Geplaatst op Geef een reactie

Dokters

Dit is een project dat al lang in mijn achterhoofd rondspookte en waar ik nu eindelijk eens aan begin. Een beeld van dokters. Fantasiedokters uit films en TV series. Aan elk van hen kan ik een eigenschap vastplakken waarvan ik denk dat meer dokters die zouden moeten hebben. Want ik heb vaak commentaar op dokters, nu bied ik dan ook een soort van alternatief.
Welke eigenschappen vind ik belangrijk in dokters? Want ik kan dan wel vaak commentaar hebben op dokters die ik in mijn werk tegenkom, maar wat zou ik dan wel een goede dokter vinden. Aan de hand van een aantal dokters van het kleine en grote scherm kom ik tot een lijstje essentiële eigenschappen.

Compassie

Peter Facinelli als Dr. Carlisle Cullen (vampier) in de filmserie Twilight

Misschien wel het allerbelangrijkste vind ik compassie in een dokter. Wellicht is een vampier als dokter een vreemde keuze als illustratie voor deze eigenschap, maar dat is precies hoe dit karakter in zowel de boeken als de films wordt neergezet. Compassie en de diep-gewortelde drang om goed te doen. In die compassie zitten alle andere eigenschappen die ik ga noemen verweven. Want uit compassie voor de patiënt wil de dokter alles weten, alles uitzoeken en de beste opties kiezen. Niet zijn eigen welbevinden of welbehagen staan voorop, maar die van de client. Als vampier zou hij eerder zijn patiënten zien als zijn persoonlijke restaurant, maar zijn eigen behoeften ontkent hij, negeert hij, voldoet hij op andere manieren. Altijd staat de patiënt en wat de patiënt nodig heeft voorop. Het begint met primum non nocere

 

Nieuwsgierigheid en onderzoekingsdrang

Gillian Anderson als dr. Dana Scully in The X-Files

Dr. Dana Scully is arts-onderzoeker, maar niet zoals die titel meestal wordt ingevuld. Als FBI agent onderzoekt ze samen met collega agent Mulder de ”X-files”, de buiten-normale en boven-natuurlijke zaken die op het bordje van de FBI komen. Terwijl Mulder zich onderdompelt in allerlei theorieën over buitenaardse wezens en boven-natuurlijke gebeurtenissen, gaat Scully onveranderlijk op zoek naar normale wetenschappelijk te onderbouwen verklaringen. Meestal heeft Mulder gelijk, maar dat weerhoudt haar er niet van om elke keer weer op onderzoek uit te gaan, naar meer voor de hand liggende verklaringen. Kritisch en zelfstandig nadenkend, zelf onderzoekend en toetsend aan haar zeer brede theoretische basiskennis. Dat is hoe ik graag zie dat een dokter werkt als hij van doen heeft met moeders en kinderen. Geen Mulder-reactie in de geest van ”het zal wel aan de borstvoeding liggen”, maar verder kijken.

Differentiaal Diagnose

Hugh Laurie als dr. House in de gelijknamige TV serie

Dokter House is de grote diagnosticus. Ik heb me laten vertellen dat hij ook wel wordt gebruikt in colleges voor aankomende dokters over diagnostiek. Een diagnose stellen doet iedere beroepsbeoefenaar die problemen moet oplossen, of dat nu een dokter is of een automonteur, een loodgieter of een lactatiekundige. Een diagnose stellen wil in de grond niets meer zeggen dan dat je uitvogelt wat er aan de hand is. Daarvoor heeft de diagnosticus om te beginnen een zeer brede theoretische kennisbasis nodig in zijn vakgebied. Je kunt pas zien wat er fout is als je weet hoe het hoort te zijn. Bij het stellen van een diagnose hoort het opstellen van een anamnese. Anamnese betekent letterlijk herinnering of geschiedenis. De probleemoplosser probeert een zo breed mogelijk beeld te krijgen van symptomen en voorgeschiedenis. Wat zijn de klachten, zijn die op een bepaald moment ernstiger of minder dan anders? Wanneer begonnen, is er verandering ontstaan in de klachten en symptomen, etc. De probleemoplosser gaat ook zelf observeren, eventueel dingen testen en onderzoeken. Dan komt de differentiaal diagnose: een brede opsomming van allerlei mogelijke ziektebeelden (een haperende motor in een auto is ook een ziektebeeld zou je kunnen zeggen) die kunnen passen bij de dingen die in de anamnese werden gevonden. Tot slot worden dingen uit die DD weggestreept om tot een uiteindelijke diagnose te komen. Dit verwacht ik dus ook van een dokter die een moeder en kind voor zich krijgt met een hulpvraag. ”Geef maar een flesje bij, je melk is niet goed genoeg meer” is dus het omgekeerde van een diagnose stellen.

Out of the box denken

David tennant als de 12e Dr Who

”The Doctor” ofwel Dr Who is een dokter die letterlijk zijn box uit moet om iets te doen, want zijn tijd-ruimteschip is een telefoon box. Of The Doctor werkelijk een arts is, valt te betwijfelen, maar het is wel iemand die dingen die niet kloppen fixt. Net als bij een gewone dokter komt er iemand met een hulpvraag, een zorgvraag naar hem toe. Vanuit zijn compassie wil hij die zorgvraag zo goed mogelijk beantwoorden, dus gaat hij op onderzoek uit: wat is er aan de hand, wat is er gebeurd, wat kan er nog meer meespelen? En omdat hij een beetje een vreemde dokter is en hij soms wat vreemde hulpvragen krijgt, moet hij ook genegen zijn om vreemde dingen erbij te betrekken en naar andere mogelijkheden op zoek gaan. Ook een gewone dokter moet soms buiten de gebaande paden gaan, minder voor de hand liggende oorzaken en dus oplossing overwegen. Out of the box denken, van het gebaande pad af durven te gaan en buiten de eigen comfortzone gaan is soms nodig om een goed antwoord te geven op de zorgvraag. (PS: de laatste incarnatie van The Doctor is een vrouw, dat brengt de genderverdeling in dit blog wat meer in evenwicht.)

Grote kennis en weten waar kennis te vinden

Robert Picardo als het hologram ”Emergency Medical Hologram” in Star Trek Voyager

Een computerprogramma als dokter, dat is uiteraard eigenlijk een beetje vals spelen, vooral als de computer een zeer grote database heeft om uit te putten. Maar ook een dokter zonder een ingebouwde database kan putten uit een immens grote hoeveelheid kennis. Ik moet vaak denken aan mijn scheikundeleraar op de HAVO, 2e klas Rijksscholengemeenschap Bergen op Zoom, 1971. In een van de eerste lessen wees hij naar de grote wandkaart met het periodiek systeem en zei: ”je bent wel gek als je alles uit je hoofd gaat leren, daarvoor zijn er dit soort schema’s” Ik heb dat altijd heel goed in mijn oren geknoopt en nooit iets uit mijn hoofd geleerd. Nu ja, wel de naamvallenrijtjes bij Duits en zo, maar verder nooit meer iets. Ik was er al snel achter dat veel van de dingen die je uit je hoofd moet leren eigenlijk dingen zijn die je goed moet begrijpen en dan weet je ze zonder uit je hoofd te leren; of het zijn dingen waarvan je gewoon moet weten waar je ze op moet zoeken, zoals het periodiek systeem. Een goede dokter heeft een brede theoretisch basiskennis en een goed begrip van de systemen in de mens. Daarnaast kent de dokter zijn beperkingen (weet dus wat hij niet weet) en weet waar hij dingen kan opzoeken (weet dus hoe een database te gebruiken en welke zoektermen daarbij in te zetten) en weet wanneer er moet worden doorverwezen naar een (andere) specialist. Een goede dokter is dus geen hologram dat is aangesloten op een immens grote database, maar iemand die weet wat hij weet en wat hij niet weet en waar de nodige antwoorden vandaan kunnen komen. En die dat dan ook allemaal toe geeft en niet doet alsof hij alwetend en almachtig is.

Degelijk ouderwets dokterswerk en werken met wat je hebt

Jane Seymour als Dr. Quinn in Dr. Quinn, Medicine Woman

Tot slot de plattelandsdokter. Dr Quinn is een vrouwelijke arts in het oude Wilde Westen, een landstreek met pioniers en gelukszoekers. Ze heeft naast haar kennis en ervaring weinig gereedschappen die we nu zien als essentieel voor dokterswerk. Ze kan wel goed nadenken en haar eigen kennis en ervaring combineren met die van anderen, bijvoorbeeld traditionele genezers. De huidige medische werkethiek houdt in dat je als dokter enkel nog wetenschappelijk onderbouwde dingen mag doen en niets wat niet onderzocht en dus niet bewezen is. Men vergeet daarbij dat alles wat nu als goed dokterswerk wordt beschouwd ooit ook innovatief en niet onderzocht was. Men vergeet dat je ook op basis van goed en logisch redeneren op basis van je brede basiskennis en je ervaring tot handelswijzen kunt komen die kunnen werken. Een pioniersdokter als dr. Quinn kon het zich niet veroorloven alleen met ”bewezen remedies” te werken, het zou haar patiënten het leven gekost hebben. Ze zou haar empathie hebben moeten gebruiken om buiten de box te denken, andere kennis te zoeken en alle mogelijkheden te onderzoeken.

 

Het is niet gering wat ik van een goede dokter vraag (maar ook van mezelf!): de compassie van dr. Cullen, de nieuwsgierigheid en onderzoekingsdrang van dr. Scully, de diagnostische vermogens van dr. House, het buiten de box denken van De Doctor, de kennis van dr. EMH en het pionierende dokterswerk van dr. Quinn.

Maar zou je niet van elke beroepsbeoefenaar, zeker zij die met mensen en hun gezondheid werken, dergelijke standaarden moeten mogen verwachten? 

Wat denk jij?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.