Een lactatiekundige geeft antwoorden op vragen over borstvoeding, mogelijke oplossingen voor problemen bij borstvoeding, voorlichting over borstvoeding. Dit kan via artikelen, cursussen, boeken en via een consult.
Borstvoeding geven: natuurlijk, maar niet altijd vanzelf.
Borstvoeding kan voor sommige vrouwen problemen geven. Zij hebben te weinig of te veel melk, pijnlijke tepels of hun kindje lijkt niet te kunnen of willen drinken. De meeste van deze en andere problemen zijn met de juiste informatie vooraf te voorkomen of met goede hulp op te lossen. Ook vrouwen die zelf een handicap hebben, chronische ziek zijn of een kindje krijgen met een handicap, die hun kind met een keizersnede krijgen, die een geadopteerd kindje borstvoeding willen geven of een meerling of die na het stoppen met borstvoeding opnieuw willen beginnen, kunnen door de lactatiekundige worden geholpen.
De lactatiekundige kan samen met jou een antwoord vinden op je vragen, een oplossing vinden voor de problemen en zo jou en je kindje (weer) laten genieten van borstvoeding.
Wat is een lactatiekundige?
Een lactatiekundige is een gediplomeerd paramedisch specialist. Z/hij begeleidt moeders die problemen ervaren of verwachten bij de borstvoeding en geeft cursussen voor zorgverleners en ouders over borstvoeding. Cursussen en informatie tijdens de zwangerschap zijn een voorbereiding op een goede start met borstvoeding. Het kan gebeuren dat er een situatie ontstaat waarvoor een gewone voorbereiding niet voldoende is. Bijvoorbeeld bij een vroeggeboorte of een kind met een geboortedefect. De lactatiekundige kan ook gezinnen helpen, in omstandigheden die borstvoeding ingewikkeld kunnen maken.
De lactatiekundige van Eurolac Lactatiekunde is lid van de Vereniging Specialisten Borstvoeding & Babybegeleiding (VSBB).
Hoe werkt een lactatiekundige?
De lactatiekundige van Eurolac Lactatiekunde komt bij de cliënte aan huis of in het ziekenhuis. De lactatiekundige kan ook telefonisch of via Zoom geraadpleegd worden of via persoonlijke e-mail.
Een persoonlijk consult bestaat uit het opnemen van de voorgeschiedenis, het observeren van een voeding en zo nodig (en na toestemming van de cliënte) een onderzoek van de borsten en/of de mond van het kind, het stellen van de lactatiekundige diagnose en het opstellen en uitvoeren van een behandelplan.
Het opnemen van de voorgeschiedenis
Om te kunnen vaststellen wat precies het probleem is, waardoor het wordt veroorzaakt en hoe het best kan worden aangepakt, wordt een voorgeschiedenis opgenomen. Afhankelijk van het soort probleem, de leeftijd van het kind en andere factoren zal de lactatiekundige onder andere vragen naar enkele of meerdere van de volgende gegevens.
Conceptie en zwangerschap: Is de zwangerschap spontaan ontstaan; waren er complicaties tijdens de zwangerschap; de hoeveelste zwangerschap was het, …
Bevalling: Werd het kind ruim voor, ongeveer op of ver na de uitgerekende datum geboren; verliep de baring normaal of met complicaties; werden medicaties toegediend; waar vond de geboorte plaats, …
Kraambed: Verliep het kraambed normaal of met complicaties, waar werden de kraamdagen doorgebracht; was er hulp in de huishouding of voor moeder en kind; werden er medicaties toegediend, …
Borstvoeding: Is dit het eerste kind dat borstvoeding krijgt; wanneer werd de baby het eerst aangelegd en hoe verliep dit; was er assistentie; op welke manier wordt gevoed en hoe vaak; waren er al eerder problemen, …
Gezondheid moeder en kind: Algemene en specifieke gezondheidstoestand van moeder en kind nu; gezondheidsprofiel naaste familie
Observatie van een borstvoeding
Het hele proces van het aanleggen en drinken van het kind wordt bekeken: hoe gaat het kind naar de borst, hoe hapt het aan, hoe gebruikt het de mond bij het drinken, is er merkbaar melktransfer, hoe is het gedrag van het kind aan de borst, hoe zijn de houding van moeder en kind.
Borstonderzoek
Bij een borstonderzoek wordt gekeken naar symmetrie van borsten, tepelhoven en tepels, naar littekens van eerder letsel of operaties, verkleuringen, verwondingen en uitslag, de structuur van het weefsel en eventuele verdikkingen, knobbels en ontstekingen.
Mondonderzoek
In de mond van de baby wordt gekeken naar de vorm en symmetrie van de kaken en het gehemelte, de vorm, soepelheid en grootte van de tong, de tongriem en lipriempjes en naar de manier van drinken.