Een veel gegeven reden voor het geven van borstvoeding is dat het allergie zou voorkomen. Nu heb ik daar al eerder over geschreven (zie tag: allergie) en geconstateerd dat dat nu net een reden is die niet terecht is. Een allergie is de aanleg om met een overdreven actie van het afweersysteem te reageren op een stof die normaliter geen afweerreacties oproept.
Een allergie krijg je niet door het eten van het een of het ander, maar kan wel worden getriggerd als je iets eet wat jouw lichaam aanziet voor een aanvallende stof. Exclusief borstvoeding geven vermindert de kans dat het kind met een voor hem allergene stof in aanraking komt en voorkomt dus het tot uiting komen van een allergie. Maar helemaal waterdicht is dat systeem niet. Wanneer de borstvoedende moeder namelijk zelf, mogelijk door een al dan niet ontdekte allergie, een doorlaatbare darm heeft, dan kan haar kind allergische reageren op grote stukken eiwitten uit haar voeding. Aan de andere kant kan het ook zo zijn dat die stukjes vreemde eiwitten in de moedermelk een kind voorzichtig laten wennen aan andere eiwitten en zo mogelijk de sensibilisering voor een allergie of overgevoeligheid verminderen.
Om allerlei redenen verdient het aanbeveling om met het geven van andere voeding dan moedermelk te wachten tot minimaal zes maanden. Veel zorgverleners die moeders adviseren lijken het daar erg moeilijk mee te hebben. Toen dan ook een poosje geleden twee onderzoeken het daglicht zagen, die het vermoeden deden rijzen dat vroegere introductie van vast voedsel het vóórkomen van sommige vormen van allergie (astma-achtige aandoeningen en coeliakie) zou beperken, werden binnen no-time de officiële richtlijnen aangepast van ”vanaf zes maanden” naar ”tussen vier en zes maanden”. Inmiddels zag een nieuw onderzoek het licht dat de bevindingen van het eerder genoemde onderzoek finaal tegenspreekt. In een degelijk onderzoek met een onderzoeks- en een controlegroep, die respectievelijk gluten en een gelijk uitziende placebo kregen, werd geen enkel verschil in het al dan niet voorkomen van coeliakie gezien. Overigens gaf wel of geen borstvoeding ook geen verschil te zien. Ik ben benieuwd hoe snel de richtlijnen nu worden aangepast.
Een ander interessant onderzoek toonde een verband aan tussen ijzersuppletie tijdens de zwangerschap en een verhoogd voorkomen van coeliakie bij het kind. Men weet niet hoe het komt, maar de oorzaak lijkt niet de anemie van de moeder te zijn. Mogelijk, en nu speculeer ik even vrijelijk er op los, mogelijk tast het extra ijzer de integriteit van de darm van de moeder aan, waardoor zijn meer allergenen doorlaat naar haar kind, waar vervolgens de intolerantie voor gluten wordt getrigggerd. Een overschot aan ijzer in de darm is namelijk een feestmaal voor ziekmakende bacteriën die altijd in de darmflora op de loer liggen. Te veel ijzer wakkert dus de groei van ziekmakende bacteriën aan, dat tast de darmflora aan en daarmee de integriteit van de darmwand. Een niet-integere darmwand is een poreuze of doorlaatbare darmwand.
Lees meer over die vier of zes maanden: ‘’Kenniscentrum Borstvoeding verwerpt richtlijn vier maanden’’ De Groene Vrouw: Die Zes Maanden, juli 2012.
Publicatie Prevent CD onderzoek – Glutenvrij – Nieuws. Vriezinga SL, Renata Auricchio R, Enzo Bravi E: Randomized Feeding Intervention in Infants at High Risk for Celiac Disease. N Engl J Med 2014; 371:1304-1315October 2, 2014DOI: 10.1056/NEJMoa1404172
Association Between Maternal Iron Supplementation During Pregnancy and Risk of Celiac Disease in Children – Clinical Gastroenterology and Hepatology. Størdal, Ketil et al.: Association Between Maternal Iron Supplementation During Pregnancy and Risk of Celiac Disease in Children. Clinical Gastroenterology and Hepatology , Volume 12 , Issue 4 , 624 – 631.e2