Moeders, die een goed groeiende ”Hollands Welvaren” baby hebben, krijgen vaak te horen dat zij geen melk maar slagroom in hun borsten hebben. Vroeger kregen te magere mensen en herstellende zieken vaak een slagroomkuur om bij te komen. Slagroom lijkt gelijk te staan aan overvloed en gezondheid. Aan de andere kant van het spectrum hebben we als gevolg van de universele vetfobie (gebaseerd op corrupt onderzoek in het begin van de tweede helft van de vorige eeuw) een diepgewortelde angst voor vet, en dan vooral ‘fout’ vet, overal het algemeen gekenmerkt als dierlijk vet. Melkvet (boter en room) staan dan meestal bovenaan.
Wanneer een jonge baby onvoldoende groeit, gaan we als lactatiekundige eerst een heel traject in om te onderzoeken wat er aan de hand zou kunnen zijn. We observeren een voeding, vragen moeder het hemd van het lijf over dagindeling, aantal keren voeden, wie bepaalt of er wordt gevoed en wanneer en hoe lang, en het mondje van de baby en de borsten van de moeder worden onderzocht. Meestal volgen daar adviezen uit voor het verbeteren van de aanleg- aanhap- en drinktechnieken en over het aantal keren voeden en wisselen van borst. Soms komen we iets tegen in de mond van de baby of de borsten van de moeder waar iets aan gedaan zou kunnen worden, of we adviseren bodywork (meestal voor de baby, soms voor de moeder). Soms kan het nodig zijn om nog tijdens dit traject al te zorgen voor extra voeding voor het kind, als de groei alarmerend laag is. We geven dan de voorkeur aan extra gekolfde melk van de eigen moeder of donormelk. Als dat beide niet beschikbaar of geen optie is, dan wordt gekozen voor een kunstvoeding nr 1.
Sommige kinderartsen stellen een HMF (human milk fortifier) voor, die meestal wordt gebruikt voor te vroeg geboren kindjes, anderen stellen voor een schepje poeder voor kunstvoeding door de afgekolfde melk te doen. Dit is allebei een slecht advies. Moedermelk heeft een uitgebalanceerde verhouding tussen water en voedingsstoffen. Kunstvoeding, aangemaakt volgens de gebruiksaanwijzing komt daarbij dicht in de buurt. Wanneer je poeder voor kunstvoeding aanmaakt met moedermelk in plaats van met water, dan raakt de melk compleet uit balans en de melk wordt een te grote belasting voor de nieren. HMF is een supplement voor te vroeg geboren kinderen, die nood hebben aan een andere verhouding van voedingsstoffen en voor een gewoon op tijd geboren kind zorgt dit dus voor een foute verhouding. Probleem van zowel gewone kunstvoeding als van toevoegen van kunstvoeding poeder of HMF is dat er een niet-soort-specifieke melk wordt gegeven. Dat is om te beginnen geen erg goed idee voor een jong en extra kwetsbaar kind. Ja, Human Milk Fortifier is ook een koemelkproduct. Laat je niet in de war brengen door het woord human erin. Dat betekent alleen dat het een versterker is voor humane melk, niet dat er menselijke melk in zit.
Maar goed, als een kind duidelijk en acuut tekort komt moet er eerst en vooral eten in dat kind. En als dat geen menselijke melk kan zijn (van de eigen of een andere moeder) dan moet het dierlijke melk zijn. Er is wel kunstvoeding nummer 1 op basis van plantaardige eiwitten, uit rijst en uit soja, maar die hebben beide hun eigen nadelen. De eerste keus in dat geval is een gewone, standaard nummer 1 kunstvoeding op basis van koe-of geitenmelk. Als dat ook niet beschikbaar is (bijvoorbeeld er is een ramp gaande, je bent ingesneeuwd, er is geen winkel bereikbaar, je hebt geen buren om iets te lenen, …) dan wijk je uit naar alles wat enigszins beschikbaar is. Verdunde koffiemelk, slagroom, … .
En ga nu niet rondbazuinen dat die Van veldhuizen zegt dat je je kind gerust koffiemelk of slagroom mag geven. Nee, dat zeg ik niet. Wat ik zeg is dat een kind eten moet hebben. En als zijn moeder op dit moment onvoldoende melk heeft voor haar kind en alle andere opties (hierboven genoemd) zijn ook niet beschikbaar, dan wijk je uit naar het ongewone. Want regel 1 (van coach Smith, een belangrijke lactatiekundigen-opleider): Geef de baby eten. Regel 2: stel de melkproductie veilig en regel 3: stel de borstvoeding veilig.
Overigens heb ik als lactatiekundigen-opleider daar nog een eigen set regels naast gezet: over comfort voor moeder en kind, groei van de baby en het uitblijven van pijn. Smiths regels gaan over noodgevallen, mijn regels gaan over normale gang van zaken zonder noodgevallen.
Samenvattend:
Ten eerste: een kind moet eten –> in volgorde van voorkeur:
Ten tweede: zorg voor een toereikende melkproductie Ten derde: zorg dat de borstvoeding op de rit wordt gezet. |
hoe ouder het kind, hoe minder nare gevolgen voor een minder geschikte keuze
hoe jonger het kind hoe minder graag je grijpt naar voeding van niet-menselijke oorsprong.
Over vet in moedermelk:
Samenstelling van moedermelk suiker en vet
en over niet genoeg: Help! mijn kind krijgt niet genoeg te eten