Interpretatie van onderzoeksuitkomsten is een soort kansberekening, tel uit je winst. Of bepaald gedrag een verhoging of een verlaging van gezondheidsrisico’s geeft, ligt er maar net aan van welke waarde je uit gaat.
Vakblad vroeg rapporteerde over een nieuw gepubliceerd onderzoek (origineel onderzoek onderaan dit blog):
”Ongeveer de helft van de vrouwen met zwangerschapsdiabetes krijgt in de tien jaar na hun zwangerschap diabetes type 2. Door langer dan 3 maanden borstvoeding te geven, vermindert de kans op diabetes in de loop van de eerste 15 jaar na de zwangerschap met ruim 40 procent.
Dat schrijft een Duits onderzoeksteam in het tijdschrift Diabetologia. De onderzoekers volgden ruim 200 vrouwen met zwangerschapsdiabetes. Bij de vrouwen die langer dan drie maanden borstvoeding hadden gegeven, werden in het bloed diverse metabolieten gevonden, zoals meer fosfolipiden en minder aminozuren, in vergelijking met vrouwen die minder lang borstvoeding gaven. Verschillende van deze metabolieten zouden beschermen tegen weerstand tegen insuline en dus tegen de ontwikkeling van diabetes.”
Vakblad Vroeg kondigende het artikel aan met deze Tweet Meer dan drie maanden #borstvoeding geven beschermt tegen #diabetes #zwangerschapsdiabetes en ik deelde het met de volgende opmerking: Vrouwen die minder dan 3 maanden #borstvoeding geven hebben een vergroot risico op diabetes.
Voor mijn trouwe lezers zal dit geen verbazing wekken. Goed onderzoek gaat uit van de norm en zet andere dingen daartegen af. In dit geval gaat het over gedrag en de gevolgen voor de gezondheid van dat gedrag. Normaal gedrag voor een pasbevallen vrouw is borstvoeding geven (normaal in de zin van de biologische norm volgend). Gedrag dat daarvan afwijkt (geen borstvoeding geven of minder of korter dan de biologische norm borstvoeding geven) blijkt de gezondheidsuitkomsten te veranderen:
Zwangeren met zwangerschapsdiabetes verhogen hun risico om in de erop volgende tien jaar diabetes te krijgen wanneer zij minder dan drie maanden borstvoeding geven.
Uitkomsten en interpretaties
In het originele artikel is de conclusie wel de goede kant op gesteld: ”Lactation for >3 months in women with gestational diabetes is associated with changes in the metabolomics profile that have been linked to the early pathogenesis of type 2 diabetes.” Met andere woorden, als een vrouw, die tijdens haar zwangerschap zwangerschapsdiabetes had, langer dan 3 maanden borstvoeding geeft, verandert er iets in het metabolisme, waardoor haar vermogen om met suiker om te gaan verbetert en zij minder risico heeft om diabetes type 2 te ontwikkelen. Die kans op DT2 is verhoogd bij vrouwen met zwangerschapsdiabetes ten opzichte van vrouwen die tijdens de zwangerschap een gezonde suikerhuishouding hebben.
Dit betekent in andere woorden, dat biologisch normaal gedrag de risico’s van afwijkingen inperkt, terugbrengt naar normaal. Andersom betekent het dat gedrag dat afwijkt van de biologische norm verhindert dat het lichaam haar eigen problemen oplost en zo het risico van gezondheidsproblemen later vergroot.
Waarom die nadruk op hoe je dingen benoemd? Het effect is toch uiteindelijk hetzelfde: wie normaal doet heeft meer kans gezond te blijven. Ja en nee. Door te stellen dat borstvoeding ergens tegen beschermt, stel je eigenlijk dat geen-borstvoeding-geven normaal is, maar dat als je nu eens extra lief voor jezelf wilt zijn, jezelf een bonus wilt geven dan geef je borstvoeding. Het geeft aan dat het oké is om genoegen te nemen met een lagere standaard voor je eigen gezondheid en welzijn, want dat is ”normaal”. Dit is een omkering van de waarheid. Het is niet oké om genoegen te nemen met minder wanneer de standaard gezondheid is. Vooral wanneer je er zo weinig voor hoeft te doen: gewoon dat waarvoor je lijf is gemaakt.
Voor ik nu de hele goegemeente over me heen krijg met beschuldigingen dat ik doe alsof borstvoeding geven zo makkelijk en voor iedereen mogelijk is:
Dat zou het wel moeten zijn, afgezien van de enkeling die geboren wordt met een onvermogen tot lacteren (net zoals een enkeling wordt geboren met het onvermogen om andere normale lichaamsfuncties uit te oefenen, zoals zien of horen, of eiwitten, vetten of suikers te verteren). In een maatschappij waarin borstvoeding de culturele norm is, ”kunnen” veel meer vrouwen borstvoeding geven. In culturen waar normaal gedaan wordt over normaal babygedrag (zoals voornamelijk tegen een andere mensenlijf aan willen zijn in plaats van in een bed, stoel of box; heel vaak een beetje willen eten en heel vaak een beetje willen slapen), ”kunnen” veel meer vrouwen borstvoeding geven. In culturen waar moeder en kind nabijheid de culturele norm is, ”kunnen” veel meer vrouwen borstvoeding geven. In culturen waar het de culturele norm is om kinderen niet te dragen, maar ergens weg te leggen, om kinderen te forceren tot eten en slapen in vastgestelde schema’s en waar de scheiding van moeder en kind als wenselijk wordt gezien en waar kinderen onzichtbaar horen te zijn in de ”grote mensen wereld”, daar hebben veel meer vrouwen problemen met borstvoeding geven.
Onze cultuur hoort tot die laatste en vrouwen in onze cultuur hebben heel veel deskundige begeleiding nodig van zorgverleners die weten waar ze het over hebben en die borstvoeding vragen een borstvoeding antwoord geven. Dat soort zorgverleners zijn er veel te weinig. Ze leren het niet in hun opleiding en hun bijscholingen worden voor een groot deel betaald door de kunstvoeding industrie. Alsof Meneer Jaguar en Meneer Mercedes jou gaan uitleggen dat je beter kunt fietsen, maar bij elk probleem zeggen dat het helemaal geen schande is om in hun auto verder te gaan.
Abstract ”Lactation is associated with altered metabolomic signatures in women with gestational diabetes.”
Much D, Beyerlein A, Kindt A, Krumsiek J, Stückler F, Rossbauer M, Hofelich A, Wiesenäcker D, Hivner S, Herbst M, Römisch-Margl W, Prehn C, Adamski J, Kastenmüller G, Theis F, Ziegler AG, Hummel S: Lactation is associated with altered metabolomic signatures in women with gestational diabetes. Diabetologia. 2016 Jul 16. [Epub ahead of print]
AIMS/HYPOTHESIS:
Lactation for >3 months in women with gestational diabetes is associated with a reduced risk of type 2 diabetes that persists for up to 15 years postpartum. However, the underlying mechanisms are unknown. We examined whether in women with gestational diabetes lactation for >3 months is associated with altered metabolomic signatures postpartum.
METHODS:
We enrolled 197 women with gestational diabetes at a median of 3.6 years (interquartile range 0.7-6.5 years) after delivery. Targeted metabolomics profiles (including 156 metabolites) were obtained during a glucose challenge test. Comparisons of metabolite concentrations and ratios between women who lactated for >3 months and women who lactated for ≤3 months or not at all were performed using linear regression with adjustment for age and BMI at the postpartum visit, time since delivery, and maternal education level, and correction for multiple testing. Gaussian graphical modelling was used to generate metabolite networks.
RESULTS:
Lactation for >3 months was associated with a higher total lysophosphatidylcholine/total phosphatidylcholine ratio; in women with short-term follow-up, it was also associated with lower leucine concentrations and a lower total branched-chain amino acid concentration. Gaussian graphical modelling identified subgroups of closely linked metabolites within phosphatidylcholines and branched-chain amino acids that were affected by lactation for >3 months and have been linked to the pathophysiology of type 2 diabetes in previous studies.
CONCLUSIONS/INTERPRETATION:
Lactation for >3 months in women with gestational diabetes is associated with changes in the metabolomics profile that have been linked to the early pathogenesis of type 2 diabetes.
[…] Kansberekening, tel uit je winst […]
[…] Statistische leugens Kansberekening, tel uit je winst hexakosioihexekontahexafobie Voordelige cijfertjes en […]