Geplaatst op Geef een reactie

Professionaliteit

professionaliteit

Lactatiekundige: de zorgverlener die professionele zorg rond borstvoeding geeft. Maar waaruit bestaat die professionaliteit? Mee- en napraten met en van dokters, of uitgaan van de eigen kennis en inzichten?

De lactatiekundige is de professional bij uitstek om ouders en kinderen bij te staan bij vragen, zorgen en problemen rond borstvoeding. Het vak lactatiekunde bestaat nog niet zo heel lang -in 1992 hoorde ik bij de eerste groep van 12 lactatiekundigen in Nederland; internationaal kun je daar ruim vijf jaar bij optellen– maar de wetenschap erachter groeit net zo snel als het aantal beroepsbeoefenaren. Door de aard van het vak is de lactatiekundige de deskundige bij uitstek als het gaat om de fysiologie van voeding, spijsvertering en gedrag van de menselijke zuigeling en de fysiologie en anatomie van de menselijke lactatie.

een houding gevenDe anatomie van de borsten is geen groot geheim meer, ook niet voor andere vakgebieden. De borst bestaat uit melkklieren, gebed in een nest van vet- en bindweefsel; omgeven door bloed- en lymfevaten, voor de aanvoer van voedingsstoffen en de afvoer van productieafval; en door kleine onwillekeurige spieren die de melk eruit persen door de melkkanalen naar de uitgangen in de tepel. In de tepel en tepelhof is dan nog een wirwar van zenuwen en spiertjes die zorg dragen voor het signaleren naar de hersenen en het oprichten van de tepel bij het zogen.

De fysiologie, ”hoe werkt het”, is voor veel zorgverleners een wat vager geheel. Dat is niet verwonderlijk, want de meeste zorgopleidingen hebben nauwelijks tot geen ruimte in het curriculum voor een diepgaande bespreking daarvan. Dit geldt ook voor de bespreking van de normale fysiologie van de zuigeling op het punt van zich voeden en slapen en voor de samenstelling van moedermelk vanaf het prenatale tijdperk tot het moment van natuurlijk spenen enkele jaren later. En dus is er ook geen tijd voor de bespreking van de wisselwerking tussen het lichaam van de moeder, de samenstelling van haar melk en de fysiologie en het gedrag van haar kind.

moedermelk, koemelk en kunstvoeding 200 keer vergroot

Voor lactatiekundigen zijn deze terreinen een integraal onderdeel van hun vak en deze fysiologische aspecten horen leidend te zijn in het lactatiekundige werk. Hier vind je een mooie opsomming van al die gebieden die deel uitmaken van de expertise van deze beroepsgroep (dit is het overzicht van de examen commissie van de internationale opleiding tot IBCLC; de Nederlandse opleiding tot lactatiekundige NLG gaat uit van dezelfde lijst). Toch zie ik in de praktijk geregeld dat deze kennis geen plaats krijgt in de begeleiding van moeders. De aspecten waar zich dit verschijnsel het meest lijkt voor te doen zijn volume en frequentie van voedingen, slaapgedrag en moeder- en kindnabijheid. Te vaak, naar mijn smaak, spelen de cultureel gezien dominante opvattingen over wat normaal zuigelingengedrag is op het punt van zich voeden en slapen de hoofdrol en wordt er primair naar oplossingen gezocht zonder dat men zoekt naar oorzaken. Die oplossingen horen dan voornamelijk bij problemen die de ouders en/of hun zorgverleners hebben met bepaalde vormen van fysiologisch normaal babygedrag.

Een baby die melk teruggeeft.

Door de eeuwen heen accepteerden moeders en anderen dat baby’s spugen. Niet voor niets nam een flinke stapel spuugdoekjes een belangrijke plaats in in de baby-uitzet. Nu wordt dit reflux genoemd en behandelt men het als een ziekte op zich.
Het spugen is echter zeer zelden een echte ziekte, maar vaker een symptoom van iets anders. De grote nadruk op steeds groter wordende en verder uit elkaar liggende voedingen, in combinatie met een afstandelijke ouderschapsstijl en de voorschriften om kinderen alleen in hun eigen bed op hun rug te slapen te leggen, zijn de belangrijkste oorzaken voor het veelvuldig voorkomende heftige spugen.
Met stip op nummer twee staat stress, meestal van de ouders en overgenomen door het kind. Dan zijn er ook nog dingen als onnodig en ineffectief ingrijpen in een normale voedingsroutine, ineffectieve voedingstechnieken en prestatiedruk bij de moeder die kunnen meespelen.

Het is de taak van de lactatiekundige en gezien de eerder genoemde Exam Blueprint, onderdeel van haar/zijn professionaliteit, om dit te zien en uit te leggen aan de ouders (en andere zorgverleners) en het beleid erop af te stemmen.

Maatschappelijke interpretatie van fysiologisch normaal babygedrag

Een groot probleem is de manier waarop in onze maatschappij wordt aangekeken tegen voor onze soort normaal gedrag (soort-specifiek en soort-adequaat) van de zuigeling: de behoefte aan constante lichamelijke nabijheid van een ander mens (bij voorkeur die met de melk, maar een ander is ook prima), de behoefte aan veelvuldige laag-volume voedingen gedurende de gehele zuigelingentijd, de behoefte aan menselijke nabijheid en voeding in de nacht, de behoefte aan een predominante verticale lichaamshouding (bij voorkeur tegen een mens aan, liefst die met de melk, maar elke andere is ook prima).

  • Een kind dat wakker wordt als het slapend in zijn bed wordt gelegd, heeft geen probleem.
  • Een kind dat een half uur na het einde van een voeding de borst vraagt, heeft geen probleem
    • en er is geen probleem met de samenstelling en voedingswaarde van de melk van zijn moeder.
  • Een kind dat stopt met huilen als hij wordt opgepakt, heeft geen probleem.
  • Een kind dat altijd ”in handen” wil zijn, heeft geen probleem.

Dit is allemaal volstrekt normaal, soort-adequaat en leeftijdsadequaat gedrag.

Het is de taak van de lactatiekundige, als onderdeel van haar/zijn professionaliteit, om dit op te merken en uit te leggen aan ouders (en zorgverleners) die hierover vragen hebben of die hiermee problemen hebben.

Ik kan doorgaan met voorbeelden, maar dat zou dit blog te lang maken. Waar het op neerkomt is dat het van professionaliteit getuigt wanneer een lactatiekundige altijd een volledige anamnese afneemt en vervolgens een differentiaal diagnose stelt door de anamnese te koppelen aan de kennis over de biologie, psychologie, fysiologie en anatomie van de zuigeling, de moeder en de lactatie. Dit houdt ook in dat er wordt gezocht naar oorzaken voor symptomen zonder direct over te springen naar de bestrijding van de symptomen.

En voordat iemand nu gaat roepen dat dit ”normale babygedrag” allemaal niet op te brengen is voor moeders: It’s a package deal, je krijgt het een niet zonder het ander. Een kind krijgen, verzorgen en opvoeden is toch iets anders dan een tamagotchi ”verzorgen”. Het leven gaat na de geboorte van een kind verder, maar nooit op dezelfde manier als ervoor. Dit is het nieuwe gewoon; nu ligt er de kostbare, wonderbaarlijke uitdaging om aan dat nieuwe gewoon te wennen; veel succes!

Wie je een rozentuin beloofde loog dat hij zwart zag.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.