Borstvoeding, het proces, en moedermelk, het product, beschermen het kind op allerlei manieren tegen allerlei ziekteverwekkers, zelfs de ziekteverwekkers waarmee hun moeder als kind in aanraking kwam.
Geïnspireerd door:
Milk remembers: Immune factors in milk “remember” childhood environments via Anthrolactology, waar antropologie en lactatie worden gecombineerd. De stukken op deze site zijn goed doorwrocht en op basis van onafhankelijk literatuuronderzoek geschreven.
Het blog waarop ik dit stuk baseer bespreekt onderzoek naar antistoffen in moedermelk. De beschermende rol van borstvoeding is voorafgegaan aan de voedende rol. Daarover schreef ik eerder dit:
Borstvoeding wordt verondersteld te zijn ontwikkeld uit zweetklieren die beschermende stoffen afscheidden voor het pasgeboren jong van zoogdieren. In de baarmoeder wordt het jong beschermd door de moeder, in de periode na de geboorte ontwikkelt zich het eigen immuunsysteem. De eerste periode na de geboorte is een omschakelingsperiode, waarin alle organen en systemen van het jong onafhankelijk moeten gaan functioneren. Dat is een heel kwetsbare periode. De afscheiding van beschermende stoffen die het jong kon oplikken ontwikkelde zich als overgangsregeling. Al doende kwamen er in die afscheiding ook voedende bestanddelen. De uitgangen en de aangepaste zweetklieren zelf ontwikkelende zich tot een nieuw soort klieren met een heel nieuw uiterlijk. Bij het zoogdier mens werd dit de borst. Bij colostrum zie je die primaire beschermende functie nog heel sterk, dat bestaat voor het grootste deel uit verschillende soorten beschermende stoffen. Het aandeel bescherming loopt terug als de rijpe melk komt, maar blijft in de gehele lactatieperiode belangrijk. Hoe verder uiteindelijk de hoeveelheid melk terugloop als het kind ouder wordt, hoe belangrijker het aandeel bescherming weer wordt.
Meer over de beschermende rol van moedermelk en borstvoeding beschreef ik in Over gasten, hemden en rokken.
Het blog waarover ik het verder ga hebben vertelt niet zozeer over dát moedermelk beschermt, maar over hóé moedermelk dat dan doet, waar die bescherming vandaan komt, of kan komen.
Men ging, en gaat voornamelijk nog steeds, ervan uit dat de samenstelling van de specifieke beschermende stoffen in moedermelk het resultaat zijn van een min of meer recente blootstelling aan het betreffende pathogeen door de moeder en/of het kind. De antistoffen worden gemaakt op basis van die kolonisatie en in de melk aan het kind gegeven te bescherming. Onderzoeken in het VK en in Zweden lijken nu te duiden op een geheugen van antistoffen, waardoor het borstdrinkende kind een soort lexicon van mogelijke pathogenen ter beschikking heeft. Deze onderzoeken lieten zien dat de melk van moeders die als kind bloot stonden aan bepaalde bacteriën de antistoffen daarvoor in hun melk hebben, ook als ze nu niet meer aan deze pathogenen blootstaan. De onderzoeksgroepen waren vrouwen in Bangladesh, respectievelijk Mali, vrouwen die geboren waren in Zuid Azië, resp. Afrika en later migreerden naar Engeland, resp Zweden, en vrouwen die waren geboren en getogen in Engeland resp. Zweden. Er werd gezocht naar specifieke antistoffen in de melk van de moeders. Vrouwen die nu nog in Azië en Afrika woonden hadden de meeste van deze antistoffen en vrouwen geboren en getogen in Noordwest Europa de minste. Vrouwen die waren geëmigreerd hadden er minder van dan hun zusters in de landen van oorsprong, maar zeer beduidend meer dan de geboren westerse vrouwen. Verder onderzoek toonde ook aan dat de geëmigreerde vrouwen in hun huidige omgeving niet bloot stonden aan meer van de bacteriën dan de van oorsprong westerse vrouwen.
Wat betekent dit? Het betekent om te beginnen dat borstvoeding en moedermelk nog veel complexer zijn dan we al dachten en nog veel meer superieur aan welke vorm van vervanging dan ook. Beter gezegd: het wordt steeds duidelijker dat er geen enkele vorm van vervanging ooit zal kunnen tippen aan het hele proces van borstvoeding en het product moedermelk. Elke infectie waaraan een moeder ooit in haar leven heeft blootgestaan zal haar kind een extra model geven voor het maken van zijn eigen antistoffen.
Het plaatst ook een nieuw perspectief in de vaccinatie discussie. We wisten namelijk al dat moeders die zelf kinderziektes hebben doorgemaakt hun kind daar via de placenta en via hun melk beschermen. Dit geldt alleen voor ziektes waaraan zij zelf hebben blootgestaan, niet als zij er tegen gevaccineerd waren. Dit toont mijns inziens aan dat immuniteit door vaccinatie niet gelijkwaardig is aan immuniteit door het zelf doorstaan van een infectie. Dit is misschien reden om je af te vragen of het en masse vaccineren met allerlei soorten ziekten echt wel zo’n goed idee is.
En nee, ik ga hier niet de welles-nietus vaccinatie discussie aan. Ik ben niet voor vaccinatie, maar zeker ook niet pertinent tegen. Er is een gebruik voor elk gereedschap. Ik wil wel oproepen om eens kritisch te kijken naar de manier waarop wordt gevaccineerd (via de bloedbaan in plaats van via de luchtwegen zoals de meeste infecties), met cocktails van meerdere ziektes die je in natuurlijke omstandigheden nooit allemaal tegelijk over je heen zou krijgen, en voor een aantal ziektes die ”van nature” helemaal niet zo extreem gevaarlijk zijn als in de propaganda wordt voorgesteld, en op een leeftijd dat je eigenlijk nog door de antistoffen van je moeder zou moeten worden beschermd.
[…] en afweerstoffen, waaronder heel aantal heel specifieke bij het gezin horende stoffen (zie Melkgeheugen). Donormelk wordt vrijwel altijd gepoold (melk van verschillende donoren wordt gemengd) en […]