Geplaatst op 2 Reacties

Schoenmaker blijf bij je leest

Zoveel mensen, zoveel meningen. Ik heb zelf ook allerlei meningen die ik te pas en soms te onpas uit. Maar het is over het algemeen veiliger om je te houden bij het verspreiden van meningen die passen bij je expertise. Schoenmaker, blijf bij je leest, dus.

titelfoto Dmitry Demidov via Pexels

Apellus

Volgens een anekdote verstopte Apelles, de hofschilder van Alexander de Grote, zich graag achter zijn schilderijen om het oordeel van toeschouwers te horen. Een schoenmaker zou eens hebben opgemerkt dat de geschilderde schoenen een vetergat te weinig hadden. Nadat Apelles het schilderij gecorrigeerd had, had de schoenmaker weer iets op de benen aan te merken. Daarop zou Apelles hem hebben toegesproken: Ne sutor supra crepidam iudicaret, in de woorden van Plinius. In licht gewijzigde vorm werd dit het spreekwoord: Sutor, ne ultra crepidam! ofwel: Schoenmaker blijf bij je leest.

Ik heb een mooi vak en ik mag eerlijk zeggen dat ik goed ben in mijn vak. Ik heb een gedegen opleiding gehad, ben bij blijven leren, heb het onderwezen aan anderen en heb inmiddels enkele decennia ervaring. Ik weet ook vel over vakgebieden die het mijne raken, maar daar is mijn specialisatie niet zo sterk. En ik weet, door algemene ontwikkeling en een ongebreidelde nieuwsgierigheid, ook van alles over allerlei andere zaken. En over al die dingen heb ik meningen, professionele, gefundeerde meningen en persoonlijke, wellicht iets minder gefundeerde meningen. en al die meningen mag ik vrij in de rondte strooien, want vrijheid van meningsuiting. en dan komt de grote maar.

Maar …

Auteur in volle onderzoeksuitrusting

Als ik met mijn professionele pet op (als lactatiekundige dus) mijn professionele meningen over mijn eigen vakgebied geef, is er niets aan de hand. Maar als ik als lactatiekundige mijn meningen geef over andere vakgebieden wordt het tricky. Weet ik over die andere vakgebieden voldoende om daar een degelijke mening over te geven, waar mijn client wat aan heeft? Ik geef een praktijkvoorbeeld (fictief, maar op basis van vele moeders die met hun problemen bij mij kwamen).

Een moeder komt naar me toe met een kind dat onvoldoende groeit, ook al voedt ze wel 10 keer per dag en nacht. IK begin met mijn eigen vakgebied en ga eens kijken hoe dat voeden gaat, wie begint, wie eindigt, hoe houdt de moeder haar kind vast, hoe drinkt het kind, enzovoort. Op basis daarvan kan ik adviezen geven, gebaseerd op mijn professionele kennis en mening. Maar stel nu dat ik ook het mondje heb onderzocht en ik zie daar dingen die naar mijn professionele lactatiekundige mening het drinken van het kind negatief kunnen beïnvloeden. Ik kan dan de moeder adviseren ermee naar een andere deskundige te gaan, dus een professional van een andere discipline, om daar een verder advies te vragen voor de behandeling van het door mij geconstateerde probleem. Ik kan bijvoorbeeld wat opties neerleggen voor de moeder: een gespecialiseerde tandheelkundige, voor chirurgische behandeling, of een specialist in bodywork (osteopaat, manueel therapeut of cranio-sacraal therapeut) voor niet-chirurgische behandeling van de benige delen en de spieren in het hoofd-halsgebied. Wat ik niet kan doen is gaan vertellen wat die andere specialist moet gaan doen of zelf die behandeling uitvoeren of erover adviseren. Ik ben daar namelijk niet in opgeleid, het is niet mijn gebied van expertise. Ik weet wel in grote lijnen wat dei specialisten waarschijnlijk gaan doen, maar ik heb er niet zelf voor doorgeleerd.

foto serhii-bobyk via Freepik.com

Tot zover lijkt het me logisch. En het lijkt ook logisch dat dat ook zou gelden voor andere beroepsbeoefenaren. Ook in het niet medische of zorgvlak. Een elektricien gaat niet aan de loodgieterij en de loodgieter gaat niet aan de electronica. Het lijkt mij dus logisch dat de tandarts en de osteopaat niet gaan adviseren over lactatiekundige zaken. En het vreemde is, dat veel zorgverleners die niet zijn opgeleid in de lactatiekunde, toch allerlei borstvoeding adviezen geven. Van zorgverleners met een overlappend werkterrein, zoals verloskundigen en kraamverzorgenden, verwacht je borstvoeding advisering (hoewel ook dat niet altijd goed gaat, omdat zij er in hun opleiding over het algemeen niet genoeg over leren.

Ik krijg regelmatig moeders die me vertellen dat hun osteopaat, tandarts of gewichtsconsulente zeiden dat ze dit of dat moeten of zus en zo niet mogen in relatie tot borstvoeding. En of dat klopt? Nou, om kort te zijn, over het algemeen klopt het niet. Soms kan iets wel kloppen, als het dicht raakt aan het vak van degenen die het opmerkt, zoals de opmerking van de schoenmaker over de schoenen op het schilderij van de schilder Apello. Maar toen de schoenmaker over de benen begon, ging hij buiten zijn boekje. Toen had hij dus duidelijk als schoenmaker bij zijn leest moeten blijven. net als al die zorgverleners die denken dat ze hun mening over borstvoeding kunnen geven. Prive mogen ze dat zeker, maar niet in hun professionele setting.

foto via freepik.com

Nemen we even een andere professional, bijvoorbeeld een fysiotherapeut. Die mag gerust iets zeggen over de houding van de moeder terwijl ze voedt, omdat hoe ze nu zit slecht is voor haar gezondheid. Maar de fysiotherapeut kan niet beginnen over hoe vaak ze mag zitten voeden, want dat raakt niet de werking van haar bewegingsapparaat, maar het bevorderingsbeleid. De lactatiekundige gaat over de advisering omtrent hoe vaak, de fysiotherapeut over de beste houding om te voeden, zo vaak als nodig. Omgekeerd bemoeit de lactatiekundige zich niet met de oefeningen die de fysiotherapeut de moeder geeft om har houding te verbeteren en van haar nekpijn af te komen.

Dus: schoenmaker blijf bij je leest. Wat heb jij op dit vlak meegemaakt? Welke adviezen kreeg jij van een zorgverlener over iets dat in een heel ander vakgebied hoort?

 

2 gedachten over “Schoenmaker blijf bij je leest

  1. Van de week nog, een preverbaal logopediste over de vloer (onze zoon loopt op veel motorische vlakken achter, zo ook mond motoriek)

    Na een kort vraag gesprek, over de voeding die hij krijgt.
    Borstvoeding op verzoek, zo’n 8a10x per 24 uur. Kon ze, zonder verder onderzoek, al concluderen dat daar het probleem lag, 3 tot max 4 melk voedingen per dag. En veel vaker vaste hapjes, liefst op een lepel oefenen.

    Mevrouw komt hier niet weer terug.

    1. Niet gehinderd door enige vorm van kennis …

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.