Gonneke van Veldhuizen-Staas, lactatiekundige NLG, © 2007; 2015; 2018, 2020
Borstvoeding geven is een aangeboren vermogen, maar een aangeleerde vaardigheid. Dat wil zeggen dat je het van nature kunt, maar dat je het, net als lopen, wel eerst moet leren. In dit artikel wordt niet de dagelijkse praktijk weergegeven, maar hoe het in de menselijke blauwdruk is vastgelegd.
Dit artikel is ook als gefilmde les te bekijken
Direct na de geboorte
- Baby wordt na de geboorte bij moeder op de buik gelegd, waar ze samen worden toegedekt; moeder en kind maken kennis met elkaar.
- Bij voorkeur worden de eerste onderzoeken uitgesteld tot na die eerste kennismaking, mits er geen medische noodzaak is.
- Binnen het eerste halve uur zal de baby (na een geboorte zonder medicaties of complicaties) zich in de richting van de borst gaan bewegen; moeder kan baby helpen de richting te vinden.
- Als de borst is gevonden legt baby zichzelf aan binnen het eerste uur na de geboorte; dit is van grote inprentende waarde en een goed verloop kan veel problemen bij het aanleggen later voorkomen
- Na deze eerste kennismaking kan de baby verder worden onderzocht en indien gewenst, aangekleed. Dit gebeurt zo dicht mogelijk bij of, liever nog, op de moeder.
Aanleggen
- Zoek een houding waarbij moeder en kind comfortabel zijn.
- Zorg bij moeder voor steun voor de voeten, de rug, de nek, de armen. De gekozen houding moet moeiteloos een kwartier kunnen worden aangehouden zonder pijn, stijfheid of ander ongemak.
- Geen kussen onder de baby, maar eventueel wel onder de arm die de baby vasthoudt.
- De baby ligt met zijn hele lijf naar moeder toegekeerd en hoeft zijn hoofd niet te draaien om bij de borst te kunnen. Baby wordt overal ondersteund en er zijn geen uitstekende of niet ondersteunde lichaamsdelen (armen en benen).
-
- Baby ligt zo dat zijn hoofd iets achterover kan buigen.
- Baby ligt zo bij de borst, dat de tepel naar net boven de bovenlip of naar de neus wijst. Moeder kan, indien gewenst, de borst ondersteunen of sturen.
- Moeders borst mag op het kinnetje rusten.
- Baby buigt zijn hoofd iets achterover om zijn mond bij de tepel te laten komen en neemt zo een grote hap borst in de mond; de baby neemt zelf de borst.
- Als de baby goed drinkt, doet dit bij de moeder geen pijn, zijn lippen maken in de mondhoek een wijde hoek, bijna een rechte lijn, de lippen liggen ontspannen tegen de borst en zijn kin raakt moeders borst, maar zijn neus niet.
- Er is (vrijwel) geen ruimte tussen het lichaam van moeder en baby, ook niet bij baby’s hals en borstkas.
Drinkpatroon
- Meestal zal de baby beginnen met snelle en oppervlakkige drinkbewegingen, soms een soort trillen. Dit wekt de toeschietreflex op, terwijl hij ondertussen de al in de melkkanalen aanwezigen melk drinkt.
- Als de toeschietreflex optreedt, zullen de drinkbewegingen van de baby minder snel, maar dieper worden en is na elke drinkbeweging een slikgeluid te horen. Als er na een poosje minder melk komt, zal de baby minder vaak slikken.
- Na een cyclus van snel oppervlakkig en vervolgens dieper drinken kan de baby even pauzeren om daarna opnieuw een toeschietreflex te gaan opwekken.
- Als de baby voldoende heeft gedronken zal hij de borst loslaten.
- De andere borst kan, desgewenst na een boertje of na een verschoning, worden aangeboden. Het is aan de baby om te bepalen of hij de andere kant nog wil of niet.
- Sommige baby’s willen liever dezelfde borst nog eens, dat is ook prima. Deze voorkeur voor 1 of 2 borsten of voor wisselen of niet, kan in de loop van de tijd veranderen.
Ritme (voeding en slaap)
- Een pasgeboren baby zal vaak kort willen drinken, soms meermaals per uur. Andere kinderen drinken liever elk uur, anderhalf of twee uur.
- Een pasgeboren baby zal eerder neigen naar veelvuldige korte slaapperioden. Veel kinderen hebben in de gehele zuigelingenperiode behoefte aan veelvuldige voedingen dag en nacht en slapen nooit langer dan enkele uren achtereen. Sommige kinderen neigen naar grotere voedingen, die langer uit elkaar liggen en een enkeling lijkt al enkele weken of maanden na de geboorte geen behoefte meer te hebben aan nachtvoedingen.
- Het aantal voedingen per etmaal kan worden overgelaten aan de baby, maar moet in de eerste weken minimaal rond de tien liggen.
- In de eerste weken is de tijd tussen twee voedingen overdag nooit meer dan drie uur, in de nacht niet meer dan vier of vijf.
- In het eerste halfjaar is het niet nodig te streven naar vermindering van het aantal voedingen. Overdag blijft drie uur de maximale tussenpoos, tenzij de baby zelf heel duidelijk aangeeft met minder goed uit te komen.
- De duur tussen twee voedingen kan in de loop van de dag veranderen, bijvoorbeeld veel tijd ertussen in de ochtend en in de vroege avond meerdere keren per uur.
Drinksignalen
Baby’s zijn heel goed in staat zelf aan te geven wanneer zij de borst nodig hebben, zonder daarom te moeten huilen. Voorwaarde is dat de baby altijd zo dicht bij moeder is dat zij deze stille signalen kan opmerken en erop reageren. Huilen is het laatste, het ”te late” signaal.
Vroege signalen
- minder diep gaan slapen
- zoekbewegingen met hoofdje en mondje maken
- smakken, zuig- of likbewegingen met het tongetje maken
- met de handjes naar en in het mondje gaan
Latere signalen
- kleine geluidjes maken
- heftige bewegingen met de armpjes
- op de handjes of iets anders dat in de buurt is sabbelen
Het laatste signaal
- huilen
Hoe gaat het met de baby
Gewicht is niet de enige maat, gedijen en ontwikkeling zijn ook belangrijke gegevens.
Het gaat goed met de baby als
- hij niet meer gewicht verliest dan 7-10% in de eerste week
- hij binnen enkele dagen weer gaat groeien
- hij binnen een week op zijn geboortegewicht terug is*
- hij daarna gemiddeld 200 tot 300 gr per week gaat groeien (Zie tabel)
- hij in de 24 uur na zijn geboorte dag 1 natte luier heeft, de volgende dag 2 en de derde dag 3 en daarna dagelijks 6 natte luiers minimaal per dag heeft en de plasjes nagenoeg kleurloos zijn
- hij vanaf dag 3 meermaals per dag borstvoeding ontlasting heeft
Roep hulp in als
- De baby na dag 3 nog meconium heeft in plaats van borstvoeding ontlasting
- De baby meer dan 7% afvalt* en nog niet gaat groeien op dag 5
- De baby vanaf dag 4 minder dan 5-6 goed natte luiers heeft
- De baby minder dan 3 keer ontlasting heeft per 24 uur
- De baby op dag 7 niet terug is op zijn geboortegewicht*
- De baby zo slaperig is dat hij zich niet (vaak genoeg) zelf meldt voor een voeding en/of tijdens het drinken snel in slaap valt en/of helemaal niet wil drinken
- De baby erg onrustig en/of prikkelbaar is
- Je de baby tijdens het drinken niet hoort slikken
- Je borsten in de dagen na de bevalling niet in vorm en/of grootte veranderen
- Je na 3-5 dagen niet merkt dat er meer of andere melk komt
- Je tepels blijvend pijnlijk zijn of kapot gaan
- Je stuwing hebt die niet door het drinken van de baby afneemt of verdwijnt
*) Kinderen die in de eerste 24 uur erg veel gewicht verliezen en daarbij ook al veel plassen hoeven niet op hun geboortegewicht terug te zijn binnen een week, maar op het gewicht 24 uur na de geboorte.
Groei
Kinderen die gevoed worden zoals in dit artikel is beschreven, zullen na een beetje afvallen al snel weer gaan groeien. Na het stoppen met afvallen is de gemiddelde groei per week in de eerste vier weken ruwweg tussen iets minder dan 200 gram voor een klein geboren meisje en bijna 300 gram voor een groot geboren jongen. Na de eerste weken gaat de groei geleidelijk aan langzamer. Rond de 20 weken is de groei gemiddeld een 100 gram per week, maar 85 voor een klein geboren meisje en 120 voor een groot geboren jongen.
Gebruik, als je de groei van je kind wil volgen een app die is gebaseerd op de universele standaarden voor gezonde groei van de WHO.
[…] Voor mij is dit een bevestiging van mijn aarzeling om hydrogelverbanden te adviseren bij tepelkloven. Zalf of andere interventies ter preventie adviseer ik nooit; de enige preventie is een goed beleid en goede technieken. […]
[…] Borstvoeding basis […]
[…] te masseren tijdens het drinken. Let goed op of het kind ook daadwerkelijk effectief drinkt (zie borstvoeding basis]). Zorg ervoor dat afknellen door houding, kleding en accessoires niet meer kan gebeuren. In […]
[…] Borstvoeding de basis […]
[…] Borstvoeding de basis […]
[…] Borstvoeding de basis […]
[…] Borstvoeding de basis […]
[…] Borstvoeding de basis […]
[…] Borstvoeding, de basis leg ik uit hoe, in grote lijnen, borstvoeding werkt, hoe de melk wordt gemaakt en welke invloeden […]
[…] dat het kind een functionele drinktechniek aanleert. (Zie voor technieken bij aanleggen en drinken dit artikel en dit artikel over groei […]