Als onderzoekers dierproeven doen om de reactie op stress te onderzoeken dan wekken ze die stress vaak op door bij dieren, die gewend zijn bij elkaar te zijn, moeders en jongen te scheiden. Beiden raken daar compleet van in de stress en dan kun je als onderzoeker fijn proefjes doen.
Oorspronkelijk gepubliceerd in 2014. Herzien in 2019
Melkveehouders kennen het verschijnsel ook en zij hebben tal van manieren om te voorkomen dat kalfjes schreeuwers worden. De truc is om het kalf weg te halen vóór moeder en kind kennis hebben gemaakt. Het kalfje krijgt kunstvoeding en de koe wordt gemolken. Zo kunnen wij melk drinken en onze kinderen kunstvoeding geven die is gemaakt van de melk die eigenlijk voor dat van zijn moeder weg gerukte kalfje bedoeld was. Het mag dus als genoegzaam bekend worden verondersteld dat scheiding van moeder en kind stress veroorzaakt bij moeder en kind, bij soorten die bij elkaar horen te zijn.
Mama Gorilla vangt haar kind op als het geboren wordt, likt het schoon, houdt het tegen haar borst en daar blijft het de volgende weken, tot het uit zichzelf weg kan kruipen. Geen haar op haar hoofd die eraan denkt haar kind ergens alleen neer te leggen om te gaan slapen of niet te antwoorden als het roept. En ik zou het niemand aanraden om te proberen Mama Gorilla ervan te overtuigen dat zij haar kind ergens moet neerleggen of het niet moet voeden elke keer als het jong daar om vraagt. Probeer het maar als je wilt, dan wacht ik hier wel, een eindje, een heel eindje van Mama Gorilla vandaan.
De mens is ook een van die soorten. In de richtlijnen voor het voeden, verzorgen en opvoeden van kinderen door beleidsmakers en zorgverleners rondom moeder en kind lijkt van die wetenschap nog niet veel te zijn doorgesijpeld. De adviezen over huil- en slaaptraining vliegen je als aanstaande en beginnende ouders om de oren. De tendens lijkt te zijn: wat je ook doet, neem je huilende kind niet op, laat in geen geval je kind in je armen of aan de borst in slaap vallen en neem je kind beslist en vooral nooit of te nimmer bij je in bed.
Voor de ouders lijkt dat wel te werken. Zodra hun kind niet meer huilt (en uiteindelijk stopt elk kind met huilen uit pure uitputting) verdwijnen de zichtbare en meetbare symptomen van stress bij de ouders. Zij zijn namelijk heel goed in staat hun stress te reguleren. De baby daarentegen kan dat helemaal nog niet. Een baby kan alleen zijn stress omlaag krijgen door co-regulatie. Onderzoekers hebben dat nu ook meetbaar aangetoond. Zij onderzochten bij ouders en kinderen die meededen aan een slaaptraining programma (gecontroleerd huilen) de aanwezigheid en niveaus van het stresshormoon cortisol. Het kind was in een kamer met een éénrichting spiegel, de moeder in de kamer ernaast waar de spiegel een raam is.
De eerste twee avonden liepen de cortisol niveaus van moeders en kinderen synchroon en de baby’s vertoonden uiteraard ook visueel en auditief waarneembare symptomen van stress (huilen, spartelen, grimassen, etc.). Na enkele dagen vertoonden de kinderen geen waarneembare tekenen van stress meer. Toen vertoonden de cortisol spiegels van moeders en hun kinderen sterke asynchronie. Zodra de waarneembare signalen bij stress bij het kind verdwenen, verlaagden acuut de cortisol spiegels bij de moeder. De kinderen echter vertoonde dissociatie in fysiologische en gedragsrespons, en de cortisol afgifte bleef hoog.
Na enkele nachten van slaaptraining (het kind alleen in bed leggen en ongetroost laten huilen tot hij slaapt) zullen vrijwel alle kinderen stoppen met huilen en in slaap vallen. Dat betekent niet dat ze nu geleerd hebben zichzelf te troosten of dat ze geleerd hebben in slaap te vallen. Ze hebben geleerd dat er geen troost te verwachten valt van hen die ze vertrouwden, van wie verwachtten dat ze er altijd zijn. Ze zijn niet getroost, ze zijn in een constante staat van stress. Stress uit zich in vechten of vluchten, beide een onmogelijkheid voor een zuigeling. Blijft de derde optie: bevriezen. Het kind gaat op stand-by, sluit zich af. De zich ophopende cortisol zorgt voor een voortdurende staat van inflammatie en tast de hersenfunctie aan.
Mooi dat het nu dan ook eens meetbaar aangetoond is. We wisten dit natuurlijk al. Het is al op andere manieren onderzocht, maar ”de echte wetenschap” kijkt vaak toch wat neer op psychologisch, sociologisch en antropologisch onderzoek. Dat is naar wetenschapssmaak toch te veel empirisch en beredeneerd, dan degelijk cijfer- en statistiekenwerk. Misschien dat door dit en andere onderzoeken met meetbare resultaten eindelijk het besef eens door zal dringen dat gorillamoeders veel beter begrijpen hoe ouderschap werkt dan menselijke deskundologen die ouders in de eerste jaren adviseren. Ik zeg het daarom nog maar even met extra nadruk:
Moeders en baby’s horen dicht bij elkaar.
Jonge kinderen zouden niet alleen gelaten moeten worden om te huilen.
Jonge kinderen zouden niet alleen gelaten moeten worden om te slapen.
Jonge kinderen zouden niet alleen gelaten moeten worden.
Uitleg bij Wikipedia over de HPA-as in het Nederlands en in het Engels (uitgebreider) waarover het hieronder geciteerde artikel gaat. Asynchrony of mother–infant hypothalamic–pituitary–adrenal axis activity following extinction of infant crying responses induced during the transition to sleep – Early Human Development. Middlemiss W, Granger DA, Goldberg WA, Nathans L: Asynchrony of mother–infant hypothalamic–pituitary–adrenal axis activity following extinction of infant crying responses induced during the transition to sleep. Early Human Development 2011, 88(4):227-232. Abstract This study examines change in the synchrony between mothers’ and infants’ physiology as 25 infants (11 males; 4 to 10 months of age) participate in a 5-day inpatient sleep training program in which they learn to self-settle through extinction of crying responses during the transition to sleep. The mothers’ and infants’ experience during the extinction protocol was “yoked” by the infants’ behavioral signaling during the sleep transition period. Saliva was sampled for mothers and infants at initiation of infants’ nighttime sleep and following infants’ falling to sleep on two program days and later assayed for cortisol. As expected on the first day of the program, mothers’ and infants’ cortisol levels were positively associated at initiation of nighttime sleep following a day of shared activities. Also, when infants expressed distress in response to the sleep transition, mother and infant cortisol responses were again positively associated. On the third day of the program, however, results showed that infants’ physiological and behavioral responses were dissociated. They no longer expressed behavioral distress during the sleep transition but their cortisol levels were elevated. Without the infants’ distress cue, mothers’ cortisol levels decreased. The dissociation between infants’ behavioral and physiological responses resulted in asynchrony in mothers’ and infants’ cortisol levels. The findings are discussed in relation to understanding the determinants and implications of maternal–infant physiological synchrony in early childhood.
EDIT:
Ik werd gewezen op een onnauwkeurigheid in mijn weergave van de behandeling van kalveren en koeien. Ik wekte de indruk dat het kalf onder zijn barende moeder vandaan wordt gerukt. Dat is niet juist. Kalveren blijven over het algemeen wel enige uren tot een dag bij hun moeder, maar dan worden ze toch apart gezet. Koeien zijn kuddedieren en het is de bedoeling dat hun jongen gedurende hun hele zuigelingentijd dicht bij hen blijven. Feit blijft dat in melkveehouderijen het vrijwel nooit voorkomt dat de kalfjes langer dan een dag bij hun moeder blijven, omdat wij de melk willen hebben die voor hen bedoeld was. Op enkele biologische melkveehouderijen blijven de kalveren wel bij de koeien. Die boeren hebben vrede met een lagere opbrengst ten gunste van het dierenwelzijn.