Geplaatst op Geef een reactie

Bitter, zoet en bitterzoet

bitter, zoet en bitterzoet

Af en toe ben ik het gewoon beu, al dat gerespecteer. Vrijwel altijd als iemand iets zegt over de consequenties van keuzes die ouders maken voor hun kinderen, bijvoorbeeld over zuigelingenvoeding, komt er een lawine van mensen die zich aangevallen voelen en beginnen te roepen. De nette uitingen zijn  kreten als  ‘’ouders moeten elkaars keuzes respecteren’’, ‘’ieder doet het op zijn eigen manier’’, ‘’dat moet iedere ouder toch zelf weten’’, ‘’iedere ouder moet doen wat goed voelt voor henzelf’’. De minder nette gaan via virtuele modder gooien en vals schelden naar het meer ordinaire viswijvengekrijs.

Bitter

Heel opvallend is dat dit vrijwel altijd eenrichtingsverkeer is. De meeste mensen die proberen te vertellen dat sommige keuzes die ouders maken voor hun kinderen het risico op ziekte of verminderd welzijn vergroten, doen dat op voorzichtige, vaak omzichtige, manieren in hun zorg de ouders die die keuzes maken niet te zeer te verontrusten. Maar de bittere pil lijkt niet te vergulden, sterker nog, hij wordt als opzettelijk bitterder dan nodig onthaald.

Feit blijft dat andere mensen wel degelijk worden geacht er wat van te zeggen als ouders hun kinderen kwaad berokkenen. Kindermishandeling en –verwaarlozing zijn meldingsplichtige zaken. Er zijn volop ouders die het een goed idee vinden hun woorden met hun handen kracht bij te zetten. Er zijn ouders zat die er geen been in zien hun kind in de auto achter te laten terwijl ze gaan shoppen. Voor de meeste andere mensen zijn dat duidelijk zaken die niet goed zijn en daar maken zij melding van. Dan geldt niet het argument dat iedere ouder zijn eigen stijl heeft en dat we de opvoedingskeuzes van andere ouders zonder meer moeten respecteren. Het is duidelijk dat de klaarblijkelijke schade aan het kind een bittere waarheid is die moet worden gezegd.

Andere opvoedingskeuzes van ouders zijn minder opvallend risicovol voor kinderen. De meeste mensen zullen het erover eens zijn dat ouders die hun baby alcoholhoudende dranken te drinken geven moeten worden gewaarschuwd. Maar als die ouders hun kinderen ongezond voedsel geven vindt men waarschuwen moeilijker te aanvaarden. Is die alcohol gevaarlijker? Of zijn de risico’s van ongezond voedsel minder ernstig? Er zijn ook lange periodes in de geschiedenis geweest waarin het absoluut geaccepteerd was om aan kinderen bier of wijn te geven of zelfs een in brandewijn gedoopt vod bij wijze van fopspeen. Inmiddels weten we dat dat allemaal heel ongewenste gewoontes waren die voor veel kinderen verstoringen in de groei, de ontwikkeling en de gezondheid hebben veroorzaakt. Ongezond of ongeschikt voedsel voor zuigelingen heeft vergelijkbare risico’s. Een bittere waarheid, die door sommigen absoluut geweigerd wordt te sikken.

Er zijn  tijden geweest, en nog niet eens zo lang geleden, dat lijfstraffen een volkomen geaccepteerde en zelfs noodzakelijk geachte opvoedingsmethode waren. Wie niet horen wilde, moest maar voelen en zachte heelmeesters maakten stinkende wonden. Nu is slaan in Nederland bij wet als opvoedingsmiddel verboden, omdat we inmiddels weten en hebben geaccepteerd dat lijfstraffen meer doen dan tijdelijke pijn veroorzaken.

Maar kinderen alleen laten, laten huilen, voedsel onthouden, als manier om ze aan ritme en regelmaat te wennen; kinderen separeren op een strafstoeltje als disciplinaire maatregel zijn methodes die nog volop worden toegepast en zelfs door zorgverleners worden geadviseerd. Wij, die vinden dat de slaag toedienende ouders van vroeger tijden eigenlijk geen beste ouders waren, mogen tegen deze moderne uitvoeringen van deze vergelijkbare methodes niets inbrengen. Want we moeten de keuzes en methodes van andere ouders respecteren. Een bittere pil voor de betroffen kinderen – en dan ook nog één die geen genezing of verbetering van gezondheid en welzijn brengt bovendien.

Ik heb besloten te voorkomen dat ik een verbitterd oud wijf word en me niet meer te laten afkatten, beschuldigen en uitjouwen om de waarheid die ik niet niet mag vertellen. Want die voor sommigen bittere waarheden vertel ik niet om ouders te vleien en het aangenaam te maken, maar die vertel ik voor de kinderen. Om hun recht op goede verzorging, geschikte voeding en een goede opvoeding veilig te stellen.

Want uiteindelijk gaat het dan toch om respecteren. Niet van de ouders, maar van de rechten van het kind.

Bitterzoet

Zomaar een twitterberichtje: ‘’Voor ik begon zei ik 6mnd. Na ’t begin ‘nou, eerst maar eens 3 maanden’ en vandaag zijn we 6 maanden onderweg en er nog niet zat van!’’ en nog een: ‘’De beste troost van een ziek en hangerig kindje van 13 maanden: borstvoeding; super trots op m’n kleine mannetje en m’n mamamelk!’’. Zomaar twee moeders die hun plezier en geluk delen, maar ook twijfels en zorg.

Maar vooral ook hun trots, op zichzelf, hun melk en hun kindjes.

bitter, zoet en bitterzoet
Bitterzoet ofwel Solanum Dulcamana is een nachtschadevariant die zowel zoet is (natuurlijk antibioticum) als bitter (giftig) is. Ook de nachtschadevarianten tomaat en aardappel hebben zoete (eetbare) en bittere (giftige) aspecten.

Nog maar een paar generaties geleden was moeder worden iets dat je kreeg of niet, zonder dat je daar zelf erg veel bij had in te brengen. Opvoeden was iets dat min of meer vanzelfsprekend ging: gewoon net als ieder ander in je omgeving. Je dacht er niet veel over na. Nu is moeder worden of niet een bewuste keuze (over het algemeen) en moeder zijn hangt van afwegingen en keuzes maken aan elkaar (meestal dan toch). Niet dat ouders vroeger geen problemen en zorgen hadden en gelukkig hadden ze ook volop vreugde, maar andere zorgen en dus andere vreugde. Maar linksom of rechtsom, ouderschap is altijd een ietwat bitterzoet plezier geweest.

Voorafgaand aan ouderschap nu is een heel traject afwegingen: wil ik een kind (of meer) en wanneer wil ik dat kind? Met die tweede bemoeit de hele maatschappij zich. Dokters vinden dat je ze als vrouw beter op wat jongere leeftijd kan krijgen, want dan is je lijf er geschikter voor, ben je vruchtbaarder en is de kans op zwangerschapscomplicaties en afwijkingen in het kind kleiner. Feministen vinden dat je eerst jezelf moet ontplooien en je opleiding te gelde maken, je vrienden vinden dat je eerst zelf eens van het leven moet genieten en je baas vindt waarschijnlijk dat je er liever helemaal niet aan begint, want zwangere vrouwen en moeders zijn lastige, veel verzuimende werknemers met een boel eisen voor de werkomstandigheden. Je ouders beginnen hints te geven dat ze eindelijk wel eens een kleinkind willen en sommige vriendinnen verklaren je voor gek dat je überhaupt je goed geregelde leven wilt opgeven voor zo’n krijsend en aan alle kanten lekkend wurm.

Wanneer je dan zo ver bent dat je besluit moeder te willen worden, opent zich een heel nieuw scala aan mogelijkheden om uit te kiezen, variërend van de keuze van verloskundige of gynaecoloog, tot de plaats waar en de houding waarin je gaat bevallen; van de vraag waar je kind slaapt tot wat hij eet en hoe zijn schoolcarrière vormgegeven gaat worden. En ook hier bemoeit de hele wereld zich ertegenaan. Sommige keuzes zijn levensstijl keuzes, andere gaan over je eigen gezondheid of het welzijn van je kind. En dan zijn er nog allerlei lieden die geldelijk willen profiteren van elke keuze die je voor jezelf en je gezin maakt. Zoete dromen van rozewolkerig moederschap krijgen zo wel een bittere bijsmaak.

Wanneer dan eenmaal de keuzes zijn gemaakt en het kind is geboren lijken zoete tijden na de bittere te zijn aangebroken. De keuzes zijn gemaakt, de koers is uitgezet, zo gaat het gebeuren. In sprookjes is dat wellicht zo, want die eindigen steevast met een ‘’en zij leefden nog lang en gelukkig’’. In het echte leven blijkt die geboorte helemaal niet het gelukkige einde van de reis te zijn, maar het bitterzoete begin. Het kind in je armen kan je overweldigende zoete gevoelens van liefde en toewijding geven, maar ook bittere twijfels en angsten. Wie ben ik dat ik zoveel geluk in mijn schoot geworpen krijg? Wie ben ik om te denken dat ik die verantwoordelijkheid voor een nieuw mens aankan? Het is ook niet niks, als je er even bij stilstaat. Het levensgeluk, het welzijn en de gezondheid van een heel mens liggen daar in jouw armen.

Gelukkig komt de overweldigende drang tot voortplanten samen met ingebouwde gereedschappen en hulpmiddelen om ook die opvoeding, voeding en verzorging tot een goed einde te brengen. De natuur investeert niet in nieuw leven zonder overleven en gedijen veilig te stellen. Bij dieren gaat dat over het algemeen goed. Er gaat wel eens iets fout, een foutje in de aanleg, onvoorziene omstandigheden, klimaat schommelingen en meer van die bittere zaken, maar over het algemeen gaat het goed en floreert de soort. Bij de soort mens zou dat ook gewoon zo moeten zijn, ware het niet dat de mens denkt overal over te moeten nadenken. Ons denkvermogen is zowel de zoetste als de bitterste toevoeging aan het ontwerp dat de mens onderscheidt van het dier. Omdat we het kunnen doen we het bij alles en nog wat, ook bij dingen waarbij we  dat eigenlijk niet zouden moeten doen. Net als wanneer je heel erg gaat nadenken bij lopen, dan loop je niet meer soepel en zeker, maar wankelend en uit je evenwicht. Dan wordt het geheel een bitterzoete ervaring.

Zoet

Ongevraagd materiaal aangereikt krijgen voor blogjes, betekent dat dat je het gemaakt hebt in bloggersland? Ik vind het in elk geval wel leuk, zo’n ongevraagd opstekertje.

bitter, zoet en bitterzoet
Elizabeth Banks als Effie Trinket in  The Hunger Games (2012): suikerzoete verhulling van de lelijke, bittere waarheid.

Vandaag (dit bericht is oorspronkelijk uit 2013)  wees namelijk iemand mij op een vorig jaar uitgekomen onderzoek over zuigelingenvoeding en diabetes [Patelarou, E., Girvalaki, C., Brokalaki, H., Patelarou, A., Androulaki, Z. and Vardavas, C. (2012), Current evidence on the associations of breastfeeding, infant formula, and cow’s milk introduction with type 1 diabetes mellitus: a systematic review. Nutrition Reviews, 70: 509–519. doi: 10.1111/j.1753-4887.2012.00513.x]. Goed, degelijk onderzoek en de conclusie deels in de juiste formulering neergezet. Daar ben ik echt blij mee. Ik kan dan wel altijd doen alsof wetenschap en zo allemaal maar niks is, maar dat is natuurlijk wel wat gechargeerd. Er wordt soms te veel waarde aan gehecht, er worden veel onlogische conclusies getrokken, men gaat vaak van onjuiste vooronderstellingen en onderzoeksvragen uit en er is gewoon heel veel matig tot slecht onderzoek, maar toch is onderzoek uiteraard niet zonder waarde. Goed onderzoek dan, over logische vragen en met correcte en correct geformuleerde conclusies.

Patelarou et al (2012) deden uitgebreid literatuuronderzoek naar het verband tussen zuigelingenvoeding en de incidentie van diabetes type 1 (T1D). Ze onderwierpen 161 onderzoeken aan een minutieus onderzoek naar onderzoeksmethode en criteria en hielden er 28 over die voldeden aan de eisen voor een systematische review. Iets meer dan de helft van die studies toonde duidelijk een oorzakelijk verband aan tussen voeding als zuigeling en het ontwikkelen van T1D. Acht daarvan omschreven borstvoeding daarbij als een beschermende factor. Zeven studies formuleerden het duidelijker en stelden dat geen of kort borstvoeding het risico van T1D later in het leven vergroot.

Ik houd daarvan, zowel van de bevestiging dat zuigelingenvoeding wel degelijk uitmaakt als van de juiste formulering. Het gros van alle onderzoeken geeft de formuleringen een suikerzoete coating en ontkent daarmee het belang van de keuze van zuigelingenvoeding. Door zoetjes te stellen dat borstvoeding beschermt, zeg je namelijk eigenlijk dat het heel normaal is om diabetes te krijgen, maar dat je als ouders, door je kinderen borstvoeding te geven, iets extra’s voor je kind doet, ze een bonus geeft, waardoor ze minder kans hebben diabetes te krijgen.

Laten we gewoon het beestje bij zijn naam noemen, er geen doekjes om winden en vooral geen suikerzoete vergoelijkingen gebruiken: kinderen die geen of kort borstvoeding krijgen hebben een nadeel. Ze hebben een vergroot risico voor het krijgen, opdoen of ontwikkelen van ziekten als diabetes, maar ook sommige vormen van kanker, darmfunctiestoornissen, stoornissen in de cardiovasculaire gezondheid en allerlei infectie- en auto-immuunziekten. Niet dat ze het zeker allemaal zullen krijgen, evenmin als kinderen, die tot in de eeuwigheid borstvoeding krijgen, nooit ziek zullen worden, maar de kansen liggen heel duidelijk ongunstiger voor kinderen die geen of kort borstvoeding kregen.

The odds are definitely not in their favor, om het met Effie  te zeggen. In het verhaal van de Hungergames wordt de strijders wel geluk gewenst, maar de odds waren dat ze maar 1 kans op 24 hadden om het hele spel te overleven.

Bittere medicijnen krijgen een suikerlaagje, of worden opgelost in suikerzoete siroop om te verhullen hoe vies ze zijn. Dat is eigenlijk een raar idee, want medicijnen mogen best vies smaken, dat behoedt je waarschijnlijk voor het onnodig innemen ervan. Het behoedt zeker kinderen ervan te snoepen of te drinken. Medicijnen als snoepjes of limonade vermommen is een slecht idee als je het welzijn van kinderen op het oog hebt. Het verzoeten van de waarheid over allerlei gezondheidskeuzes is net zo ongezond. Roken is slecht voor je gezondheid. Het is niet zo dat niet-roken voordelen heeft omdat dat je risico van longkanker verlaagt. Alcohol consumptie is risicogedrag. Het is niet zo dat geen-alcoholconsumptie je kansen op levercirrose verlaagt.

Gewoon benoemen zoals het is; gewoon de ongemakkelijke waarheid vertellen, zonder suikerlaagje, zonder suikerzoet drankje, zonder toeters en bellen. Zuigelingen iets anders als voedsel geven dan borstvoeding is risicogedrag. Het vergroot de kansen dat die kinderen allerlei ziektes of aandoeningen krijgen. Soms is het nodig. Soms moet je de risicovollere keuze maken. Dat is niet anders, maar doe het dan wel zo zorgvuldig mogelijk.

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.