De eerste week van Augustus (1-7 augustus) is traditioneel de World Breastfeeding week. In Nederland, en enkele andere Europese landen, wordt WBW meestal gevierd in week 40 (borstvoeding begint na 40 weken zwangerschap, min of meer). In Amerika (waar WBW oorspronkelijk vandaan kwam) wordt de zomer gezien als de beste tijd voor ”awareness” campagnes, bij ons is het komkommertijd: iedereen staat in een lagere versnelling of op het warmhoudpitje. Bij ons is juist week 40, na de zomer en aan het begin van het nieuwe seizoen voor onderwijs en cultuur, een betere tijd. Links om of rechtsom, ik doe het gewoon allebei.
Het thema dit jaar is
Borstvoeding beschermen: een gedeelde verantwoordelijkheid
En die gedeelde verantwoordelijkheid ligt dan bij alle mensen en instanties rondom het zwangere gezin en het pasgeboren gezin, zeg maar, en dat zijn er nogal wat. Laten we beginnen met de huisarts, in Nederland de basis van de gezondheidszorg. Daarna in chronologische volgorde de verloskundige en gynaecoloog, de assistenten en verpleegkundigen op de polikliniek en de assistente in de verloskundige praktijk, de verloskundige, gynaecoloog, verpleegkundigen en assistenten rondom de baring en eventueel ziekenhuisverblijf, de verloskundige en kraamverzorgende in het kraambed en de artsen en verpleegkundigen van het consultatiebureau. Dat zijn allemaal mensen die in hun opleiding al degelijk geïnformeerd zouden moeten worden over de anatomie en fysiologie van de lactatie en in het begeleiden bij borstvoeding.
Daarnaast moet ook gewerkt worden aan de attitude van al die zorgverleners en zorg-assistenten. Want om borstvoeding te beschermen is er een bepaalde attitude nodig, een overtuiging dat borstvoeding het waard is om beschermd te worden. De huidige attitude bij veel zorgverleners is dat het heel goed is als moeders kiezen om borstvoeding te geven, maar dat het niet erg is als dat niet lukt of als ze kiezen voor kunstvoeding. Ze moeten zich er ook van bewust zijn dat het beschermen van borstvoeding niet alleen betekent dat ze moeders aanmoedigen om borstvoeding te geven, maar dat ze ook voldoende kennis en kunde hebben om die keuze waar te kunnen maken, ook als er problemen komen. Als ze dat niet kunnen, als er op een borstvoeding vraag meestal een kunstvoeding antwoord komt, dan zijn het papieren tijgers die hun beloften niet waarmaken.
Maar er zijn er meer om gezinnen heen die de gedeelde verantwoordelijkheid kunnen nemen. Bijvoorbeeld werkgevers en co-werkers die het werkneemsters die borstvoeding geven soms moeilijk maken. Er wordt vaak nog met een scheef oog gekeken naar ”al die extra pauzes” die voeden moeders mogen nemen. Werkgevers proberen werkneemsters soms wijs te maken dat het in hun bedrijf of met hun soort werk niet mogelijk is om een paar keer per dag te werkplek te verlaten. Ik denk aan onderwijs en zorg, met name.
En ook de kinderopvang kan borstvoeding actief beschermen. Er zijn pedagogisch medewerkers, die het eigenlijk maar een vies idee vinden om een fles moedermelk te geven. Er worden door de beleidsmakers ridicule regels voorgeschreven over het bewaren van moedermelk en het voedingsritme is totaal niet afgestemd op het ritme van het kind zelf. De manier waarop de flessen worden gegeven, kan ervoor zorgen dat het kind de borst niet meer zo makkelijk neemt. en veel moeders is het niet toegestaan om hun kind te voeden in de ruimtes van de opvang zelf. Want dan zouden de anderen kinderen dat wel eens kunnen zien.
En dat brengt mij tot misschien wel het belangrijkste in de gedeelde verantwoordelijkheid voor het beschermen van borstvoeding: de maatschappij. De beste bescherming van borstvoeding is het normaliseren van borstvoeding. Normaliseren doe je door overal in de openbare ruimte kinderen aan de borst te zien: op straat, in de horeca, op school en in de kinderopvang, zelfs op het werk (zie de afbeelding van de vrouw die een mandje zit te weven op een markt). Borstvoeding is pas volledig genormaliseerd als vrouwen overal waar ze zijn hun kind de borst geven en dat het niemand meer opvalt. Als anderen kinderen er niet bij weg worden gehouden. Als bij projecten over ”de baby” in het basisonderwijs over borstvoeding wordt gesproken en niet over flessen en kunstvoeding. Als in het middelbaar onderwijs borstvoeding ter sprake komt bij gezondheidsleer als logische vervolg op vruchtbaarheid, conceptie, zwangerschap en baring (zaken die sowieso meer ter sprake mogen komen). Als het scheiden van moeder en kind niet een automatisme zou zijn bij zowat alles wat een vrouw doet.
Borstvoeding beschermen: een gedeelde verantwoordelijkheid van de hele maatschappij
Hieronder de internationale hashtags rondom WBW 2021
#WBW2021 #WABA #ProtectBreastfeeding #SharedResponsibility #breastfeeding #SDGs #worldbreastfeedingweek2021 #ProtectBreastfeedingaSharedResponsibility #protectbreastfeedingtogether #buildingbackbetter #warmchain4breastfeeding #breastfeeding4publichealth