Geplaatst op 11 Reacties

WHO-Code

WHO Code

De ”Internationale Gedragscode voor het op de markt brengen van vervangingsmiddelen voor moedermelk” – kortweg de WHO Code – werd door de WHO opgesteld met als doel het beschermen en bevorderen van de gezondheid van kinderen wereldwijd door het beschermen en bevorderen van borstvoeding. Verder lezen WHO-Code

Geplaatst op 1 reactie

Alternatieve genezers aangepakt

Drie berichten over kwaliteit van zorg. De eerste de aankondiging dat minister Schippers de alternatieve genezers beter wil controleren op kwaliteit, de volgende van de antikwakkers vereniging die dat een slecht idee vindt, en de derde van een oud-inspecteur die vindt dat de controle ook op reguliere zorgverleners wel wat beter aangepakt kan worden, omdat daar ook nog van alles mis is.

Vanaf 1 januari zullen ook alternatieve genezers en cosmetische chirurgen op kwaliteit worden gecontroleerd. En gaan ze over de schreef, dan kunnen hun praktijken worden gesloten door de Inspectie voor de Gezondheidszorg. {…} Een goede zaak, zegt gezondheidsminister Edith Schippers:  Ook alternatieve genezers worden nu aangepakt Vereniging tegen de Kwakzalverij niet blij met nieuwe kwaliteitsinspecties – BNR Nieuwsradio De eerste helft van zijn loopbaan was Jan Vesseur huisarts en daarna maakte hij carrière bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Tot hoofdinspecteur aan toe: 12 december | Kwaliteit van zorg door de ogen van de patiënt – BNR Nieuwsradio

Zomaar drie berichten over kwaliteit en controle. Ik vind de mening van de antikwakker erg interessant. ‘Als je iets controleert, erken je het en dan zouden mensen wel eens kunnen gaan geloven dat het ook echt werkt.’ Maar, beste meneer Antikwak, mensen geloven al dat het werkt, anders zouden er niet zo heel erg veel complementaire zorgverleners zijn. Wat dat betreft voel ik meer mee met de emeritus inspecteur die vindt dat de zorgconsument veel meer in te brengen moet hebben in (de controle op) het zorgsysteem. Want, wat de minister en de reguliere zorgverleners ook denken en verkondigen: zorg gaat niet om en niet over de zorgverleners, maar om de zorgvragers. Of iets werkt of niet, wordt niet bepaald door wetenschappelijke onderzoeken, maar door de ervaring van de patiënt. Als de patiënt denkt, voelt of merkt dat het hem beter gaan na behandeling, dan werkt die behandeling. Ook wanneer het op placebo-effect berust. Lang leven het placebo-effect; dat is namelijk een ander woord voor de zelfgenezingskracht van de mens.

De wetenschap mag zich, wat mij betreft, voor het grootste deel bepalen tot het onderzoeken van eventuele gevaren en risico’s van om het even welke behandeling. Daar valt nog een boel eer te behalen, zowel in de reguliere als in de complementaire zorg. Het on-professioneel en on-wetenschappelijk handelen van zorgverleners is ook geen monopolie van de alternatieve zorgverlener. Er zijn voorbeelden te over van onveilig en onwetenschappelijk werkende artsen en andere reguliere zorgverleners. Ik denk aan een zekere neuroloog, om maar een voorbeeld te noemen. Of aan een onderzoek waaruit bleek dat hoe hoger opgeleid de zorgverlener hoe slechter het met de handhygiëne is gesteld. Statistisch gezien.

De obsessie van de huidige gemiddelde reguliere arts met evidence based leidt ertoe dat er een ontstellend gebrek aan theoretische basiskennis is over een aantal onderwerpen. Uiteraard denk ik dan aan borstvoeding. Borstvoeding is zwaar ondervertegenwoordigd als het gaat om onderzoek volgens de huidige gouden standaard voor wetenschappelijk onderzoek. Dat heeft enkele redenen. Ten eerste zijn er weinig financieel belanghebbenden die daar geld in willen steken. Ten tweede is het vrijwel onmogelijk om bij het voeden van een kind dubbelblind te werken en randomiseren is onethisch, dus is er weinig onderzoek en zijn er weinig ”evidence based” behandelmethoden. Dit gebrek aan bewijs wordt dan veelal geïnterpreteerd als bewijs van gebrek. Dit begint al voor er problemen te behandelen zijn, namelijk bij de vraag of borstvoeding überhaupt er toe doet. Maar het (die obsessie met evidence based) voorkomt dus ook dat zorgverleners een goede theoretische basiskennis hebben en op basis daarvan kunnen beredeneren hoe iets werkt en of het werkt. Dan zijn er ook nog aspecten als altijd gaan voor de quick fix en het behandelen van symptomen in plaats van oorzaken en een algeheel ontkennen van het belang van borstvoeding. (Eenzelfde verhaal kan ik ophangen over een fysiologische zwangerschap en baring)

Het is duidelijk: ik vind hier iets van. Of over.

En jij? Wat vind jij?

Laat het me eens weten.