Geplaatst op Geef een reactie

Geschiedenis

Tijdreizen is een geliefd thema voor filosofische discussies en verhalenvertellers. Teruggaan in de tijd is in theorie mogelijk, omdat tijd niet zo lineair is als ze ons toeschijnt, maar de praktische bezwaren zijn immens. Want daar loert altijd het vlinder effect. Als, door de aanwezigheid of handelingen van de tijdreizende persoon, ook maar het minste verandert, zal de toekomst van het verleden waarin hij zich bevindt onherroepelijk ook veranderen en zou het zomaar kunnen gebeuren dat hij niet meer geboren gaat worden. Reizen naar de toekomst is nog riskanter, want wie weet wat je daar gaat aantreffen, zonder dat je weet of en zo ja, hoe je dat kunt veranderen als dat nodig zou zijn. Alleen een Time Lord kan zonder complicaties, of alleen de door hemzelf gewenste complicaties heen en weer gaan door de tijd.

David Tennant reist als de Timelord The Doctor door tijd en ruimte in de TARDIS (makkelijk te verwisselen emt een Britse politie telefooncel in Doctor Who (2005– )
David Tennant reist als de Timelord The Doctor door tijd en ruimte in de TARDIS (makkelijk te verwisselen met een Britse politie telefooncel in Doctor Who (2005–)

Morgen is vandaag gisteren. Ofwel: wat nu het heden is, was gisteren de toekomst en is morgen geschiedenis. Wat nu is, is het gevolg van wat gisteren was. Dat valt niet meer te veranderen. Je kan er wel van leren, zodat wat je vandaag doet een betere verwachting voor de toekomst kan bieden. Wat in het verleden gebeurde kan voor vandaag een les zijn om de toekomst beter te maken. Dat is dus zo’n beetje de lijn in mijn verhaaltje van vandaag. Terwijl ik dit schrijf kijk ik nu en dan met een half oog naar de discussies op Facebook. Een paar daarvan gaan over verouderde adviezen. Vrouwen van mijn generatie, de oma’s van nu, waren de moeders een jaar of dertig geleden. In die tijd werden borstvoedingsadviezen gegeven waarvan nu je haren recht overeind gaan staan.

Geloof me, ik heb er een elastiek in gedaan om ze omlaag te houden.

Ik kreeg die adviezen ook en ik ben ook begonnen ze op te volgen. Deels dan toch, voor de meeste was ik te lui. Andere adviezen kwamen mij toen al heel vreemd over. Ik zocht dus meer informatie en bij mijn volgende vier kinderen wist ik beter. Daarna maakte ik mijn beroep van dat beter weten.

Veel moeders dachten oprecht dat de informatie en adviezen die zij van hun zorgverleners kregen goed waren en dat zij iets fout deden als het niet werkte of dat er iets mankeerde aan hun kind. En zij ploeterden braaf voort of gingen over op kunstvoeding, want ‘’ik had niet genoeg melk’’ of ‘’ik had wel volop melk, maar er zat niks in’’ of ”ze zeiden dat pijn aan de tepels er nu eenmaal bij hoorde, maar ik kon het niet meer opbrengen’’. Deze ervaringen delen zij nu met hun dochters die borstvoeding willen geven aan hun kleinkinderen. Dat is logisch, want dit was hun ervaring.

Minder plezierig is dat die onjuiste informatie en adviezen, die leidden tot de negatieve ervaringen van de oma’s van nu, door de zorgverleners ook werd doorgegeven aan de nieuwe generaties zorgverleners en dat in de opleidingen veranderingen maar traag zijn doorgesijpeld en vaak helemaal niet. Veel van diezelfde verlopen en beschimmelde adviezen worden nog steeds gegeven, niet alleen door de oma’s, maar ook door de zorgverleners.

(LET OP: ik scheer hier gemakshalve even de hele beroepsgroep over één kam. Uiteraard ben ik me ervan bewust dat er ook veel zorgverleners zijn die het heel goed doen en wel bijleren. Hoor je bij die laatste groep, voel je dan alsjeblieft door mijn gelamenteer niet aangesproken!)

Het wordt zorgverleners ook niet makkelijk gemaakt om goede informatie te krijgen op basis waarvan ze goede adviezen kunnen geven. De curricula van de zorgopleidingen tegenwoordig gaan meer over competenties dan over degelijke kennis. In veel HBO opleidingen zijn degelijke theoretische, evidence based colleges niet of nauwelijks meer te vinden. De studenten moeten zelf de kennis bij elkaar zoeken. Voor een deel leren ze dat tijdens de stages van de oude rotten in het vak. Juist, diezelfde waar ik het eerder over had. En voor een ander deel komt de kennis die zij over de voeding en het gedrag van de gezonde zuigeling leren van commercieel belanghebbenden. (De negatieve gezondheidseffecten daarvan kunnen dan commerciogeen genoemd worden: ziekte veroorzaakt door commercie.)

Goede en neutrale kennis over de voeding van zuigelingen hoort van wetenschappelijk geschoolde deskundigen met up-to-date kennis te komen. Dat kost uiteraard geld, die mensen moeten namelijk met het doorgeven dan die kennis hun brood verdienen, net als alle andere docenten en hoogleraren. De informatie die komt van partijen met een commercieel belang is gratis, gaat soms zelfs gepaard met extra cadeautjes en financiële voordelen. Voor onderwijs- en zorginstellingen die besparing op besparing moeten doorvoeren is dat uiteraard zeer aantrekkelijk. Zij houden, even uiteraard, zichzelf en hun studenten of medewerkers voor de gek. Niets komt voor niets. Uiteindelijk betaalt iemand de rekening. In dit geval wordt die rekening betaald door moeders en kinderen. Het kind is, zoals wel vaker, het kind van de rekening.

Laten we nu eindelijk vandaag iets leren van gisteren, zodat we het morgen beter kunnen doen. Zodat de rekening morgen niet door de kinderen hoeft te worden betaald.