Geplaatst op Geef een reactie

Vroeg

Onderzoek dat werd gepubliceerd in Pediatrics, op een meer voor iedereen leesbare versie besproken door CNN’s blog The Chart, en in een goed leesbare en wat correctere versie door de Australian Breastfeeding Association, gaf verontrustende cijfers over het tijdstip van introductie van ander voedsel dan melk in de Verenigde Staten.

Prevalence and Reasons for Introducing Infants Early to Solid Foods: Variations by Milk Feeding Type | Pediatrics. Too-early solid food could lead to problems for babies – The Chart – CNN.com Blogs.
Breastfeeding and the risk of infections in 6-year-old children | Australian Breastfeeding Association.

Maar liefst 40% van de moeders in de onderzochte groep gaf de eerste andere voeding rond vier maanden. Onder de meest genoemde redenen om al zo vroeg te beginnen werden uiteraard genoemd dat het kindje er aan toe leek, te weinig sliep of erg hongerig leek te zijn, maar vooral ook omdat de zorgverlener dat had aangeraden. De onderzoekers denken dat de ouders mogelijk de advisering van de zorgverlener fout interpreteren, omdat zij ervan uit gaan dat alle zorgverleners streven naar zes maanden exclusief borstvoeding. Ze stellen wel dat ouders die kunstvoeding geven mogelijk inderdaad sneller door artsen wordt aangeraden ander voedsel erbij te geven, met andere woorden dat het bij hen geen foute interpretatie is. Persoonlijk denk ik dat verre van alle zorgverleners actief streven naar zes maanden exclusief borstvoeding.

grafiek1Deze grafiek op basis van de cijfers van het onderzoek laat zien hoe lang ouders die respectievelijk exclusief borstvoeding geven, uitsluitend kunstvoeding geven, en borst- en kunstvoeding combineren, wachten met het geven van bijvoeding. In alle groepen is vier maanden de top, maar voor die tijd zijn het meer ouders die gecombineerde voeding of kunstvoeding geven en na de vier maanden zijn het meer de ouders die volledig borstvoeding geven.

grafiek2De onderzoekers geven zelf aan dat hun cijfers mogelijk nog geflatteerd zijn, omdat de respondenten van hun onderzoek voornamelijk behoren tot de niet heel jonge, witte, midden tot hoog opgeleide middenklasse, die statistisch gezien al meer geneigd is überhaupt borstvoeding te geven, dit meer exclusief te doen en er langer mee door te gaan, dan moeders met een lagere opleiding en uit andere etnische groepen. In bovenstaande grafiek is de groep van moeders die vroeg beginnen met ander voedsel in oranje weergegeven, de hele onderzoeksgroep in blauw. Waarschijnlijk liggen dus de cijfers van moeders die vroeger beginnen met ander voedsel aanbieden nog ongunstiger in de hele bevolking. Vermoedelijk mogen we de cijfers min of meer gelijk van toepassing achten in Nederland en België.

prevalence-of-infection

De bespreking door de Australian Breastfeeding Association gaat meer in op de consequenties van de vroege introductie van ander voedsel naast borstvoeding. Want, niettegenstaande de pogingen van diverse kanten om de richtlijnen voor de start met ander voedsel al ruim voor de zes maanden te plaatsen, de richtlijnen van bijvoorbeeld de WHO en de Amerikaanse kinderartsen organisatie (AAP) luiden nog onverminderd: zes maanden uitsluitend borstvoeding en dan borstvoeding naast geschikt ander voedsel tot minimaal een jaar (AAP), respectievelijk minimaal twee jaar (WHO). Het onderzoek gaf duidelijk aan dat hoe langer kinderen exclusief borstvoeding krijgen, hoe minder vaak ze op de leeftijd van zes jaar bepaalde infecties doormaken. De correlatie is niet voor elke soort infectie even sterk, en lijkt bij verkoudheden eerder omgekeerd evenredig te zijn. Met name bij infectie van de oren, de sinussen en de keel is de correlatie wel heel sterk. Volgens de bespreking door de ABA is het voor de hand liggend dat de grotere thymus bij kinderen die uitsluitend borstvoeding krijgen hierbij een grote rol speelt. Kinderen die geen of weinig borstvoeding krijgen hebben een veel minder ontwikkelde thymus en daardoor een zwakker afweersysteem. Borstvoeding biedt dus op korte termijn directe bescherming tegen allerlei infecties, maar ook op lange termijn door het zorgen voor een grote en goed functionerende thymus die het eigen afweersysteem opbouwt.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.