De thema’s strijd en ”voor je eigen bestwil” en ”voor het grotere goed” kwamen in mijn afgelopen dagen op verschillende manieren voorbij. Ze houden ook sterk verband met elkaar. Ik deed mee met een discussie op een internationale Atatchment Parenting groep, las een paar artikelen over geweldloos opvoeden, en over vaccinaties. Ik begin met de Loesje poster hieronder.
”Voor je eigen bestwil” is altijd een argument dat wordt gebruikt om iemand anders over te halen iets te doen wat hij zelf niet wil. Het kan ook by proxy gebruikt worden: je moet als ouder dit of dat doen of laten voor het bestwil van je kind. De discussie op het AP forum ging over of kinderen die met iets begonnen zijn dat hoe dan ook af moeten maken. Het voorbeeld, de discussiestarter, ging over een kind dat een teamsport was gaan beoefenen, maar er achter kwam dat het toch niet was wat hij ervan verwachtte en er mee wilde stoppen. Wat de andere groepsleden daarvan dachten: mocht deze acht à negenjarige midden in het seizoen de club verlaten?
Veel van de antwoorden die werden gegeven hadden ”de bestwil” van het kind voor ogen en toch kwamen er heel verschillende opties voorbij. Sommigen vonden dat het beter voor het kind was als hij werd verplicht het seizoen af te maken. Anders zou hij de rest van zijn leven nooit meer iets af willen maken bij de geringste tegenslag. Er kwam wel wat tegengas, in de zin dat een kind dwingen iets te doen wat hij niet wil niet echt naar de geest noch de letter van AP is. Toen kwam de by proxy-by proxy erbij: het kind moest doorgaan, hij was immers een overeenkomst aangegaan en hij zou het voor de andere teamleden heel erg moeilijk maken als hij er nu mee stopte. Het zou zijn schuld zijn als het team de rest van het seizoen alleen nog maar zou verliezen. Het groter goed dus, de overtreffende trap van je eigen bestwil by proxy.
Datzelfde argument is de ultieme troefkaart van de vaccinatie lobby. Als je het al niet doet voor de bestwil van je kind, doe het dan voor de kinderen van andere ouders. Persoonlijk vind ik dat een ongeldig argument in de zorg voor en opvoeding van kinderen. In het eerste voorbeeld wordt een kind gedwongen iets te doen wat hij niet wil ten gunste van het welbevinden van andere kinderen. In het tweede worden ouders gedwongen iets bij of voor hun kind te doen wat zij mogelijk niet willen doen of niet op deze manier willen doen aan hun kind ten gunste van andere kinderen.
Het is een constante strijd tussen wat je zelf wilt, wat anderen vinden dat je moet willen, en wat je daar dan van moet kiezen of moet willen kiezen. In het eerste voorbeeld vind ik het nog moeilijker dan in het tweede, omdat daar het kind degene is die gedwongen wordt. Een kind is per definitie nog niet in staat van te voren precies te overzien wat het precies inhoudt om je ergens aan te verbinden of wat het uitoefenen van een teamsport precies voor gevoelens bij je los kan maken. De keuze die hij maakt kan dus nooit bindend en absoluut zijn. In plaats van dat hij ermee leert dat hij nooit van zijn leven iets hoeft af te maken leert hij ervan dat hij fouten mag maken en terug mag komen op een eerder genomen besluit.
Dan de geweldloze opvoeding, waarover ik ook las. Geweldloze opvoeding gaat uiteraard over geweld in fysieke zin, maar vooral ook over verbaal en psychologisch geweld. Een kind dwingen iets te doen wat hij echt niet wil doen is een vorm van geweld, psycho-emotioneel geweld. Geweldloos opvoeden is moeilijk. Niet in het minst omdat in ons brein het Calvinistische idee is ingenesteld dat kinderen in essentie slecht zijn bij de geboorte en sociaal aanvaardbaar gedrag moeten leren. Door hun veronderstelde aangeboren slechtheid moet dit leren gepaard gaan met dwang, vaak in de vorm van straf en beloning of het dreigen en lokken daarmee. Het gaat uit van het idee dat kinderen er altijd op uit zijn om slechte dingen te doen en altijd hun kans waarnemen als er slechte keuzes gemaakt kunnen worden.
Dat begint al met borstvoeding en slapen. Het is een in onze cultuur vreemd idee dat kinderen zelf zouden kunnen weten wat ze nodig hebben aan slaap, eten en koestering. Dus proberen we hun slapen en eten en koestering in schema’s te vatten en hun gedrag te modelleren. Je kan ze maar beter kort houden en niet te veel aan hun opwellingen toegeven, want voor je het weet manipuleren ze je en draaien ze je om hun pink en regeren het hele huishouden. Zo wordt opvoeden en voeden een strijd tussen ouders en kinderen. Voor hun eigen bestwil, uiteraard. Ik geloof daar niet zo in. Ik geloof dat kinderen overwegend goed geboren worden en graag mensen plezieren. Natuurlijk moeten ze nog veel leren voor ze volwassen zijn en inderdaad is het voornamelijk de taak van de ouders om ze daarin te begeleiden. Maar dat hoeft geen strijd te zijn.
Het is zeker de moeite waard het te proberen. Het is, ik zei het al, niet de makkelijkste manier en het zal vaak ook niet helemaal lukken. Dat is menselijk, wij zijn als ouders immers ook maar producten van onze cultuur. Mijn eigen grootste wens als moeder voor moederdag was jarenlang: een dag zonder strijd. En dat vroeg ik niet alleen van mijn kinderen, maar ook van mijn eigen driftige en ongeduldige zelf.