”Onze kinderen hebben onze liefde het meeste nodig als ze deze het minst verdienen.” Dit betekent zoveel als dat kinderen liefde meer nodig hebben dan straf wanneer ze zich in onze ogen misdragen. Alle kinderen hebben liefde nodig en alle kinderen vragen daarom. Sommige kinderen hebben daar heel effectieve methodes voor, anderen doen het wat ongelukkig.
En bij die laatsten loopt het dan vaak eerder uit op straf of het onthouden van liefde dan op het krijgen van de liefde waar ze zo hard om roepen. Liefde dus. Ik schreef er al eerder over. Over straf ook trouwens. Gewenst gedrag belonen en ongewenst gedrag bestraffen leert kinderen dat liefde iets is dat moet worden verdiend. Om even in de termen van de inmiddels weer afgereisde Sint te blijven: wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe. Zo gaat dat. Dit idee is gebaseerd op de aanname dat de mens van nature slecht is en dat normen en waarden er niet vanzelf inzitten, maar erin geslagen moeten worden of op zijn minst via omkoping verkregen. In die optiek zijn we alleen maar goed als we daar zelf beter van worden.
Aan Albert Einstein werd deze uitspraak toegeschreven: ”Als we alleen maar goed doen omdat we bang zijn voor straf als we het niet doen of omdat we een beloning krijgen als we het wel doen, dan zijn we maar een zielig stelletje”. De wil om goed te doen en slecht te vermijden moet van uit onszelf komen, we moeten dat zelf willen omdat we zelf goed willen zijn, niet alleen goed willen lijken of een cadeautje krijgen. Denken we zo min over onszelf? Dat is inderdaad maar een pathetisch gedoe dan. Als we dan zo laag over onszelf denken, dan kunnen we uiteraard ook niet van een pasgeboren kind verwachten dat het goed is, dat het vanzelf weet wat goed is en wat fout. En dus moeten we trainen met straf en beloning, moeten we regels en regelmaat erin slijpen en slijten en dwingend opleggen. Maar wat nu als we dat archaïsche idee van erfzonde en ingeboren slechtigheid eens opzij zetten. Wat nu als we onszelf als inherent goed zouden kunnen beschouwen? Wat nu als we onszelf toestaan van onszelf te houden?
Als we van onszelf kunnen en mogen houden zoals we zijn, met al onze goede en minder goede kanten, met al onze gebreken, rafels en weerhaakjes, opgelopen in een leven van voor- en tegenspoed. Dan kunnen we onszelf ook toestaan van dat pasgeboren kind te houden, onvoorwaardelijk, en te geloven in haar inherente goedheid. Zoals we ook mogen geloven in en vertrouwen op haar ingeboren vermogen om zelf te weten wat ze nodig heeft aan voedsel, wanneer en hoe veel en wat, zo kunnen we ook ervoor kiezen om te geloven in en te vertrouwen op haar ingeboren vermogen om te weten wat goed is, om van zichzelf te houden.
Liefde. Onvoorwaardelijke liefde, niet alleen bij het vertonen van gewenst gedrag. Moet je dan ongewenst gedrag accepteren? Nee, natuurlijk niet. Het gedrag mag worden afgekeurd, maar de persoon, de mens niet. Je mag als onvoorwaardelijk liefhebbende ouder ook best boos worden bij ongewenst gedrag. Boos op het gedrag, maar het kind dat dat gedrag vertoont nog steeds onvoorwaardelijk liefhebbend. Dat kan best moeilijk zijn. En je zult er best eens mee uit de bocht vliegen, je bent ook maar een mens, met plezierige en minder plezierige, gewenste en ongewenste gedragingen. En als bij tijden het gedrag van je kind je zelf tot ongewenst gedrag brengt (je bent per slot ook maar een mens) dan mag dat ook. Je kind mag weten dat jij inderdaad ook maar een mens bent. Zolang ze ook maar weet dat jouw ongewenste gedrag niet betekent dat jouw liefde voor haar minder is of minder onvoorwaardelijk door die uitbarsting.
En zolang je maar spijt kunt tonen. ”Het spijt me, het was niet mijn bedoeling, ik had niet zo mogen reageren.”
En, nee, geloof me, daar word je niks minder van als ouder, je eigen onvermogen toe te geven!
Boosheid is een emotie als alle andere. Elke emotie mag er zijn. Ook boosheid, woede, verdriet. Ook de emoties die als negatief te boek staan. Zolang ze maar niet uitlopen op straf, ook niet voor jezelf. Onvoorwaardelijke liefde helpt bij het aanvaarden van boosheid en het vinden van oplossingen voor de oorzaak van wat die emoties opriep. Straf zegt: jij bent fout. Oplossingen zegen: ik heb fout gehandeld, hoe kan ik het goed maken/ongedaan maken/opheffen?