Geplaatst op 1 reactie

Meer van hetzelfde

Het blog Anders, maar toch hetzelfde trok ongelooflijk veel lezers, meer nog dan dat over de borsten van Doutzen. Wie had dat toch gedacht dat ik over kunst- en flesvoeding moet schrijven om zo veel lezers te vangen. Wel, u vraagt wij draaien: dat trucje kan ik nog eens doen, in een andere variatie. Want er is zoveel te vertellen over de verschillen en overeenkomsten van moeder en poeder, borst en fles.

Deze keer wil ik het dan hebben over de manier van zorgen en omgaan met het kind. Vaak wordt gedacht dat kinderen die kunstvoeding krijgen en kinderen die borstvoeding krijgen op andere manier moeten worden benaderd. Ik hoor vaak mensen refereren naar dingen als ”Ja, maar dat is de kunstvoeding manier, bij borstvoeding is dat anders.” Of omgekeerd, natuurlijk. Maar, zoals ik in het vorige blog ver dit thema al schreef: baby’s en wat zij nodig hebben veranderen niet doordat ze een ander soort voeding krijgen of hun voeding op een andere manier binnen krijgen. Mensen zijn zoogdieren van een bepaalde groep, namelijk de dragers. De andere groepen in deze indeling zijn de verstoppers en de volgers. Laat me uitleggen wat daarmee wordt bedoeld.

Handoutuitdagendnormaal

Verstoppers worden ook wel nestblijvers genoemd. Verstoppers verbergen hun in de eerste tijd zeer hulpeloze jongen namelijk in een hol of een nest. Moeder komt op gezette tijden om te voeden (sommige soorten elke paar uur, andere één keer per dag of eens per meerdere dagen) en de rest van de tijd is zij op pad om voedsel te vinden. Het moment om te voeden wordt door de moeder bepaald en de jongen houden zich tussen de voedingstijden door stil om geen roofdieren aan te trekken. Hun melk is meestal relatief vet (vetter naarmate er minder vaak wordt gevoed) en bevat relatief weinig water. De melk moet geconcentreerd zijn om lange perioden zonder voeding te kunnen overbruggen.

Volgers zijn meestal kuddedieren. De jongen staan binnen een uur na de geboorte op hun poten en kunnen met de kudde mee rennen als dat nodig is. De jongen nemen het initiatief om zich te voeden en dat resulteert in frequente korte voedingen, omdat moeder ondertussen doorgaat met haar eigen ding te doen. De melk is meestal veel minder vet dan die van verstoppers en ze bevat veel meer water. Daarnaast zit er meestal ook een flinke hoeveelheid kalk en eiwitten in, om te zorgen voor snelle groei van botten en spieren.

De dragers krijgen vrij hulpeloze jongen, die zich in de eerste periode (ongeveer tot ze in staat zijn zichzelf voort te bewegen) aan hun moeder vastklemmen of door hun moeder worden gedragen. Meestal kunnen de jongen zelf aangeven dat ze voeding nodig hebben of ze zijn zo dicht bij de voedselbron dat ze zichzelf kunnen voeden wanneer ze dat nodig hebben. De melk van deze zoogdiersoorten is meestal aan de magere kant, maar zoete kant, met veel water. Ze bevat relatief weinig eiwitten en kalk, want de jongen hoeven niet extreem snel een heel sterk skelet te laten groeien en heel sterke spieren te ontwikkelen.

Het zoogdier mens hoort bij die laatste groep: onze kinderen zijn hulpeloos bij de geboorte en de melk die mensenmoeders maken lijkt sterk op die van andere dragers. Onze kinderen hebben ook nog de sterke reflexen die nodig zijn om zich aan onze vacht vast te klemmen. O, wacht, vacht. Die hebben wij dus niet meer, ook al probeerde een paar van mijn kinderen mijn lange haren of mijn oorbellen daarvoor te gebruiken. Wij moeten onze kinderen dus meer hulp geven om ze te dragen dan andere dragende zoogdieren. Maar door de eeuwen heen zijn wij ons gaan gedragen als verstoppers: we leggen onze kinderen in een nest of hol, in de vorm van een babybedje al dan niet in een aparte kamer, of in een rijdend bedje, de kinderwagen of een autostoeltje. Dan verwachten we dat ze daarin na een voeding een paar uur rustig zullen blijven en slapen. Maar, omdat ze geen verstoppers-kinderen zijn, gebeurt dat vaker niet dan wel of pas na een gedegen trainingsperiode. Mensenkinderen zijn dragerskinderen en zij groeien en gedijen het beste wanneer ze het grootste deel van de tijd worden gedragen. Dit is onafhankelijk van de soort melk ze krijgen of van de manier waarop ze die melk krijgen. Als echte dragerskinderen groeien en gedijen zij ook het beste als zij hun voeding in veelvuldige kleine beetjes krijgen. Ook weer onafhankelijk van de soort melk en de soort toediening.

therflesKinderen die geen borstvoeding krijgen, krijgen in plaats daarvan meestal geen melk van andere dragers, zoals ander mensenmoeders of andere dragerssoortenmoeders, maar van volgers. De melk van volgers heeft een aantal overeenkomsten met die van dragers (relatief weinig vet en veel water), maar ook grote verschillen (veel kalk en veel eiwitten). Dat maakt die melk in onbewerkte vorm ongeschikt voor dragerskindjes. Dus moeten die eiwitten verminderd worden en vervangen door eiwitten die en ander soort groei bevorderen, het moet verdund worden om het mineralen gehalte te verminderen, maar van sommige vitaminen en mineralen moet er dan weer wat extra in. De fabrikanten zijn er nog niet helemaal achter en sommige dingen kunnen niet in of uit de melk gehaald worden, maar ze doen hun best. de vervangende melk van nu is al eens tuk geschikter dan die van een kwart of een halve eeuw geleden. Maar welke melk dan ook, en via welke manier gegeven: dragerskindje hebben vaak, heel vaak, een klein beetje eten nodig.

Samenvattend geldt dus voor alle mensenbaby’s welke melk ze ook krijgen en op welke manier ook ze die melk krijgen, de volgende regels:

  • Baby’s horen in (vrijwel) voortdurend lichaamscontact te zijn met een ander mens, liefst een primaire verzorger (we zijn dragers, geen volgers of verstoppers)
  • Baby’s horen nooit alleen te zijn en stil te blijven wachten op de volgende voeding (we zijn dragers, geen veerstoppers, en zelf meelopen als een volger kunnen ze nog niet)
  • Baby’s horen heel vaak te eten, want de melk is waterig en niet geconcentreerd genoeg om er erg lang mee te doen, zoals bij verstoppers)
  • Baby’s horen kleine beetjes te eten (want hun maag is een dragersmaag, die vaak kleine beetjes waterige melk het beste kan verwerken)

1 gedachte over “Meer van hetzelfde

  1. […] blogs (deze en deze) over kunst- en flesvoeding die recordaantallen bezoekers trekken op een borstvoedingsblog. Nee, ik […]

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.