Virussen veroorzaken besmettelijke ziekten. Maar wat is besmettelijk en wat is wel of niet een besmettingsrisico. Onderzoekers bekeken heel veel publicaties van onderzoeken aangaan de besmettelijkheid van COVID 19 en kwamen tot interessante conclusies.
De twee grootste afbeeldingen gaan over binnen versus buiten en over goed versus niet goed geventileerde binnen ruimtes. Voor elke infectie die plaatsvond in de buitenlucht waren er bijna 19 infecties in huizen of gebouwen. Dat is natuurlijk logisch, want in de buitenlucht vervliegen de virusdeeltjes makkelijker en het duurt lang voor de buitenlucht ermee verzadigd is. De ”virusdichtheid” van de lucht die je buiten inademt is een stuk lager dan binnen.
Als we dan verder inzoomen op binnenshuis, dan zien we dat daar veel verschil is tussen wel of niet goed geventileerde ruimten. Ook hier weer zien we dat bijvoorbeeld een goede luchtstroom en luchtafvoer zorgt voor minder besmettelijkheid. Dus: als je met anderen samen binnenshuis moet zijn, zorg dan dat de ruimte goed geventileerd is. Dit is met name ook van belang in scholen, die vaak juist uitermate slecht geventileerd zijn. Slechte ventilatie is op een aantal andere punten ook ongezond voor kinderen. Ze leren slechter door de bedompte lucht, krijgen vaker hoofdpijn en zijn ook bevattelijker voor allerlei andere infecties dan alleen corona.
De andere twee items gaan over voedsel en over oppervlakte en materialen. Voedsel is duidelijk: COVID-19 is besmettelijk via de lucht, meer bepaald vochtdruppeltjes in de lucht, komend uit de longen van dragers van het virus. Dus zolang degene die het eten klaarmaakt niet boven het voedsel staat te kwijlen of er overheen hoest of niest is de kans dat voedsel een bron van besmetting is uitermate laag.
Kinderverzorging en -opvang
En hierbij raak ik dan toch een beetje aan mijn primaire onderwerp: de voeding en verzorging van kinderen. Allereerst de voeding: COVID-19 wordt niet overgedragen door moedermelk, ook niet als de moeder zelf virusdrager is. De besmetting gaat via het inademen van besmette druppeltjes, niet via vocht dat wordt gedronken. Daarnaast is aangetoond dat moeders grote hoeveelheden antistoffen aanmaken in hun melk tegen ziekteverwekkers waarmee ze in aanraking komen. Moeders en kinderen hoeven niet van elkaar worden gescheiden, ook niet als moeder drager is van virusdeeltjes. Scheiding van moeder en kind maakt voor allebei hun immuunsysteem juist kwetsbaarder.
Dan het punt van de oppervlakken. De onderzoekers van Sense for Science geven heel duidelijk aan dat , hoewel de aanwezigheid, en de overleving gedurende een bepaalde tijd, van het virus op diverse soorten oppervlakken is aangetoond, het absoluut niet is aangetoond, noch gemeld, dat het virus via ”besmette” oppervlakken kan worden verspreid en daarmee tot besmetting kan leiden. Met andere woorden: je kunt wel virusdeeltjes op oppervlakken achterlaten en de volgende persoon die dat aanraakt kan het aan zijn vingers krijgen, maar het is geen bron van besmetting. Want, zoals we al eerder zagen: besmetting met COVID-19 gebeurt via het inademen een zekere hoeveelheid van druppeltjes met virusdeeltjes erin.
Uiteraard is handhygiëne bij het klaarmaken van voedsel belangrijk, want er zijn talloze ziekteverwekkers die wel langs andere routes kunnen worden verspreid. En natuurlijk is voorkomen dat je over het voedsel heen hijgt, kwijlt, hoest of niest ook nog steeds belangrijk, want ook daarmee kun je talloze andere ziekteverwekkers verspreiden.
Nu dan nog even heel erg dicht bij mijn doelgroep: kinderen in de kinderopvang. De meeste kinderen leven een flink deel van hun tijd in een of andere vorm van kinderopvang. Georganiseerde kinderopvang heeft overal regels voor, ook buiten corona-crisis-tijden, maar in deze tijden komt daar nog eens een klap bovenop. Een van die toegevoegde regels is dat tractaties niet zelfgemaakt mogen zijn en voorverpakt dienen te zijn. Dit heeft, naast het feit dat het niet werkt om besmetting te voorkomen (zie eerdere alinea’s), ook andere nadelen. Een groot nadeel is dat het haast onmogelijk is om op die manier te zorgen voor gezonde en verantwoorde traktaties. De gezondheid van de kinderen in de kinderopvang (veel breder dan alleen de mogelijkheid van een corona besmetting) hangt voor een heel groot deel af van hoe gezond het voedsel is dat zij krijgen. Voorverpakte eetbare traktaties vallen vrijwel nooit onder het label ”gezond”. Daarnaast is al dat plastic ook geen heel erg goed idee wanneer je nadenkt over duurzaamheid. Die duurzaamheid, of het gebrek eraan, is van het grootste belang voor de gezondheid van onze kinderen later. Als wij ze een uitgeputte en vervuilde wereld nalaten, zal dat hun gezondheid en levensverwachting niet ten goede komen.
De regel om enkel voorverpakte traktaties toe te laten komt voort uit angst en dat is, zoals we weten, een heel slechte raadgever. Of misschien is het de drang om ”het beste jongetje in de klas” te zijn of ”heiliger dan de paus”, want die richtlijn is geen onderdeel van de richtlijnen die de overheid geeft. Hoe dan ook, ik roep richtlijnmakers en -volgers in de kinderopvang op om die richtlijn te schrappen of niet na te volgen. Waar ik dan weer wel voor ben is om eens met een zeer kritisch oog te kijken naar de voedingsrichtlijnen die nu veelal worden gebruikt in de kinderopvang. Die kunnen namelijk nog wel verbetering gebruiken, bijvoorbeeld op het punt van suiker en geraffineerde koolhydraten, fabrieksmatig geproduceerde ”voedselgelijkende substanties” vol met conserveringsmiddelen, kleur-, geur- en smaakstoffen en het gebrek aan vet.