Ik lanceerde een tijdje terug op Twitter een nieuwe hashtag: #beestjebijzijnnaam. Ik roep daarmee op dingen te benoemen hoe ze zijn en geen verhullende, wollige of eufemistische beschrijvingen te geven.
Titelfoto: Spreekwoorden van Pieter Brueghel de Oude . Ik houd van spreekwoorden en gebruik ze vaak als opmaat of inspiratie voor mijn blogs. Die van het beestje bij zijn naam noemen staat overigens niet op het schilderij van Bruegel. De oorsprong van dit spreekwoord heb ik niet kunnen achterhalen. Mogelijk heeft het te maken met ”het getal van het beest” (666 waarover ik ook al ens schreef), een apocalyptische verwijzing naar het kwade of de antichrist.
Wie mij langer volgt, weet dat ik dingen graag bij de naam noem en gewoon zeg waar het op staat. Sommige mensen vinden dat niet aardig van mij en vinden dat ik daar mensen mee [voor het hoofd stoot-schuldgevoel geef-een naar gevoel geef-fill in the blank]. De waarheid kan inderdaad nu en dan onaangenaam zijn, ik schreef daar eerder over, bijvoorbeeld in Extreem. De ongemakkelijke waarheid is niet een fenomeen van de laatste tijd. Het is een verschijnsel dat lijkt op het beschuldigen van de boodschapper in plaats van de werkelijke veroorzaker van het slechte nieuws. De onverdoezelde waarheid, die ingaat tegen dat waarbij we ons comfortabel voelen is onaangenaam en maakt ons onrustig en onzeker. Het kan zelfs leiden tot cognitieve dissonantie, waarover ik ook al eerder schreef.
Binnen mijn vakgebied worden zaken vaak omgekeerd voorgesteld of verdoezeld in wollig taalgebruik. In onderzoek wordt borstvoeding naar voren geschoven als een bonus door te stellen dat kinderen en moeders voordelen hebben bij borstvoeding tegenover geen borstvoeding of andere voeding. Dit is een omgekeerde voorstelling van de zaken. Borstvoeding is, ik noemde dat ook al eerder, vrij vaak zelfs, geen bonus, maar de norm waartegen de alternatieven moeten worden afgezet. De alternatieven moeten hun nut, noodzaak en veiligheid bewijzen. Maar ook in het dagelijkse taalgebruik is er veel wolligheid om feiten te omhullen. Zoals spreken over flesvoeding als kunstvoeding wordt bedoeld, het gebruik van verkleinwoorden zoals ”een flesje” en zelfs het woord ”krampjes” is een eufemisme voor buikpijn en darmkramp.
Ik pleit er dus voor dat we de dingen gewoon eerlijk benoemen, dat we het beestje bij zijn naam noemen. In vroeger tijden en in Fantasy verhalen was en is het gebruik van ”de ware naam” een machtsmiddel. Als je van bijvoorbeeld een boze tovenaar zijn ware naam weet (denk aan het sprookje van Repelsteeltje) heb je macht over hem of kun je zijn macht over jou breken. Ik denk dat we dat geloof kunnen laten waar het thuishoort: in de fantasiewereld en Fantasy TV series. De amusementswereld kan daar goudgaren bij spinnen, bij ons werkt het niet zo. De ware naam zegt gewoon waar het op staat, eerlijk en zonder eromheen te draaien. Borstvoeding is de normvoeding en de norm voor de zorg voor onze kinderen. Problemen met de spijsvertering veroorzaken buikpijn en darmkrampen en een plastic melkcontainer met een siliconen speen een flesje noemen maakt de risico’s van die manier van voeden niet kleiner. Zelfs niet als er moedermelk in zit.
[…] Dertien wordt gezien als het ongeluksgetal, terwijl elf het gekkengetal is. Vreemd, eigenlijk dat toeschrijven van eigenschappen aan cijfers. Het zou nog zin hebben als die getallenleer in alle culturen gelijk was, maar dat is niet zo. In Christelijke culturen heeft 7 de status van geluksgetal, maar bij Chinezen valt 5 die eer te beurt. Voor de Chinezen en Japanners is 4 dan weer een ongelukkig getal, want het woord klinkt in die talen net als het woord voor ‘dood’; het getal 9 in Japan is ook niet geliefd, vanwege de auditieve connectie met het woord pijn. Maar bij ons vrezen mensen met triskaidekafobie het getal 13 (in sommige hoge gebouwen is er geen verdieping 13 en in sommige hotels geen kamer 13) en zij die lijden aan hexakosioihexekontahexafobie 666 (het getal van het beest; niet te verwarren met de naam van het beest). […]