Eet echt voedsel. Niet te veel. Vooral planten. Deze no-nonsense voedingsfilosofie van Michael Pollan spreekt mij erg aan. Geen ge- en verboden, maar gezond verstand en eigen verantwoordelijkheid. Daar houd ik wel van. Pollan gaat er ook van uit dat je voedsel moet eten, geen nutriënten. Dat is overigens een uitgangspunt dat je ook tegenkomt bij een niet helemaal mainstream kok als Jamie Oliver.
Voedsel is veel meer dan de som van de samenstellende delen. Het is zelfs zo dat als je voedsel uit elkaar haalt tot je alle samenstellende delen los hebt en ze vervolgens weer in elkaar zet, je niet hetzelfde terug hebt als waar je mee begon. Denken in nutriënten is ongeveer de basis van de mainstream westerse voedingsleren, inclusief instituties als het Voedingscentrum (en vergelijkbare instituten in andere westerse landen), maar ook van veel dieetleer verkondigers en dieetgoeroes. Soms (vaak?) gaat het nog voorbij het nutriëntendenken en wordt de kijk op gezond en ongezond beperkt tot calorieëndenken. Nee, doe mij dan toch maar de echt-eten-voedingsleer. Naast de drie twee- en driewoorden zinnetjes die als zijn slogan gelden, zegt Pollan ook: ”[…], als u zich zorgen maakt over uw gezondheid, kunt u producten die claimen dat ze gezond zijn waarschijnlijk beter mijden. […] de bewering dat een voedingsmiddel gezond is een sterke aanwijzing vormt dat het geen echt voedsel is […].”
Die uitspraak gaat ook op voor zuigelingenvoeding. Ten eerste is het hele concept kunstvoeding gevat in nutriëntendenken. Het is misschien zelfs het prototype ervan. Voor het maken van kunstvoeding heeft men eerst zo veel mogelijk moedermelk uit elkaar gehaald en tot nutriënten herleidt. Deze nutriënten worden vervolgens in een scheikundige formule gevat en het nieuwe product is een compilatie van componenten op basis van deze formules. Het is een, in Pollans woorden, ”eetbare voedsel gelijkende substantie” geworden, die weinig overeenkomst meer vertoont met echt eten. Het heeft geen enkele overeenkomst meer met het oorspronkelijk concept moedermelk en al helemaal niet met het concept borstvoeding. Het gaat volledig voorbij aan het concept soort-specifiek, en aan het concept ‘voortdurende aanpassing aan omstandigheden en behoeften van het kind’ tijdens de voeding, door de dag heen en in de loop van de gehele zuigelingenperiode. Om nog maar te zwijgen over het hele deel (zeg maar de helft van het geheel) dat niet gaat over voedsel maar over bescherming. Moedermelk, vooral indien direct aan de borst genuttigd, is oneindig veel meer dan de som van de samenstellende componenten. Kunstvoeding is veel minder dan die som.
Voor zuigelingen zou ik Pollans uitgangspunt willen aanpassen tot: ”Eet echt voedsel. Zo vaak als je nodig hebt. Vooral van je eigen moeder.”
Over echt eten voor de zuigeling:
En als die zuigeling ook ander echt eten gaat eten kunje dit eens bekijken: