Geplaatst op 2 Reacties

Zuigobject

zuigobject

Zuigbehoefte is de behoefte aan zuigen die de zuigeling heeft zolang hij biologisch bepaald nog behoefte aan borstvoeding heeft. Het zuigobject van een keuze is uiteraard de borst, maar hoe zit het met duimen en fopspenen?

Nogal wat ophef werd veroorzaakt door de rapportage in diverse online magazines over een onderzoek dat zou zijn uitgevoerd in Oregon, USA. Volgens de artikelen, die allemaal vrijwel identiek zijn aan dat van Rochman op Family Matters (2012) bleek tot grote verbazing van de onderzoekers dat beperking van fopspeengebruik de borstvoedingcijfers deed dalen. [Bochman B: Bring Back the Binky? Study Finds Pacifiers Actually Boost Breast-Feeding]

Leonardo DiCaprio als Frank Abagnale Jr. in Catch Me If You Can, waarin hij als persoonsverwisselaar iedereen overtuigend fopt; metJohnathan Brent als Dr. Ashland (R) en Shane Edelman als Dr. Harris (L)

De auteurs, waarvan alleen een co-auteur wordt geciteerd, worden in het artikel voorgesteld als voorvechters van borstvoeding, die de cijfers voor exclusief borstvoeding in hun ziekenhuis wilden laten stijgen van bijna 80 naar 90% door het gebruik van fopspenen terug te brengen. In plaats van een stijging zagen zij een teruggang naar ruim onder de 70% exclusief borstvoeding en een stijging van kunstvoeding-erbij van 18 naar 28%. De teneur van het bericht is dat de onderzoekers zich zwaar gefopt voelen door de fopspeen. Of door de moeders of de baby’s of de borstvoeding zelf. Maar gefopt waren ze, blijkbaar.
Als ik zulke berichten lees komen er bij mij meestal meer vragen omhoog dan dat ik er antwoorden door krijg. De eerste vraag is dan: waar is het originele artikel, want daar stel ik dan de volgende vragen aan: hoe is het onderzoek uitgevoerd, waren er interventie en controlegroepen en hoe werden die samengesteld. Wat was de interventie precies en kregen de moeders die geen fopspeen mochten gebruiken wel een alternatief? Geen onderzoek te vinden in de databases. Het blijkt een studie te betreffen die werd gepresenteerd op een conferentie. Dan voel ik me gefopt. Want een verslag als dat van Bochman is maar van horen zeggen. Ik wil weten wat de onderzoekers zelf deden en erover zeiden in hun oorspronkelijke werk.

De geciteerde onderzoeker Dr. Carrie Phillipi erkent zelf dat het maar een observationele studie was. Dus geen interventie en controlegroepen. De uitkomsten van dergelijke onderzoeken geven aan dat er tussen tegelijk optredende fenomenen een verband kan zijn. Niet of het een nevenschikkend (tegelijkertijd onafhankelijk van elkaar optredend) of een causaal (het een veroorzaakt het ander) verband is en al helemaal niet welke gebeurtenis de oorzaak en welke het gevolg is. Er kunnen dus al helemaal geen conclusies uit worden getrokken, zoals Buchman en/of Philipi lijken te doen, of zuigverwarring al dan niet bestaat.
Ik kan wel een paar verklaringen voor de door Philipi teleurstellende uitkomsten bedenken. Zolang ik het originele onderzoek niet heb gelezen is ook dit maar koffiedikkijkerij, uitdeduimzuigerij, of liever gezegd uitdefopspeenzuigerij. Fopspenen worden ruwweg om twee redenen gebruikt. De meest voorkomende is omdat men denkt dat dat zo hoort, normaal is. de tweede omdat er een probleem is dat ermee lijkt te kunnen worden opgelost. Als moeders die een fopspeen willen gebruiken om een probleem te lijf te gaan die mogelijkheid wordt ontnomen en er wordt hen geen alternatief geboden om aan het probleem te werken, dan ligt het heel erg voor de hand dat er dan maar naar kunstvoeding wordt gegrepen.
Al met al blijft onderzoek naar verbanden tussen borstvoeding succes en falen enerzijds en fopspeengebruik anderzijds vaag en ongrijpbaar. De uitgangspunten van diverse partijen zijn anders en de onderzoeksvragen zijn anders indien al bestaand. Ongrijpbaar. ‘’Pak me dan als je kan, je kan me toch niet krijgen’’ lijkt te altijd foppende fopspeen spottend te roepen.

Freudiaans zuigobject

Sigmund Freud, grondlegger van de psychoanalyse, met een zuigobject

Zuigbehoefte is een van de primaire instincten die ervoor zorgen dat een pasgeboren zoogdier aan voeding, koestering en bescherming komt. De drang om te zuigen is zo sterk, dat als maar iets de lippen of de mond raakt de reflex al haast op gang komt. Bij zoogdieren die, zoals de mens, geprogrammeerd zijn om de klok rond frequent, mogelijk bijna continue, aan de borst te gaan, kun je verwachten dat de zuigbehoefte het sterkst ontwikkeld is. De beloning voor het voldoen aan de zuigbehoefte gaat verder dan het alleen krijgen van voedsel; het is een diep bevredigende en inprentende ervaring. Zo sterk is die inprenting dat zuigen voor veel mensen nog lang een troostend effect kan hebben.

Volgens antropologe Kathy Dettweyler [Sue Ann Kendall en Katherine Dettwyler: Is duimzuigen normaal?] kun je zuigbehoefte verwachten zolang een kind evolutionair bepaald nog borstvoeding verwacht, met andere woorden tussen 2,5 en 7 jaar.
Volgens de theorieën van Freud’s psychoanalyse wijst duimzuig- en vergelijkbaar gedrag na de eerste kinderjaren erop dat er nog onvervulde behoeften zijn die moeten worden gecompenseerd. Zuigbehoefte is dus een sterke behoefte, net zo sterk bijna als de behoefte aan voedsel en die aan menselijke nabijheid. Het is dan ook niet nodig om bij een baby of peuter die ‘’voedingssignalen’’ geeft die te analyseren naar ‘’honger’’, vermoeidheid’’ of ‘’zuigbehoefte’’. Alles kan worden voldaan aan de borst. Tenzij moeder even iets anders te doen heeft of even haar lijf terug wil. In dat geval volstaat voor het voldoen aan de zuigbehoefte elk min of meer uitstekend object, al dan niet vastzittend aan een persoon.

2 gedachten over “Zuigobject

  1. […] ben geen speen  Zuigobject Fopspenen, zoethoudertjes en substituten […]

  2. […] intra-orale ontwikkeling bij de zuigeling Weldoener Fopspenen, zoethoudertjes en substituten Zuigobject De voedselverstrekking […]

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.