Ik neem aan dat het allemaal goed bedoeld is. Ik bedoel maar, je mag toch aannemen dat zorgverleners en aanverwanten het beste met hun cliënteel voorhebben. Daar mag je toch wel van uitgaan, dacht ik zo . Want, ja, het ligt toch voor de hand dat ze weten waar ze het over hebben en niet zomaar wat aannemen. Vooronderstellingen, veronderstellingen, aannames, assumpties, … .
Eerder verschenen in april 2013
Een apotheker zegt: “uw kind is inmiddels 2 jaar, ik neem aan dat u gestopt bent met borstvoeding” en een vroedvrouw in een ziekenhuis: ”Vitamine K blijven geven zolang u borstvoeding geeft.” Aangezien het voorschrift voor vitamine K uitgaat van suppleren gedurende de eerste drie levensmaanden is de aanname van de vroedvrouw dus dat de borstvoeding periode eerder in maanden, dan in jaren wordt berekend. En de apotheker kan zich niet voorstellen dat zoiets tot aan de tweede verjaardag doorgaat.
Zulke flagrante missers doen bij mij dan altijd de vraag rijzen of de onnozelheid van de betreffende zorgverleners ook tot in de andere delen van hun werk en kennis reikt. En al snel vormt zich bij mij dan de vooronderstelling dat dat vast zo is. Want waarom zou iemand zo kieskeurig zijn in wat wel en wat niet gekend is. Waarom zou een zorgverlener over alles goed geïnformeerd zijn en goed informeren, met uitzondering van één onderwerp? De aanname dat zij er op meerdere fronten de kantjes van af lopen ligt dan toch wel voor de hand, lijkt mij. Maar nee, ik mag mijzelf niet ook bezondigen aan hypothesen, aannames, vooronderstellingen en assumpties. Een enkele uitglijder wil helemaal niet zeggen dat de rest van de kennis net zo droevig is. Toch?
Maar als het inderdaad zo is, dat zorgverleners een soort van blinde vlek hebben op een enkele onderwerp, hoe komt dat dan. Zouden ze dat onderwerp gemist hebben tijdens de opleiding? Een dagje gespijbeld, de toetsen erover niet gemaakt? Afgaand op het zeer breed voorkomen van deze blinde vlek lijkt me dat niet, dan zouden de klassen nu en dan akelig leeg zijn, vrees ik. Maar dan blijft er maar één mogelijkheid over: het ontbreekt in het programma van de opleidingen. Ze leren er gewoon niks over. Of ze leren er de verkeerde dingen over. Ik weet eigenlijk niet wat ik erger vind: helemaal niet of wel, maar verkeerd.
En dat is allemaal zo vreselijk onnodig, want de kennis is er, kant en klaar voorverpakt als voorbeeld hoofdstuk voor een curriculum voor medisch studenten. En allerlei uitgaven van de WHO met kennis over alle aspecten van borstvoeding. Allemaal van deugdelijke wetenschappelijke referenties voorzien. En als bonus van ondergetekende nog een stukje over hoe lang de borstvoedingperiode kan duren. Speciaal voor de apotheker. En mocht er interesse zijn, dan verhuurt diezelfde ondergetekende zich graag als specialist-gastdocent om de opleiding aangaande borstvoeding vorm te geven. Velen van uw collegae apothekers, apothekersassistenten, vroedvrouwen, verloskundigen, artsen en kraamverzorgenden gingen u al voor. Het is niet eng, ik heb geen dubbele agenda en ik bijt niet.
- Infant and young child feeding: Model Chapter for textbooks for medical students and allied health professionals (2009)
- Nutrient adequacy of exclusive breastfeeding for the term infant during the first six months of life (2002)
- Report of the expert consultation of the optimal duration of exclusive breastfeeding (2001), Geneva, Switzerland, 28-30 March 2001
- The optimal duration of exclusive breastfeeding: a systematic review (2001)
- Feeding and nutrition of infants and young children (2003)
C.G.A. van Veldhuizen-Staas: De duur van de borstvoeding periode in medisch/fysiologisch, cultureel- en historisch-antropologisch en biologisch perspectief. 2001, 2006, 2015, 2019