HELMOND – Gonneke van Veldhuizen-Staas uit Helmond stond aan de wieg van de verspreiding van de huidige Nederlandse kennis over borstvoeding. ‘Er zijn zoveel spookverhalen.’
Lilian Dominicus in het Eindhovens Dagblad 04-09-19. Oorspronkelijk artikel
Vijf kinderen heeft Gonneke van Veldhuizen-Staas (63) grootgebracht. Allen kregen ze borstvoeding en dat was voor die tijd helemaal geen vanzelfsprekendheid. Vooral hoogopgeleiden begonnen er niet aan. ,,Zoals mijn oudere zus. ‘Dat is toch helemaal niet wetenschappelijk’, zei ze dan. Ik was een dwars kind, altijd al. Als zij iets niet deed, ging ik het zéker wel doen. Mijn man steunde me, maar ik heb ook veel gehad aan mijn schoonzusje. Die streepte tijdens mijn eerste zwangerschap direct de flessen en toebehoren op het lijstje van de kraamzorg door, want ‘jij gaat gewoon borstvoeding geven’”, zegt ze.
Haar kennis over borstvoeding was, net als bij de meeste jonge moeders, niet bijster groot. ,,Bij de eerste was ik vrij naïef. Ik dacht, de zuster en dokter hebben ervoor geleerd, die zullen het wel weten. Dus na zes weken gaf ik haar lepeltjes Roosvicee, het begin van de bijvoeding. Met negen maanden at ze met de pot mee.” Het bleken slechte adviezen, ook al heeft ze haar oudste nog negen maanden moedermelk kunnen geven. ,,Ik hield er een vaag gevoel van onbehagen aan over. Bij de tweede dacht ik, dat moet anders kunnen.”
Veel mensen denken dat een baby vanaf zes maanden afbouwt met borstvoeding, maar dat is helemaal niet waar. Als je een kind op natuurlijke wijze laat spenen, is het gemiddelde vier jaar. Gonneke van Veldhuizen-Staas , Lactatiekundige
Toeschietreflex
Zo kwam ze in contact met La Leche League (LLL). De Amerikaanse borstvoedingsorganisatie begon in de jaren tachtig van de vorige eeuw net voet aan de grond te krijgen in Nederland. ,,Ik las erover in een tijdschrift, er zat een telefoonnummer bij. De correspondentie verliep via de typemachine.” Ze leerde dat het beter is te wachten met het geven van vast voedsel tot het moment dat de darmen van de baby gerijpt zijn. Met een maand of zes, dus. En dat voeden volgens een vast schema om de zoveel uur niet bevorderlijk is voor het slagen van een borstvoedingsavontuur. ,,Het kan bij sommige vrouwen in het begin wel vijf minuten duren voordat de toeschietreflex op gang komt. Als je dan volgens schema maar zeven minuten mag voeden, krijgt de baby veel te weinig binnen.”
Door al die nieuw opgedane kennis verliep de borstvoeding van haar andere kinderen beter en duurde langer. ,,Veel mensen denken dat een baby vanaf zes maanden afbouwt met borstvoeding, maar dat is helemaal niet waar. Als je een kind op natuurlijke wijze laat spenen, is het gemiddelde vier jaar.”
Nul-groep
Ze hielp als vrijwilliger bij LLL andere vrouwen met advies over borstvoeding. Later werd ze voorzitter. ,,Vanuit daar zijn de eerste lactatiekundigen ontstaan.” Van die groep zijn nog altijd enkele werkzaam als lactatiekundige, maar Gonneke is wel de actiefste als het gaat om het verspreiden van kennis op het gebied van borstvoeding. Ze gaf en geeft lezingen aan borstvoedingsorganisaties, werkte mee aan het nationale borstvoedingsbeleid op Aruba en gaf vorig jaar samen met kinderdiëtist en lactatiekundige Stefan Kleintjes Het Nieuwe Borstvoeding Boek uit.
Al jaren probeert ze de vooroordelen die over borstvoeding bestaan weg te poetsen. ,,Er zijn zoveel spookverhalen. Op medicijnen en voedingssupplementen staat meestal uit voorzorg dat je een huisarts moet consulteren als je ze wilt gebruiken wanneer je borstvoeding geeft. Maar het overgrote deel ervan is veilig. Je mag zelfs af en toe een glaasje drinken. Een delirium is geen goed idee, maar zolang je wettelijk nog mag rijden, kan het.”
Maffiabazin
De Godmother van de borstvoeding in Nederland en Vlaanderen. Het is een associatie die niet zo gek is voor een vrouw die al zo lang bezig is om vrouwen (en hun partners) te informeren over borstvoeding. Zelf koketteert ze ermee in een vlog, waarin ze zichzelf parodiërend neerzet als boze maffiabazin. ,,Ik word er wel eens van beschuldigd van de borstvoedingsmaffia te zijn, zo’n eng mens, zo’n geitenwollen sokken-geval die vrouwen dwingt hun kind aan de borst te leggen want anders…. Ik herken me er niet zo in”, vertelt ze daarin. ,,Ik probeer wél te vertellen hoe borstvoeding werkt.”
Voor haar is moedermelk alleen al vanwege de samenstelling het beste dat een baby kan krijgen en komt kunstvoeding op een tweede plaats. Maar het is haar ook te doen om het psycho-emotionele aspect, zoals een gezonde hechting van het kind. ,,Borstvoeding draagt daar aan bij: je moet je kind tegen je aan houden, anders gaat het niet. Maar je bent geen slechte moeder wanneer je daar niet voor kiest.”
Min
Ooit was borstvoeding geven de normaalste zaak van de wereld. ,,Er bestaat een zeventiende-eeuws schilderij met een moeder op een kerkbank. Het kind staat ernaast en krijgt de borst. In de Victoriaanse tijd wisten ze dat de kans op overlijden bij een zuigeling hoog was wanneer er geen borstvoeding werd gegeven.”
Nu wordt vanuit de maatschappij vreemd gekeken naar zogende moeders en zeker lang-voedsters. ,,Het is te weinig zichtbaar. Indertijd zat ik wel eens op het strand van Domburg tussen de Duitse dames ‘ohne Oben’, topless dus. Maar zelfs wanneer ik in degelijk badpak, met een handdoek over mijn borst mijn kind voedde, kreeg ík alle bekijks. Commentaar kreeg ik niet; dat is meer van deze tijd, denk ik. Moeders worden tegenwoordig weggestuurd wanneer ze in het openbaar voeden. ‘Doe dat maar in de wc’, zeggen ze dan. Ik ben een flowerpower-kind, ik noem het De Nieuwe Preutsigheid. Wat mankeert er in jouw bovenkamer dat je kind, voeding en seks met elkaar verenigt? Je ziet een baby, peuter of kleuter die eet, niets meer dan dat.”