Borstvoeding geven is het voeden van een kind aan de borst. Borstvoeding nemen is het zich aan de borst voeden van een kind. De melk die het kind, direct uit die borst of als afgekolfde melk, drinkt heet moedermelk. Een vrouw die al haar melk afkolft en haar kind met die afgekolfde melk voedt lacteert (zij produceert melk) en zij geeft moedermelkvoeding. En zij is een geweldige moeder, die alles doet wat in haar vermogen ligt om voor haar kind te doen wat het beste is wat zij kan doen.
Artikelen en blogs over afkolven en moedermelk vind je in de categorieën melkproductie en moedermelk (en hier over terminologie, woordgebruik)
Moedermelk die wordt gemaakt voor een kind dat aan de borst drinkt wordt voortdurend aangepast aan de behoefte van dat kind op dat moment. Bij volledig kolven (wanneer je dus je kind niet aan de bost voedt, maar altijd met afgekolfde melk) is er ook aanpassing, maar net even minder.
Dat gezegd zijnde is menselijke melk van welke leeftijd ook en hoe ook verkregen altijd geschikte voeding voor elk mensenkind.
Als je kijkt naar wat de eerste keus is, dan is dat moedermelk direct aan de borst en op verzoek. De volgende keus is vers gekolfde melk die niet is bewaard en geen warmte verandering heeft ondergaan. Dat wil dus zeggen dat je kolft wat je baby waarschijnlijk nodig heeft en dat direct geeft. Derde optie is melk die eerder werd gekolfd en op kamertemperatuur werd bewaard en niet verwarmd voor het voeden. Met andere woorden hoe verser de melk en hoe minder temperatuur veranderingen, hoe meer voorkeur die keuze heeft. Daaruit volgt dus dat je de meest verse en minst bewerkte melk altijd eerst geeft. De oudste en/of meest bewerkte melk bewaar je voor als er verder geen betere keuzes meer zijn.
Vers afgekolfde melk van een andere moeder zou wel eens een betere keus kunnen zijn dan eigen afgekolfde, maar lang ingevroren, melk. Hoe dichter moeder en donormoeder in elkaars buurt leven, hoe waarschijnlijker die optie is.
Maar, welke melk je ook kiest, vers of oud, eigen of van een andere moeder: menselijke melk heeft altijd de voorkeur boven elke andere soort melk.
Waarin zitten dan die verschillen in aanpassing tussen direct aan de borst drinken en alles afkolven?
Voor een deel zit dat in de tijd van kolven en de hoeveelheid die wordt gekolfd. Het aanbod van melk wordt afgestemd op de vraag. De vraag door de baby wordt bepaald door zijn behoefte op dat moment en door de manier waarop hij drinkt. Dit bepaalt bijvoorbeeld de sterkte van de melkstroom en de doorstroomsnelheid. Dus hoeveel melk hij in een bepaalde tijdsduur van de borst vraagt.
Een borstdrinkend kind kan dit variëren door de manier waarop hij drinkt, of en hoe lang en hoe vaak hij pauzeert, enzovoorts. en hij kan dit bij elke voeding anders variëren; de ene keer met krachtige slokken in vijf minuten de borst legen en de ander keer een soort diner dansant, met dan weer wat slokjes en dan weer even geinen met mama. Bij mechanisch kolven (dat wil zeggen kolven met een kolf) is dit verschil er niet of nauwelijks. Koven met de hand kan makkelijker worden aangepast en gevarieerd door de manier van masseren en druk zetten.
Een flink punt van aanpassing zit hem daarnaast in het voeden op verzoek en niet meer vragen dan voor 1 voeding nodig is. Dat houd in dat je net zo vaak en net zo veel kolft als dat je kind aan de borst zou drinken. Dit zorgt er bijvoorbeeld voor dat er een gunstige vet-suikerverhouding is, die zorgt voor goede spijsvertering en groei.
Een ander belangrijk aspect besprak ik in Kolven beïnvloedt bacteriële samenstelling moedermelk. Een aan de borst drinkend kind koloniseert zijn moeder met alle soorten ziekteverwekkers en zijn mond- en huidmicrobioom en dat zet de melkklieren aan tot het maken van specifieke afweerstoffen in haar melk, direct al bij de volgende voeding. (Lees in Besmettelijke ziekten en infecties hoe borstvoeding zorgt voor bescherming van het kind.) Het darmmicrobioom van een kind wordt beïnvloed door de manier waarop hij werd geboren en van de soort voedsel die hij krijgt in zijn eerste levensfase.
De eerste kolonisatie is door zijn geboortereis via het baringskanaal en vlak langs de anus van zijn moeder en de tweede via het huidcontact tijdens zijn tocht naar de borst en tenslotte via het drinken aan de borst en het eerste colostrum. Een baby die per keizersnede wordt geboren komt als eerste in aanraking met de bacteriën in de ruimte waarin hij wordt geboren en vervolgens met die van het oppervlak waarop hij wordt neergelegd en mogelijk de handen van degene die hem daar controleert en/of verzorgd. Mogelijk wordt hij ook nog ”schoon-”geveegd of gewassen waardoor hij zijn moeder minder kan koloniseren met zijn huidmicrobioom. Pas dan komt hij op de huid en aan de borst van zijn moeder. Afhankelijk van de gebruikte protocollen kan dat meer dan een uur na de geboorte zijn. Tegenwoordig kennen we de ”gentle Sectio”, waarbij het kind via een zo klein mogelijke snede wordt ”gehaald” en zo snel mogelijk huid-op-huid met zijn moeder komt. Soms zelfs wordt er een lapje langs de onderkant van zijn moeder gehaald en wordt dat vervolgens over het pasgeboren gezichtje gehaald. Dit imiteert de kolonisatie via het geboortekanaal en het perineum van de moeder En het zo min mogelijk handelen van het kind, maar direct op de huid van zijn moeder leggen, maken veel goed.
Op eenzelfde manier kun je de kolonisatie van de borst met het microbioom van de baby imiteren door je baby de borst aan te bieden om als troost te gebruiken of om er je afgekolfde melk te geven met een hulpset. Als de baby aan de borst voor jullie absoluut geen optie is, kun je wat spuug van je baby op je tepel te smeren als je gaat kolven. Je kunt ook de binnenkant van het kolfschild ermee insmeren. Veeg met je vinger door de mond van de baby, of laat haar er even lekker op sabbelen) en smeer met die natgesabbelde vinger je tepels en het kolfschild in. Baby’s hebben genoeg spuug om er alles wat je maar wilt mee in te smeren.