Informatie, communicatie en interpretatie zijn nauw met elkaar verbonden en vooral in virtuele communicatievormen gaat het vaak fout met dat trio.
Als ik ga zitten om een blog te schrijven heb ik de ene keer geen enkele inspiratie, terwijl de andere keer de onderwerpen vanuit de sociale media me rond de oren vliegen, wanneer er veel gebeurt waar ik wat over te zeggen denk te hebben. Een rode draad die daarin vaak te zien is, is interpretatie. Interpretatie van wat mensen horen, zien en lezen. En hoe anders dat kan zijn dan wat bedoeld werd. Informatie en interpretatie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Communicatie en interpretatie eveneens. Interpretatie kan ervoor zorgen dat de informatie die gegeven wordt en de communicatie die wordt aangegaan tot heel andere uitkomsten leidt dan bedoeld. Heldere, duidelijk geformuleerde informatie en effectieve communicatie zouden eigenlijk geen ruimte voor andere interpretatie moeten laten.
Communicatie via de sociale media lijkt vaak mank te gaan door onverwachte interpretaties van onbedoelde bedoelingen. Dat komt dan, zegt men, door de anonimiteit of door het gebrek aan gezichtsuitdrukking of lichaamstaal. Dat zal zeker meespelen. Men gebruikt dan wel emoticons om de bedoeling duidelijker te maken, maar ook die emoticons worden niet door iedereen gelijk geïnterpreteerd. Wat zeker ook zal meespelen is dat de uitgangspunten anders zijn. Iemand kan een persoonlijke vraag stellen en een als algemene informatie bedoeld antwoord krijgen. Nu is het nogal tricky om een persoonlijk toegesneden advies te geven aan iemand die op een openbaar forum een beknopt van informatie voorziene persoonlijke vraag stelt.
In mijn vakgebied kun je daar eigenlijk niets mee zolang je de moeder en het kind waarover de vraag gaat niet persoonlijk hebt gezien of op zijn minst gesproken en meer specifieke informatie hebt. Iemand meldt bijvoorbeeld dat de borstvoeding eigenlijk heel goed gaat, maar dat ze wel vaak pijn heeft. Of dat de baby niet zo snel groeit als zij op basis van de voorgedrukte curves zou verwachten. Maar de dokter vindt het geen probleem. Of de lactatiekundige zei dat ze gewoon maar even door moet zetten.
Het enige dat ik daar op kan antwoorden (vaak na er door andere lezers als expert bij geroepen te zijn) zijn algemeenheden over pijn bij voeden of over groeifactoren. Want ik ken die moeder en haar kind niet, weet niet het wat en hoe van hun borstvoeding relatie en management, noch van mogelijk andere meespelende factoren. Ik kan ook niet bepalen of wat er werd gezegd dat de dokter of de lactatiekundige zei, werkelijk is wat die zorgverleners zeiden of bedoelden, of dat dat de interpretatie van de moeder is van wat die zorgverleners zeiden. Ik houd me dan dus meestal maar aan het neerzetten van algemeenheden, meestal inclusief het advies om een consult bij een lactatiekundige aan te vragen, om bovengenoemde redenen. Andere lezers zijn meestal minder terughoudend en leveren een stroom van mogelijke verklaringen en oplossingen. De meeste daarvan kunnen best in het plaatje van de vraagsteller passen, maar daar is eerlijk gezegd zonder meer informatie geen staat op te maken. De gegeven oplossingen en verklaringen spreken elkaar ook vaak tegen en nu en dan staat er gewoon klinkklare nonsens in, die soms zelfs gevaarlijk kan zijn.
Waar ik dan persoonlijk het meeste moeite mee heb is dat mijn bijdrage wordt afgedaan als stemmingmakerij of als het bashen van moeders die het heus goed bedoelen en ook hun best doen. En nu kom ik even vertellen dat ze het allemaal fout doen en dat ze slechte moeders zijn. Ik zeg uiteraard nooit dat moeders slechte moeders zijn vanwege de keuzes die ze hebben gemaakt. Dat ik dat zou vinden is de interpretatie van de lezer.
Een slechte moeder zou alleen iemand genoemd kunnen worden die willens en wetens en met opzet de verkeerde, voor haar kind schadelijke keuzes maakt. Een moeder die gewetensvol of in wanhoop keuzes maakt op basis van haar situatie en de informatie die zij op dat moment ter beschikking heeft is geen slechte moeder. Hooguit een moeder die een wat ongelukkige keuze maakte. Nu ze betere informatie heeft, kan ze betere keuzes maken. Natuurlijk kan ze die eerdere keuzes betreuren, maar ze kan en hoeft ze niet ongedaan te maken. Ze moet ze alleen niet opnieuw maken, nu ze beter weet.
Een kanttekening wil ik nog maken over keuzes die beroepsopvoeders en -verzorgers maken. Daar ga ik toch een beetje strenger over oordelen. Die zouden namelijk moeten zorgen dat hun informatie up-to-date, accuraat en waar mogelijk wetenschappelijk onderbouwd is. Van deze professionals mogen de ouders verwachten dat zij weten wat ze doen en waarom ze het doen en dat ze hun keuzes maken op basis van de nieuwste inzichten.