Geplaatst op Geef een reactie

Stroomversnellingen

stroomversnellingen

Stroomversnellingen maken wildwatervaren spannend en interessant. Stroomversnellingen voor kinderen die vloeibaar voedsel nemen (zuigelingen) is meestal te spannend en overweldigend. Een soort slikken of stikken.

Titelfoto: By James Heilman, MD (Own work) [CC BY-SA 3.0 (http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0) or GFDL (http://www.gnu.org/copyleft/fdl.html)], via Wikimedia Commons
Dit artikel kwam mijn neus voorbij terwijl ik iets aan het opzoeken was en het leek me wel een interessant thema voor een blog.

Baby’s kunnen zichzelf voeden aan de borst, dat is een aangeboren vermogen en ze hoeven dat niet echt meer te leren. Een moeder geeft niet zozeer borstvoeding, ze faciliteert het zich aan de borst voeden van haar kind. Dat faciliteren doet ze voornamelijk door ervoor te zorgen dat haar kind altijd toegang heeft tot de borst en dat in een voor hem en haar comfortabele houding te doen. Ook het maken van melk en het zorgen voor het stromen van die melk hoort bij de taak van de moeder. Ook dat is een aangeboren vermogen, maar het is er een die, net als praten en lopen, wel geleerd moet worden. En er zijn onderdelen waar moeder zelf niet heel erg veel aan kan doen, vooral in de eerste dagen niet, en dat is de hoeveelheid melk die er voor een voeding beschikbaar is en vooral de kracht of het gebrek daaraan waarmee die melk stroomt. Die hoeveelheid kan wel aangepast worden door een goed borstvoedingsmanagement, maar met name in de eerste weken kan dat inspanning kosten. En als de borst heel erg vol is, kan er weinig gedaan worden aan de druk die achter de stromende melk zit. Gelukkig kunnen baby’s vaak wel een manier vinden om met die stroomversnellingen om te gaan.

Wanneer kinderen niet aan de borst drinken maar uit een fles (afgekolfde moedermelk of kunstvoeding) dan kan die aanpassing lastiger zijn. De technieken die de tong, lippen en wangen gebruiken tijdens het drinken uit een fles of aan de borst zijn heel anders, en behalve met de tong tegen de speen duwen of erin bijten kan een kind niet veel doen om de melkstroom te verminderen. Een wildwaterkanotocht zonder manieren om eruit te gaan als het water te wild wordt, dus. De auteur van het hierboven vermeldde artikel beschrijft een manier die zij ontwikkelde om te testen hoe snel diverse spenen de melk laten lopen.

Foto van de onderzoeksopstelling (uit het originele artikel)

In een laboratorium opstelling werden met kunstvoeding gevulde flessen aan een kolfapparaat bevestigd, allemaal op dezelfde manier, en er werd gemeten hoeveel melk er per minuut uit de fles werd gekolfd. De verschillen tussen de verschillende merken waren, zoals verwacht, groot, maar opvallender was dat bij een aantal merken de verschillen tussen de individuele spenen van hetzelfde type ook nogal uiteen liep. Je kunt er bij een aantal merken dus niet van op aan dat als de ene speen een trage stroom heeft, de andere dat ook zal hebben. Ook opvallend was dat de eigen indeling (als opgegeven door de fabrikant) van traag of minder traag niet altijd overeenkwam en dat bij het ene merk traag een andere waarde had dan bij de andere.

Goed aan dit onderzoek is het aantonen van de verschillen en dat je niet altijd af kunt gaan op wat de fabrikant op de verpakking schrijft. Maar er kleven ook bezwaren aan dit onderzoek. De auteur noemt zelf al dat een kolf alleen negatieve druk geeft (hij zuigt alleen), maar een drinkende baby negatieve en positieve druk (hij zuigt en masseert). Vooral bij spenen die geen rond gat gebruiken maar een I, Y of X snede is de druk die erop wordt uitgeoefend van doorslaggevend belang voor de grootte van het gat en dus van de stroomsnelheid.

Voor ons is de werkelijke uitkomst wat minder interessant omdat niet alle onderzochte merken ook bij ons verkrijgbaar zijn (of niet in dezelfde uitvoering) en omdat er ook vrij veel kant-en-klaar flesjes (voornamelijk voor prematuren) werden getest. Ook daarbij kun je je afvragen of hier dezelfde merken of types worden gebruikt. Het zou wel een aardig project zijn voor studenten om dit experiment te herhalen met flessen en spenen die in Nederland en Vlaanderen worden gebruikt. En dan niet met de nadruk op prematuren, want ook gezonde voldragen kinderen kunnen problemen hebben met een te snel stromende fles.

Heel snel stromende flessen/spenen (want sommige spenen werken met een bepaald systeem in de speciale fles), in dit onderzoek wel tot 80ml per minuut!, zorgen ervoor dat kinderen hun eten veel te snel binnen krijgen en daardoor veel te veel eten per maaltijd. De maag heeft nog niet de kans gekregen op te merken dat hij vol is en dat aan de hersenen te vertellen als die snel stromende fles al leeg is. Kind denkt dus dat zijn honger nog niet gestild is, geeft honger aan en krijgt meer te eten. Dit leidt tot overvoeren en te snel groeien, maar het zorgt ook voor een opgerekte maag. Dit legt de basis voor een levenslange gewoonte van grote maaltijden en dat is weer een belangrijke factor bij het ontwikkelen van overgewicht.

Het gaat dus met die stroomsnelheid niet alleen over verslikken, maar ook met de snelheid van de maagvulling. Behalve altijd kiezen voor een langzaam stromende speen, hoe kleiner het gat hoe beter, kun je ook andere maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat een kind wat rustiger kan drinken en eerder merkt dat hij verzadigd is. Het vermindert ook de noodzaak om te boeren en de ophoping van gas in de darmen (ook bekend als krampjes).  Gebruik dus altijd een speen met het kleinste gat en ga nooit over naar een groter gat. Waarom mensen dat doen is mij een raadsel, de gaatjes in de tepel worden toch ook niet groter of meer? Verder ervoor zorgen dat de speendop stevig is vastgedraaid en dat er slecht zeer langzaam drupjes uit de speen lekken als je het geheel op zijn kop houdt. Dan therapeutisch flesvoeden, dat wil zeggen de baby verticaal op de arm (niet in een stoeltje!) en de fles (bijna) horizontaal. Speen aanbieden zoals de borst wordt aangeboden. Een voeding kan 10-20 minuten duren en de baby mag met de fles, net als bij de borst, af en toe even pauzeren. Het is ook een goed idee halverwege te stoppen en de baby op de andere arm te nemen voor de rest van de fles.

Stroomversnellingen laten we dus maar over aan de wildwatervaarders, kindjes mogen rustig en relaxed drinken.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.