Wie nattigheid voelt weet dat er ongein op komst is. Maar nattigheid kan ook zonder dat het voelt als nattigheid voor narigheid zorgen. Het gaat dan om nattigheid in de weefsels, tussen de cellen, van je lichaam, precies waar dat niet hoort of niet in die mate hoort. Men noemt dat oedeem.
Oedeem in de zwangerschap zorgt voor opgezette enkels en voeten, na de geboorte lijkt de vochtophoping zich bij voorkeur te nestelen in de tepelhof. Dit verschijnsel is bij deskundigen al lang bekend en beschreven. Jean Kotterman ontwikkelde een lymfedrainage techniek om het aanhappen van de baby te vergemakkelijken door dat oedeem daar weg te werken. De baby voelt die nattigheid namelijk erg goed en het verhindert hem de borst effectief in de mond te nemen. Het oedeem zorgt ervoor dat de tepelhof niet alleen heel groot wordt, maar ook kogelrond en hard. Goed aanleggen, zoals ik beschrijf in het artikel Borstvoeding Basis kan alleen als de borst, of op zijn minst het deel dat in de babymond moet verdwijnen, een cirkel met een straal van 2-3 centimeter vanaf de basis van de tepel, zacht en plooibaar is.
Afbeeldingen uit het artikel Borstvoeding, de basis waarbij de tweede zodanig is gekanteld dat het beter overeenkomt met de meer gewenste manier van aanleggen waarbij het kind in een voorover liggende positie de borst nadert, en waarbij de kin in de borst drukt. Vanuit die positie kan de tepel en de tepelhof er omheen alleen in die mond terecht komen als het allemaal plooibaar is en er geen overdaad aan nattigheid in zit.
Tepelhofmassage. Dit is de lymfedrainage techniek ontwikkeld door Jean Kotterman, genaamd ”Reverse Pressure Softening” (”Zacht maken door tegengestelde druk”)
Oedeem massage voor de tepelhof zorgt voor een stabiele (niet bewegende) druk in de richting van de borstkas rondom de tepelbasis. Dit is een vorm van lymfedrainage, waardoor het overtollige tussenweefselvocht terug het lymfestelsel in wordt gedrukt en de borst weer plooibaar wordt en de melkkanalen weer kunnen doorstromen.
Oedeem kan, net als in de zwangerschap, ”van nature” voorkomen door de veranderende vochthuishouding bij de zwangere en barende vrouw, maar het leek deskundigen in de afgelopen decennia steeds vaker voor te komen. Daar werden allerlei speculaties op los gelaten, waarbij die van artificiële verstoring van de waterhuishouding erg plausibel leek. Vrouwen worden steeds vaker ingeleid door middel van synthetische oxytocine via een infuus en steeds meer vrouwen liggen ook lange tijd aan een waakinfuus, of hebben een infuus nodig als er ruggenmerg verdoving wordt toegepast. Ook dat laatste wordt steeds vaker ingezet. In Nederland is het nog niet zo wijdverbreid als in veel andere Westerse landen, maar de tendens is wel stijgend. Dezelfde Cotterman van de lymfedrainage werkte ook mee aan een onderzoek naar de geldigheid van deze hypothese [Maternal intravenous fluids and postpartum breast changes: a pilot observational study | International Breastfeeding Journal].*) Door enkele van de andere onderzoekers van dit project werd al eerder een vergelijkbaar onderzoek gedaan [An observational study of associations among maternal fluids during parturition, neonatal output, and breastfed newborn weight loss | International Breastfeeding Journal]. Uit beide onderzoeken blijkt dat het vermoeden, dat deze geboorte interventies met dat oedeem te maken hebben, klopt. Voeg daarbij de uitkomsten van andere onderzoeken, waaruit blijkt dat dit soort interventies ook kan leiden tot een vermindering van het instinctieve en reflexmatige zoek- en drinkgedrag van pasgeborenen, dan is duidelijk waarom een gemedicaliseerde baring tot een verstoord begin van het leven en het voeden van de zuigeling kan leiden. We voelden als lactatiekundigen al eerder nattigheid rondom de gemedicaliseerde baring en dat gevoel wordt keer op keer bevestigd door onderzoek.
Enkele van de auteurs van de oedeem-studies onderzochten ook hoe het staat met de in onderzoek gebruikte definities voor borstvoeding (die definities zijn van groot belang voor het interpreteren van de onderzoeksresultaten): Questioning current definitions for breastfeeding research – Springer (volledig artikel); en naar de vraag wie er voor de zuigeling toestemming geeft voor deelname aan onderzoeken: Lactation and Breastfeeding Research Studies: Who Should Provide Consent for the Neonate? Belangrijke items over andere zaken waarbij men nattigheid kan voelen, maar dan in overdrachtelijke zin.
*) Het oudere IBJ artikel over verstoorde waterhuishouding besprak ik eerder in:
Waterwereld
De ongeboren baby leeft in een waterwereld. Hij drijft in een mini-binnenzee met zout water. Hij drinkt van dat water en plast het weer uit, hij ademt zelfs dat water in en uit. Als een vis in het water. De ongeboren baby zelf is ook voor het overgrote deel water. Dit water komt bij hem binnen met het bloed van zijn moeder door de navelstreng. De hoeveelheid water in zijn lichaam hangt sterk samen met de hoeveelheid water in het lichaam van zijn moeder. Wanneer zijn moeder in afwachting van de geboorte een infuus krijgt, heeft zij een gerede kans dat haar lichaam water gaat vasthouden; haar waterhuishouding raakt wat ontregeld en maakt van haar lichaam een soort waterwereld. Omdat moeder en ongeboren kind de waterhuishouding delen raakt de baby ook een beetje overstroomd en kan hij worden geboren met meer water in zijn weefsels dan normaal. Hij is dan een soort waterwereldje op zichzelf. Gelukkig weet zijn lichaam daar wel raad mee en tegen dat hij 24 uur oud is, is dat water grotendeels weg, uitgeplast.
Niets aan de hand zou je zeggen. Behalve dat de helft van de zorgverleners rondom moeder en kind daar erg nerveus van kan worden. Zo snel mogelijk na de geboorte wordt baby namelijk gewogen en zeer regelmatig in de dagen daarna weer. Men verwacht dat baby zal afvallen, maar liever niet te veel en niet te lang. Raakt de baby in de buurt van 7 tot 10 % gewichtsverlies dan staan de flesjes kunstvoeding al snel klaar, want dan is er ongetwijfeld iets aan de hand. Onderzoek van Noel-Weissl et al in Canada (2011) heeft bevestigd wat lactatiekundigen al lang vermoedden: kinderen die in de eerste dagen na de geboorte snel veel gewicht verliezen komen geen voedsel tekort (en hoeven dus geen flesjes bij), maar zijn gewoon hard bezig al dat overtollige vocht uit te plassen. Deze waterbaby’s zijn dus juist erg goed bezig. De onderzoekers bevelen zorgverleners rondom de baring dan ook aan om niet het geboortegewicht als referentiekader voor de gewichtsevolutie nemen, maar het gewicht op 24 uur.
Noel-WeissJ, Woodend AK, Peterson WE, Gibb W, Groll: An observational study of associations among maternal fluids during parturition, neonatal output, and breastfed newborn weight loss. International Breastfeeding Journal 2011, 6:9 http://www.internationalbreastfeedingjournal.com/content/pdf/1746-4358-6-9.pdf
[…] infuus kreeg en/of oxytocine kreeg, kan het kind worden geboren met een vals hoog geboortegewicht door het vasthouden en lozen van excessief vocht. In dat geval is het gewicht op 24 uur het referentiekader voor het […]