Het Stockholm syndroom is een psychische reactie op het worden onderworpen aan een onderdrukkende relatie zoals een gijzeling, waarbij het slachtoffer uit zelfbescherming zich identificeert met en sympathie gaat voelen voor de onderdrukker.
Recycled blog naar aanleiding van een andere Facebook discussie met een Stockholm syndroom analogie: die over mannelijke genitale verminking.
Zoals vaker gebeurt kwam de inspiratie voor dit blog van een Facebook discussie. ik kwam in die discussie op Facebook op de Stockholm syndroom metafoor. Het Stockholm syndroom is een psychische reactie op het worden onderworpen aan een onderdrukkende relatie zoals een gijzeling, waarbij het slachtoffer uit zelfbescherming zich identificeert met en sympathie gaat voelen voor de onderdrukker. De drang tot zelfbehoud is zeer groot en die kan tot op het oog vreemde gedragingen leiden.
Het Stockholm syndroom gaat gepaard met symptomen als positieve gevoelens jegens de persoon die de situatie controleert, de onderdrukker, en ondersteunend gedrag van het slachtoffer naar de onderdrukker, negatieve gevoelens ten aanzien van degenen die het slachtoffer wil bevrijden en onwil van het slachtoffer om te worden gered. Het metafooridee ontstond in een discussie over de onwil om te aanvaarden dat fysiologisch normale zaken zoals borstvoeding niet hoeven te worden bewezen. Ik bedacht me toen dat zorgverleners die altijd alles over borstvoeding en moedermelk bewezen willen zien lijken te leiden aan een vorm van het Stockholm syndroom.
Ik begrijp dat dat als een nogal stevig statement kan overkomen. Er is uiteraard geen gijzelingssituatie, geen chronische huiselijk geweld situatie (”battered wife syndrome” wordt als een vorm van Stockholm syndroom gezien), en geen sektarische situatie (de onderwerping aan de doctrine van een charismatisch geleide sekte, bijvoorbeeld het gezin in Ruinerwold, is ook een vorm van Stockholm syndroom), maar ik herken wel degelijk enkele van de hierboven genoemde symptomen, zowel bij zorgverleners als bij ouders. Bloggers, zoals besproken in het tweede deel van Borstvoeding is niet de beste keuze, lijken nu en dan in zeer ernstige mate aan dit syndroom te lijden. Laten we de symptomen eens langsgaan.
Positieve gevoelens jegens de persoon die de situatie controleert, de onderdrukker, en ondersteunend gedrag van het slachtoffer naar de onderdrukker.
De marketing door kunstvoeding fabrikanten is al decennialang gericht op het kweken van positieve gevoelens bij de consument (of zijn ouders) en bij zorgverleners ten aanzien van kunstvoeding en de makers ervan. Leuke hebbedingetjes en clubs (inclusief websites en Facebook fanpagina’s, etc.) creëren een gevoel van erbij horen en versterken het feel-goodeffect van de marketing. Ouders die meedoen aan de clubs en dergelijke voelen zich een soort ambassadeurs. Zorgverleners die ingaan op de mooie praatjes, de attenties en de cadeautjes (van een mok met opdruk via gesponsorde uitjes tot gratis scholing inclusief lunch en borrel) krijgen vrijwel onvermijdelijk positieve gevoelens naar de fabrikant en zijn product. Ze willen graag de als wetenschappelijk gepresenteerde informatie voor waar en juist aannemen. Zowel de ouders als de zorgverleners dragen vervolgens de boodschap verder uit en ondersteunen daarmee de doelstellingen van de fabrikant.
Negatieve gevoelens ten aanzien van degene die het slachtoffer wil bevrijden en onwil van het slachtoffer om te worden gered.
De staat van aanvaarding van de superioriteit en goedheid van kunstvoeding is een zorgvuldig opgebouwde constructie om het zelf te beschermen. Iedere aantasting, zelfs ieder idee van aantasting, van die superioriteit en goedheid is een aanval op die zorgvuldig geconstrueerde bescherming en veiligheid en daarmee een aanval op het zelf, op de eigen veiligheid en goedheid. Degenen die die onaangename waarheid aandragen, de redders in de Stockholm syndroom analogie, worden als vijand aangemerkt, als degenen die de blije zeepbel willen doorprikken. Er is dus geen enkele goede manier om te reageren op kunstvoeding verdedigers, omdat elke vorm van reactie, informatie, educatie en dergelijke wordt gezien als een persoonlijke aanval.
De Stockholm syndroom analogie is voor mij een goede illustratie van het probleem van het veranderen van de mainstream inzichten in kindervoeding en -verzorging. Je kunt in feite niet helpen wie niet geholpen wil worden. Toch zal ik blijven proberen de juiste informatie de wereld in te krijgen. Niet voor hen die niet geholpen willen worden, maar voor de kinderen. De kinderen zijn altijd letterlijk en figuurlijk het kind van de rekening en ze zijn stemloos. Voor hen blijf ik praten, roepen, soebatten, zeuren en informeren. Ik beloof dat het nooit mijn bedoeling is ouders aan te vallen op hun keuzes en de kwaliteit van hun ouderschap, zij doen wat zij kunnen binnen de beperkingen van hun kennis, vaardigheden en veronderstelde mogelijkheden. Ik eis wel van zorgverleners, net zo als ik dat van mijzelf eis!, dat zij zich professioneel opstellen en zich houden aan hun beroepsethiek. Dat zij ervoor zorgen goede, actuele en werkelijk wetenschappelijk gebaseerde kennis te hebben en toepassen. Dat zij zich de vaardigheden eigen maken die nodig zijn voor een goede begeleiding van moeder en kind bij borstvoeding. Dat zij bij de uitoefening van hun beroep uitgaan van de fysiologie, van de biologie, van de menselijke blauwdruk, en dat zij van interventies altijd eisen dat deze hun waarde, nut, noodzaak en veiligheid hebben bewezen. Dat zij zich bewust zijn van de invloed van marketing en zichzelf wapenen tegen het professionele Stockholm syndroom.
Bonus: Muse life in het Wembley Stadion met Stokholm Syndrome