier over de basisprincipes van borstvoeding en aanleggen
Lees hier over mogelijke problemen in de aanleg van de mondholte van de baby.
Wat wordt ik blij van bovenstaande tekst! 14 jaar ben ik vrijwilligster geweest van de Vereniging Borstvoeding Natuurlijk en heb ik mij bezig gehouden met voorlichting geven over borstvoeding en het bij elkaar brengen van voedende moeders. Regelmatig ben ik met moeders op zoek gegaan naar een voor beide zo’n prettig mogelijke houding of houdingen. Wat voor sommige echt wel doorzetten was.
Ik geniet er nog steeds heel erg van als ik een moeder zie die een kindje de borst geeft. Voor mijzelf is het al 22 jaar geleden dat mijn jongste zoon op 4 jarige leeftijd aangaf niet meer te willen drinken, maar het is en blijft voor mij een periode die mij zeer dierbaar is.
Ga door met het goede werk wat jullie doen, want het zal nodig blijven om moeders te ondersteunen.
Dank je wel voor je bijdrage!