Bij borstvoeding denken de meeste mensen aan hemelse plaatjes van stralende moeders en kleine baby’s. Beelden van moeders die er minder stralend uitzien of met kinderen voorbij de allerprilste eerste weken worden in onze maatschappij met minder enthousiasme begroet. Toch is de biologische norm voor borstvoeding voor onze soort ergens tussen 2,5 en 5-6-7 jaar.
Ondanks die biologische norm is de culturele norm een heel stuk korter. Vanaf een half jaar beginnen we te praten over lang borstvoeding geven en na twee jaar vindt ”men” het extreem worden, dan beginnen de freakshows. In het Engels heeft men het na een half jaar of een jaar over ”extended breastfeeding” ofwel ”verlengde borstvoeding”. Betere benamingen zouden uitgaan van de kortere dan biologisch bedoelde borstvoeding voor alles wat minder dan een jaar of twee is. Lees meer over die biologisch bedoelde borstvoeding duur in De duur van de borstvoeding periode.
Het aspect freakshow wordt duidelijk in artikelen als ”12 Dangers Of Breastfeeding For Too Long Most Moms Don’t Know About” (zie literatuur blokje onderaan). Met ”te lang” wordt dan bedoeld meer dan 2 jaar. En wat is er dan zo gevaarlijk? Nou, heel wat dingen waar wij inderdaad niet aan gedacht zouden hebben. En die bij nader inzien ook niet kloppen. We zullen er wat de revue laten passeren.
”Kan onvruchtbaarheid veroorzaken”.
Ja, inderdaad zijn vrouwen in de periode van volledige borstvoeding verminderd vruchtbaar en vrouwen die na die periode vaak blijven voeden, ook in de nacht, en vaak bij hun kind zijn, blijven vaak verminderd vruchtbaar. Dit is geen nadeel, maar een ingebouwde bescherming tegen te snel na elkaar zwanger worden. Het vrouwenlijf is er niet op gebouwd om elk jaar een kind af te leveren en dat ook nog eens een paar jaar te onderhouden. Die heel grote gezinnen (meestal van streng christelijke of katholieke huize) met meer dan 10 kinderen waren niet natuurlijk en zeker niet de wil van degene of datgene wat ons mensen maakte.
Borstvoeding geven voor de daarvoor bestemde tijd biedt bescherming tegen te vroege nieuwe zwangerschappen. Let wel: deze bescherming is niet waterdicht.
”Borstvoeding kan pijnlijk worden”.
Ja, natuurlijk kan dat, als er niet op de goede manier wordt gedronken. Borstvoeding geven hoort geen pijn te doen en pijn is geen inherente eigenschap van borstvoeding. Moeders die goede voorlichting en begeleiding krijgen kunnen pijnloos voeden. Het kan soms meer moeite kosten als er complexe problemen zijn, maar pijn is geen ”nadeel van borstvoeding”, ook niet na een jaar of na twee jaar. Sommige kinderen verliezen soms hun vaardigheid als ze groter worden maar dat kan weer worden opgelost.
”Moeder verliest haar vrijheid”,
want is het idee, als kinderen ”eindelijk” ”echt” eten kunnen eten kan moeder haar huishouden doen terwijl de kinderen aan tafel zitten om te eten. Jeej! vrijheid om je huishouden te doen. Kinderen die zelfstandig eten horen overigens altijd onder toezicht te zijn, zeker tot ze een jaar of vier zijn.
”Het is lastiger om kinderen van de borst af en aan het vaste voedsel te krijgen als ze lang borst krijgen.”
Je kan het er aan de oren bijtrekken als je argumenten zoekt, maar deze is echt van het kaliber mega bull shit. Kinderen beginnen met wennen aan en experimenteren met vast voedsel vanaf een maand of zes en ze hebben vervolgens nog jarenlang de tijd om eerst de balans van primair melkvoeding naar primair vast voedsel te maken en vervolgens de borstvoeding helemaal af te bouwen. Bij de een gaat dat proces wat sneller dan bij de ander, maar zolang er nog volop moedermelk beschikbaar is, hoeft dat proces niet versneld te worden. Ook niet als ze al ”veilig gewone melk en kipnuggets kunnen eten”. Geen commentaar op die laatste uiting, te erg voor woorden.
”Kinderen kunnen ondervoed raken”.
Onderzoeken waarop dit naar zeggen is gebaseerd hebben het over minder gewichtstoename en dat is per definitie niet hetzelfde als ondervoeding. Daarnaast claimt men dat moedermelk niet meer kan voldoen aan de nutritieve behoeften. Dit is een pertinente onwaarheid. Moedermelk is het meest complete voedsel en ook een volwassen mens zou er gezond op kunnen leven. Gesteld dat er voldoende van kan worden gedronken. De afbeelding hiernaast geeft van enkele bestanddelen in moedermelk aan wat een halve liter per dag ervan biedt na de eerste verjaardag.
De claim ”kan lage energie inname veroorzaken” is natuurlijk op dezelfde basis dezelfde onzin. Moedermelk heeft een minimale calorische waarde van rond de 70 cal per 100 ml. Dit kan, afhankelijk van de vetwaarde oplopen tot 80 of 90. Naarmate het kind ouder wordt, wordt de calorische waarde van moedermelk nog hoger door een toename van het vetpercentage. Ter vergelijking: broccoli 29 per 100 gram, bruin brood 256 per 100 gram (dat zijn 3 grote boterhammen), havermoutpap 76 per 100 gram.
Deze twee getuigen van een totale onwetendheid over de kinderlijke ontwikkeling: ”Kinderen blijven langer afhankelijk” en ”kinderen kunnen niet zichzelf troosten”. Meerdere onderzoeken tonen aan dat hoe meer kinderen krijgen wat ze nodig hebben, wanneer ze het nodig hebben en zo lang ze het nodig hebben uiteindelijk opgroeien tot meer zelfstandige mensen, vol zelfvertrouwen. En kleine kinderen kunnen geen van allen zichzelf troosten, ze zijn afhankelijk van co-regulatie. Kinderen die geen toegang hebben tot co-regulatie leren uiteindelijk overlevingstechnieken, maar zullen hun leven lang last houden van bijvoorbeeld slechte stressbestendigheid en het aangaan en onderhouden van relaties.
Dan hebben we nog ”Kan leiden tot moeilijke vragen over lichaamsdelen”, ”de maatschappij accepteert het niet altijd”, ”ze raken te veel gehecht” en ”als ze erom kunnen vragen hebben ze het niet meer nodig”. Moet ik hier echt op in gaan? Wie er een probleem mee heeft om een borst een borst te noemen had wellicht niet aan kinderen moeten beginnen; te veel gehecht bestaat niet, net zomin als verwennen met liefde; en die maatschappelijke acceptatie is geen borstvoeding probleem, maar een maatschappelijk probleem. En als je erom kunt vragen heb je het niet meer nodig? Nou, vraag je levensmaatje dan ook maar nooit meer om een knuffel, want als je erom kan vragen heb je het niet meer nodig.
Het is om compleet moedeloos van te worden, al die idiote bakerpraatjes. De enige reden om geen borstvoeding te geven is als jij en/of je kind het geen goed idee meer vinden. Er zijn allerlei redenen om wel borstvoeding te geven voor de periode die daarvoor in onze biologische blauwdruk staat. Ten eerste natuurlijk omdat dat zo bedoeld is. Elke zoogdiersoort geeft de borst voor een periode die voor die soort zo is bedoeld. Daar zijn allerlei redenen voor, die voornamelijk te maken hebben met gezondheid en overleven. KellyMom (zie onder) geeft argumenten op het punt van voeding, gezondheid van moeder en kind, intellectuele ontwikkeling, sociale en mentale ontwikkeling, en de benadrukking dat het normaal is. (Lees hier verder over natuurlijk, normaal en gewoon.) Ander onderzoek, door Karleen Gribble (zie onder) pakt het eens heel anders aan en gaat uit van de visie van de borstdrinkende kinderen. Kinderen die al konden praten en borstvoeding kregen werden ondervraagd door deze onderzoekster over wat zij wisten over borstvoeding en wat zij ervan vonden. Wel, die kinderen vonden er niets vreemds aan, vonden het leuk om te doen en de melk erg lekker: ”net zo goed als chocola” en ”beter dan ijs”.
Tussen de bedrijven door
Borstvoeding geven na een half jaar, na een jaar, na twee jaar, … is wel anders dan in het eerste halfjaar. In het eerste halfjaar is borstvoeding de enige voeding plus troost, bescherming en koestering. Na het eerste halfjaar is het dat ook nog allemaal, maar gaandeweg gaat de nadruk af van het voedingsaspect en verschuift die nadruk naar koestering en bescherming. De technieken en routines veranderen ook. Naarmate de mond groter wordt en de indeling van de mond verandert kan het gebeuren dat het kind nu en dan even opnieuw aan zijn technieken moet werken, omdat hij anders zijn moeder pijn gaat doen.
De routine kan ook geregeld veranderen. Er komen periodes van weinig interesse, van doorslapen in de nacht en bijna ermee stoppen en er zijn periodes van vaker aan de borst dan een pasgeboren baby, weer 3-4-5 keer in de nacht en hysterisch als het een keer niet uitkomt bij mama. De enige regel die blijft is: net als je denkt dat je weet hoe het werkt, wordt het hele schema weer omgegooid. Zo houden we mama scherp 😉
Om deze periode door te komen is het een goed idee voor moeders om al in de eerste maanden te leren om borstvoeding tussen de bedrijven door te doen. In het begin, als jullie allebei nog aan het leren zijn is borstvoeding geven een heel ritueel. Je installeert je zelf, zorgt voor de juiste positionering, drinken bij de hand, kussens, voetenbankje niet vergeten, extra aandacht voor de aanhap en zorgen dat er door gedronken wordt (dat laatste is eigenlijk niet nodig, maar veel moeders vinden het belangrijk). Als dat allemaal goed loopt en goed is ingeoefend, dan kun je beginnen met ook in andere houdingen te voeden, zomaar ergens tussendoor, op een rechte stoel of staand of terwijl je met je andere hand de billen van grote brus afveegt. Of in de draagdoek. Of in de supermarkt als het winkelen te lang gaat duren voor je baby. Oefen in multitasking en doe van alles terwijl je voedt: lezen, voorlezen, stofzuigen, de was in de machine stoppen, zelf eten of koffiedrinken. En meerdere keren per dag installeer je je als vanouds voor een rustige voeding voor het slapengaan bijvoorbeeld. Als je meerdere kinderen hebt is het zelfs essentieel om dit al te oefenen als je baby nog klein is. Het is erg moeilijk voor de peuter om -tig keer per dag lief zelf te spelen terwijl mama de baby moet voeden. Het is ook veel gezelliger om bij elkaar te zijn en samen dingen te doen.
En, tot slot, maar last but not least: zorg voor een clan, een groep andere ouders om je heen met kinderen in dezelfde (of soort van dezelfde) situatie als jij. Om te praten, te sparren, te klagen en te genieten. Ouderschap bij mensen is niet bedoeld als eenzame bezigheid, maar als sociaal gebeuren.
Bronnen
Gribble K D: ‘As good as chocolate’ and ‘better than ice cream’: how toddler, and older, breastfeeders experience breastfeeding. 2009. Early Child Development and Care. https://doi.org/10.1080/03004430701764176
In Het Nieuwe Borstvoeding Boek (Kleintjes en van Veldhuizen) staat ook een heel hoofdstuk over het oudere kind aan de borst:
[…] Borstvoeding na het eerste halfjaar […]