Besmettelijke ziekten bij moeder of kind roepen vaak de vraag op of borstvoeding geven (nog wel) veilig is. Als vuistregel kun je er vanuit gaan dat borstvoeding geven de veiligste oplossing is voor het kind. Soms zullen extra maatregelen nodig zijn en in een enkel geval moet borstvoeding (tijdelijk) worden afgeraden.
Zoogdieren zijn dieren die hun jongen voeden met de melk uit hun melkklieren. In die zin is de mens een zoogdier. Die melkklieren zijn ontwikkeld uit aangepaste klieren in de huid (waarschijnlijk apocriene zweetklieren, meestal gelegen rond haarfollikels). In diverse theoriën zouden deze klieren in het begin van deze evolutie vooral beschermende stoffen hebben afgescheiden of al gelijk zowel beschermende als voedende stoffen. In elk geval bevatten in de moderne zoogdieren zowel colostrum als rijpe melk zowel beschermende als voedende stoffen.
[/av_textblock]
Het lacteren is dus evolutionair gezien een belangrijk middel tot bescherming van de zuigeling tegen ziekteverwekkers, waartegen hij zelf nog geen of onvoldoende verweer heeft. Volgens een vooraf vastgesteld rooster wordt het eigen afweersysteem van het kind aangelegd en ontwikkeld. In de eerste fase is het daarbij belangrijk dat het eerste orgaan dat van belang is in die afweer, de darm, niet wordt belast met andere invloeden dan de melk van de eigen moeder, of minimaal van de eigen soort. Vroegtijdige belasting leidt tot verstoorde en mogelijk onvolledige ontwikkeling die tot levenslange problemen met de afweer en met de spijsvertering in de breedste zin kunnen leiden.
De muur, de afvaldienst en de ridders
Het kind wordt geboren met een functioneel afweersysteem, maar het heeft nog zijn beperkingen. De kolonisatie met de vaginale, darm- en huidmicrobiomen van zijn moeder, gevolgd door de eerste slokken colostrum leggen de basis voor een verdere ontwikkeling van dat afweersysteem. Voor het afweersysteem van het kind volledig operabel is en zelfstandig goed kan werken is een proces van meerdere jaren (3 tot 5, afhankelijk van de bron) en in die tijd wordt het zich nog ontwikkelende systeem van het kind ondersteund door borstvoeding en moedermelk (elk op een eigen manier). Borstvoeding en moedermelk werken hierbij op drie manieren: door het opwerpen van een barrière tegen indringers (de chemische en mechanische afweer), de specifieke (de directe afvoer van bekende aanvallers, zowel individuele als groepen of soorten aanvallers) en niet-specifieke (het bevechten van diverse aanvallers) afweer.
De muur
De huid en de slijmvliezen zijn barrières voor indringers (ziekteverwekkers). Dit is een puur mechanische bescherming. Net als vroeger de muur om een kasteel of een stad een eerste mechanische barrière was voor indringers. Deze begrenzingen bevinden zich overal waar indringers proberen binnen te komen: de huid, de luchtwegen, het spijsverteringssysteem van de mond tot en met de anus, en de urinewegen. Moedermelk versterkt en herstelt de muren van het kind die in deze fase van ontwikkeling nog niet helemaal af zijn en kunnen worden beschadigd door bijvoorbeeld andere voeding dan moedermelk. Al deze oppervlakken worden ”bewoond” door een microbioom van allerlei micro-organismen. Deze microbiomen onderhouden een evenwicht waarin ziekteverwekkers zich niet thuis voelen. Dit vormt dan de tweede, de chemische, barrière.
De constante bewegingen van de darm, de vloed van urine en speeksel, en de opwaartse werking van trilhaartjes in de luchtwegen zorgen ervoor dat de meeste ziekteverwekkers weer naar buiten worden gewerkt en niet in de weefsels kunnen binnendringen. Dit is ook één van de redenen dat ook kinderen de uitsluitend borstvoeding krijgen een regelmatige stoelgang moeten hebben en dat het niet normaal is dat zij meerdere dagen tot weken geen stoelgang hebben. Onvoldoende zelfreiniging van de luchtwegen (door bijvoorbeeld hoesten en niezen) en de urinewegen (door regelmatig urineren) leiden tot grotere vatbaarheid voor infecties.
De chemische afweer bestaat voornamelijk uit het behouden van een bepaalde zuurgraad of de uitscheiding van bepaalde vetzuren in het zweet waar pathogenen niet goed tegen kunnen. Bij zuigelingen en jonge kinderen werken deze processen nog niet optimaal en daarbij kunnen dan componenten uit moedermelk behulpzaam zijn. Zowel via de melk als voeding, als ook door het gebruik van moedermelk op mogelijk geïnfecteerde plaatsen.
De afvaldienst
Dit onderdeel is de niet-specifieke bescherming. De vergelijking met de vuilophaaldiensten is dat alles wordt opgeruimd wat eruit ziet als afval of niet-behulpzame organismen. Moedermelk bevat allerlei macrofagen, fagocyten, neutrofielen en andere cellen die de patronen van bepaalde soorten pathogenen herkennen die het kind proberen binnen te drinken. Deze cellen eten de pathogenen op of vernietigen ze of voeren ze af. Moedermelk levert erg veel van deze stoffen zolang het kind die nog in onvoldoende mate zelf maakt. Een flink deel van de vele verschillende soorten ziekteverwekkers worden door deze stoffen herkend en weggevangen, afgevoerd, vernietigd en/of opgegeten. Het is de tweede linie van verdediging na de muur.
De ridders
De ridders zijn de vechters tegen specifieke ziekteverwekkers. In hun linies zijn ook spionnen actief. De spionnen houden in de gaten wat er zoals binnenkomt, leggen er dossiers over aan en geven die door aan de ridders en de vuilnisdienst.
De algemene bescherming tegen indringers als bacteriën, virussen en schimmels zal een groot deel van al die organismen wegvangen. Van de organismen die niet worden weggevangen zal een deel verder in het lichaam indringen en op zoek gaan naar de doelgebieden, bijvoorbeeld de spijsverteringsorganen of de luchtwegen. Als het een organisme is dat al bekend is, zal ook met een flink deel daarvan worden afgerekend. De overblijvende bacteriën en virussen kunnen dan nog en kleine reactie opwekken, maar de ziekte zal dan over het algemeen mild verlopen.
Als tot dan toe onbekende organismen binnendringen, dan zal het kind door aan de borst te drinken zijn moeder hiermee besmetten en in de borst worden dan direct aangepaste antistoffen aangemaakt, die bij de volgende keer drinken aan de borst met de melk meekomen. Het aanmaken van antistoffen op deze manier gaat sneller dan het aanmaken van antistoffen voor de moeder zelf. Over het algemeen is de borstbaby, in een gezin waar een infectie heerst, degene die het minst ziek is. Doorgaan met borstvoeding geven bij ziekte in het gezin is dan ook zeer belangrijk.
Wat er toch nog langs glipt
Er zijn echter infectieziekten waarbij het afweersysteem niet zoals gepland werkt. Virale infecties zijn vaak lastiger dan bacteriële.
Herpes infecties horen daaronder (herpes simplex virus type 1, HSV 1). De melk en het drinken aan de borst op zich zijn niet gevaarlijk, maar als het kind door het drinken aan de borst in direct contact komt met de blaasjes, dan kan dat tot een potentieel gevaarlijke infectie bij het kind leiden.
HIV (humaan immunodeficiëntie virus) wordt niet waarschijnlijk overgedragen via melk, maar wel via bloed. Uitsluitend borstvoeding kan veilig zijn, indien er in het traject bij de moeder (in de borst, denk mastitis of spontane bloedingen, of aan de borst, denk aan kloven) en in het traject bij de baby (mond tot en met anus) geen wonden zijn die kunnen bloeden.
Onbehandelde hepatitis B en C kunnen ook een gevaar zijn voor de baby. Borstvoeding kan worden voortgezet, maar de baby moet goed worden behandeld en nauwgezet gevolgd.
Sommige bacteriële infecties kunnen ook problemen veroorzaken, bijvoorbeeld TBC. Borstvoeding kan worden voortgezet, maar moeder en kind moeten beiden nauwgezet worden behandeld.
Dan zijn er nog de nieuwe ziekteverwekkers die nu en dan de kop opsteken, zoals nu bijvoorbeeld COVID 19. In zijn algemeenheid kun je stellen dat borstvoeding geven de veiligste optie is, eventueel aangevuld met maatregelen om besmetting via de adem of speeksel te vermijden (zoals handschoenen en mondkapjes tijdens de verzorging en heel veel handen wassen).
[…] De beschermende stoffen worden voor een deel ter plekke in de borst aangemaakt, in reactie op pathogenen (ziekmakers) waarmee het kind zijn moeder tijdens het drinken aan de borst besmet. Dit zijn heel specifieke antistoffen. Antistoffen die de moeder al heeft tegen allerlei besmettingen die zij in haar hele leven heeft doorgemaakt, komen ook in haar melk terecht, evenals allerlei andere beschermende stoffen en factoren. (Meer hierover in Besmettelijke ziekten en infecties.) […]