Bijhouden: ook ik was bij mijn eerste kind zo’n moeder die fanatiek, om niet te zeggen obsessief, bijhield wanneer, hoe vaak en hoe lang haar kindje dronk, huilde en sliep
Nu ik toch bezig ben met confessies (zie Betrapt): ook ik was bij mijn eerste kind zo’n moeder die fanatiek, om niet te zeggen obsessief, bijhield wanneer, hoe vaak en hoe lang haar kindje dronk, huilde en sliep. Alleen was dat ruim dertig jaar geleden, dus Apps waren er nog niet, zelfs gewone computers voor thuisgebruik waren er nog niet, laat staan computers in een telefoon verwerkt. Het ging dus met pen en papier. Wel, potlood, en om helemaal precies te zijn, kleurpotlood op vijf millimeter ruitjespapier.
Ik heb dat toch wel een week of 10 volgehouden, tot ik mezelf ervan kon overtuigen dat het enige wat het me bracht een boel zenuwen was. Noch mijn kind, noch ikzelf werden er veel gelukkiger van, integendeel. Stiekem geef ik mezelf er de schuld van dat dit de oorzaak is voor haar nog steeds durende meet- en regeldrang, die ze nu als moeder van zich af moet schudden. Dochter is namelijk gezegend met een zoon die daaraan niet mee doet. Zo heeft hij besloten dat het nu, een maand ongeveer voor zijn tweede verjaardag, hoog tijd is dat hij zich gaat verdiepen in de hogere knip- en plakkunst. Tekenen is allang onder de knie, namelijk.
Enfin, obsessief bijhouden dus. Alle gegevens, ook de groei en de ontwikkeling werden van haar tot haar bijgehouden. Mijn oudste heeft dan ook twee multomappen bij wijze van babyboek, de vijfde een half schrift. Om maar even te illustreren dat die registratiedwang ook wel slijt op den duur. Gelukkig maar, want het dient eigenlijk nergens toe. Kindjes groeien en ontwikkelen niet beter als je alles opschrijft en vastlegt.
Elke boer zal je kunnen vertellen dat de worteltjes niet beter groeien of smakelijker worden wanneer je ze dagelijks meet, weegt en registreert. Wat ze nodig hebben is een gewas-adequate omgeving, zonlicht en -warmte, water en wat positieve aandacht, en bescherming tegen aanvallers zoals ziekten, parasieten en konijnen. Datzelfde geldt ook voor kinderen, met uitzondering van de konijnen. In de dageraad van de mensheid moesten kinderen dan weer wel worden beschermd tegen sabeltandtijgers en andere zwaarbewapende fauna. Het systeem van kinderen is nog wel ingesteld op die noodzaak tot bescherming tegen roofdieren en dus verwacht een baby bij de geboorte om voortdurend dicht bij andere mensen te zijn, nooit verder dan een armlengte afstand en liefst dichterbij. Dat is gelijk handig voor het eten, want de melk die voor onze kinderen is bedoeld, is zo samengesteld dat er vaak van moet worden gedronken. En dicht tegen een ander lijf aan gevlijd leert een kind zijn eigen systemen hoe ze moeten werken: hartslag – en ademritme en temperatuurregeling.
Een andere mooie bijkomstigheid -voor de moeder- van de baby dicht tegen je lijf aanhouden is dat de registratie helemaal volautomatisch gaat. Je lichaam registreert met alle zintuigen wat baby doet, hoe hij zich voelt, of hij eten of warmte of verkoeling nodig heeft. Het wordt direct opgeslagen op je harde schijf en er worden cross searches gedaan met eerdere registraties, de registraties van je eigen lichaam en allerlei kennisverzamelingen op andere locaties van je harde schijf.
Zo zal een kind groeien, gedijen en zich ontwikkelen zoals het voor hem bedoeld is. En omdat ik, als voormalige obsessieve moeder heel goed begrijp dat je toch een beetje een richtlijn wilt hebben over de normale groei en ontwikkeling van een baby, ga ik daar in meerdere artikelen op in.
[…] Bijhouden (2017) […]
[…] te zeggen obsessief, bijhield wanneer, hoe vaak en hoe lang haar kindje dronk, huilde en sliep. Bijhouden […]