Geplaatst op Geef een reactie

Magisch

”Mijn kind heeft weer zo’n last van krampjes. Ligt het aan iets wat ik eet? Zijn er dingen die ik beter niet kan eten?”  Vragen die in deze en honderd andere vormen dagelijks over het hele internet te vinden zijn, die ik in deze en honderd andere vormen in mijn loopbaan als borstvoedingbegeleider over me heen kreeg. Het idee is kennelijk wijd verbreid en diep geworteld, dat dat wat je als moeder eet of drinkt vrijwel direct en onverantwoord in je melk en dus bij je kind komt.

Dommelhoef in Eindhoven, in de magische belichting van Glow 2013 in Eindhoven

Getuige dit prietpraatje denken kinderen dat ook: “Als jij melk drinkt en er komt een baby uit je buik dan komt de melk uit je borsten!” Nu zijn kinderen magische denkers, dus die kun je het niet kwalijk nemen. Door de geschiedenis heen en nu nog in sommige culturen leven er nog steeds van die magisch denken overtuigingen over lichaamssappen. Bijvoorbeeld dat het menstruatiebloed, dat tijdens de zwangerschap niet vloeit, naar de borsten gaat en daar de eerste melk (colostrum) maakt, die daarom onrein is en niet gegeven mag worden. Onbegrepen zaken worden in een magische belichting geplaatst om zo tot iets heel anders te worden

Dommelhoef in Eindhoven, maar dan zonder de magische belichting van de titelfoto tijdens Glow 2014 in Eindhoven
Dommelhoef in Eindhoven, maar dan zonder de magische belichting

De stand van wetenschap is inmiddels zo ver gevorderd dat we weten dat dit soort ideeën moeten worden geschaard onder de noemer bakerpraat, sprookje en bijgeloof. Wat een moeder eet of drinkt heeft, op een paar uitzonderingen na waarop ik later in ga, vrijwel nooit direct effect op wat er in haar melk zit en wat er dus in haar kind komt. Wat moeder eet komt in haar spijsverteringsstelsel waar het trapsgewijs wordt verteerd. De mond, de maag, de dunne en de dikke darm hebben allemaal hun eigen plaats en functie in de vertering van het voedsel en het uiteindelijke opnemen van de losse voedingstoffen in het systeem via de bloedbaan. Het bloed transporteert de voedingsstoffen naar de plaatsen in het lichaam waar ze nodig zijn of worden opgeslagen. Vervolgens worden met name uit de opslag voedingsstoffen en andere componenten opgehaald en naar de borsten gebracht om te worden gebruikt bij de samenstelling van moedermelk. Die nutriënten en componenten zijn dan zo ver terug gebracht naar een primaire staat, dat zij niet meer herkenbaar zijn als afkomstig uit een bepaalde dierlijke of menselijke bron.

Maar uiteraard zijn er uitzonderingen. Er zijn stoffen die al vrij snel nadat ze in de mond komen worden opgenomen in het systeem, bijvoorbeeld vluchtige stoffen zoals smaak- en geurstoffen, sommige medicijnen, rookbestanddelen en alcohol. Veel van deze stoffen hebben de neiging om ongevraagd over te gaan in moedermelk. Het kind krijgt deze stoffen dan ook vrijwel onveranderd binnen en die kunnen daar dan al dan niet kwaad doen. Natuurlijke geur- en smaakstoffen (bijvoorbeeld knoflook) laten de melk anders smaken of ruiken, maar zijn ongevaarlijk bij inname. Kinderen lijken zelfs een lichte voorkeur te hebben voor knoflookmelk, maar halen de neus op voor de geur en smaak van biergist. Andere stoffen, zoals medicijnen, rookbestanddelen en alcohol zijn mogelijk wel gevaarlijk, ook in de kleine hoeveelheden die via de melk binnenkomen. Soms kunnen ze ook krampen of andere onrust veroorzaken. Het zijn dan, naast medicijn en alcohol bijwerkingen, vaak de vluchtige verbindingen van zwavel bijvoorbeeld. Dezelfde verbindingen waarvan onze darmen de zo kwalijk riekende gassen maken en sputterend uitblazen.

Dan hebben we ook nog de allergenen. Allergenen zijn over het algemeen eiwitten waarop het lichaam van de allergisch aangelegde mens overdreven regeert alsof het een ziekteverwekker is. Moeders met een allergie hebben vaak een darm die te grote stukken van met name eiwitten door kan laten (de te doorlaatbare darm is een symptoom van allergie, de allergische reactie maakt de darmwand kapot). (De darm kan ook te doorlaatbaar worden door bepaalde ziektes of ontstekingen.) Deze te grote eiwitpartikels worden niet zoals goed afgebroken eiwitten door het bloed naar de plaats van bestemming gebracht en gebruikt voor het onderhoud van het lichaam. Omdat ze onvoldoende afgebroken zijn, worden ze niet als bouwstof herkend. Ze kunnen in deze staat wel overgaan in moedermelk als ze de membranen tussen bloedbaan en melkvormende cel passeren. Het lichaam van het kind herkent deze grotere eiwitpartikels niet als goede en bruikbare eiwitten, maar als ziekmakers en reageren daarop met allergische reacties, waaronder darmkrampen.

Niks magisch dus, maar gewoon wetenschap.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.