Geplaatst op Geef een reactie

Kop of munt

munt

Zijn borstvoeding en kunstvoeding twee kanten van dezelfde medaille? is de keuze tussen de twee niet meer dan het opgooien van een munt? Is het een kwestie van genoeg geluksmuntjes in de vijver gooien of is er een wetenschappelijke basis?

Eerder gepubliceerd in november 2013

Mijn introductie voor dit blog is een Twitterdiscussie. Ik geef hem hier weer in een ietwat gekuiste vorm in plaats van in Twittertaal. Een collega lactatiekundige reageerde op een blog (Breastfeeding Benefits or Formula Risks – Does it make a difference? – niet meer beschikbaar) met deze vraag: ”Wat is relevanter om te weten: de voordelen van borstvoeding of de risico’s van flesvoeding?” Daarop ontspon zich deze discussie: ”Je wilt toch van allebei de voor- en nadelen weten, lijkt mij? Allebei relevant.” ”Borstvoeding heeft geen voordelen, het is de norm. Een interventie kan voor- of nadelen hebben” (dat was ik, uiteraard). ”Het is de norm voor mensen die vinden dat het de norm is. Niet voor iedereen dus.” met direct mijn weerwoord: ”Nee, het is de biologische en medische norm.” Waarop iemand er insprong met: ”Het zou ook sociale norm moeten zijn, in plaats van in een kast te moeten kolven of weggestuurd worden uit een restaurant in verband met borstvoeding.” De discussiestarter kwam er tussen met: ”Maar bij borstvoeding en flesvoeding heb je wel te maken met twee kanten van dezelfde medaille. Ik ben ook voor vrije keuze, vandaar mijn vraag welke formulering je informatiever vindt.”

Overigens is over de woordkeuze van de vraagstelster ook nog een en ander op te merken: Over woorden en woordgebruik bij borstvoeding en lactatie.

Borstvoeding en kunstvoeding zijn natuurlijk niet twee kanten van dezelfde medaille. Borstvoeding en kunstvoeding zijn te verschillend om te kunnen vergelijken. Kunstvoeding is een voedselgelijkende substantie en borstvoeding is voeding voor lichaam en geest, plus bescherming tegen ziekte nu en later.

Borstvoeding is de norm voor zorgen en zogen die in ons bouwplan is vastgelegd. Als je die biologische, evolutionaire norm wilt gaan vervangen voor wat anders moet je dus niet alleen een voedingsproduct (moedermelk) vervangen, maar ook de toedieningswijze, de bescherming tegen ziekten, de preparatie van het eigen afweersysteem en de basis voor de psycho-emotionele ontwikkeling. Dat is echt meer dan een poeder aanmaken met water en in een fles stoppen. Overigens is dat zelf ook iets meer omvattend dan vaak wordt gedacht, lees hier de WHO richtlijnen voor het veilig klaarmaken van poedervormige kunstvoeding.

Moedermelk is een zeer complexe substantie, die tot nu niemand heeft kunnen namaken. De vervangingsmiddelen voor moedermelk zijn tot nu toe een mengsel van dierenmelk of een plantaardig melkachtige substantie, waar dingen uitgehaald en andere dingen aan toegevoegd zijn, allemaal van niet-menselijke oorsprong. De belangrijkste nutriënten (eiwitten, vetten, koolhydraten en wat vitamines en mineralen) zitten erin, maar niet van de juiste oorsprong, niet in de juiste verhouding en niet alle nutriënten die ook in moedermelk zitten. Een belangrijk kenmerk van moedermelk is de niet-constante samenstelling tijdens de gehele lactatieperiode, voor de successievelijke kinderen van dezelfde moeder, gedurende een dag en gedurende een voeding.

kop of muntDat er verschillende types kunstvoeding voor verschillende leeftijden zijn, is niet eens een poging tot imitatie daarvan, maar slechts een marketingstrategie. Het beste dat je van deze vervangende melk kunt zeggen is dat de meeste kinderen ervan zullen groeien en zich ogenschijnlijk normaal ontwikkelen. In hoogst zeldzame gevallen is een speciale kunstvoeding noodzakelijk voor kinderen die ziek worden of dood gaan door hun onvermogen om bepaalde bestanddelen van onbewerkte moedermelk te verwerken.

Dan de toedieningsvorm. Er is nog nooit iets gemaakt, bedacht of ontworpen dat ook maar enigszins gelijkt op een borst voor de toediening van melk aan een zuigeling. Een borst is, net als de melk die ze geeft, een zeer complex geheel. De borst bestaat uit een omhulsel van huid en zenuwen, gevuld met vet- en bindweefsel voor de vorm met daar doorheen klierweefsel structuren, bestaande uit trosjes melkvormende cellen met een kanalensysteem om de melk vanuit de melkvormende cellen (lactocyten) naar buiten te vervoeren. Die hele melkfabriek wordt ondersteund door systemen van aanvoer van grondstoffen en energie (bloedvaten) en de afvoer van restanten en afval (lymfevaten). De hele logistiek wordt gecontroleerd en aangestuurd door een uitgebreid systeem van zenuwen die het contact met het hoofdkantoor onderhouden. De borst is de melkfabriek en het reservoir en het vervoerssysteem voor de melk. Een fles is alleen een container met een adapter voor aansluiting op de afnemer.

kop of muntDe manier waarop de melk vanuit de borst in de baby komt is een samenspel van acties van de baby en van de borst. De baby houdt de borst in zijn mond, met de tepel tot aan de overgang van hard en zacht gehemelte en zorgt ervoor dat de mondholte luchtdicht rondom de borst is afgesloten. Met de tong masseert hij de borst tegen het gehemelte. Dit is een melkende beweging die de vooraan in de borst aanwezige melk eruit duwt en tegelijk de zenuwen in de huid van tepel en tepelhof stimuleert. Die massage gaat in een golvende beweging van de punt van de tong tot achteraan en als die achterkant is bereikt ontspant de tong en de onderkaak zakt wat omlaag, terwijl de lippen het vacuüm vasthouden. Hierdoor ontstaat een onderdruk ofwel zuiging. Die zuiging in combinatie met de reactie op de zenuwprikkeling veroorzaakt het gaan stromen van de melk toeschietreflex) waardoor deze met kracht de melkvormende cellen uitgeperst wordt, door de melkkanalen  en via de tepel de borst verlaat.

De fles en speen, wel die doen helemaal niks, behalve druppelen als je ze op zijn kop houdt en de baby moet letterlijk zuigen, dus lucht inhaleren, om de melk eruit te halen. Er zijn in de loop der tijden allerhande meer en minder ingenieuze fles- en speensystemen ontworpen, maar er is er nog ooit eentje in geslaagd de complexiteit van een borst te benaderen.
Over de beschermende factoren in moedermelk hoeven we het niet te hebben. De zielige nog geen handvol stofjes die in kunstvoeding worden gestopt vallen volkomen in het niet bij de honderden in moedermelk. En dan hebben we het nog niet eens over de invloed op de anatomische ontwikkeling van de mond en het aangezicht door het drinken aan de borst versus het zuigen aan een fles.
De bonding kan gelukkig wel worden vervangen. Door een kind de fles te geven op de manier van de borst en er net zoveel emotionele aandacht en lichamelijk contact aan te verbinden hoeft een kind op vlak niets te kort te komen. Voeden op verzoek, eerder meer kleine dan minder grote voedingen, gegeven in een koesterende houding, waarbij het kind naar de voeder is toegekeerd en oogcontact mogelijk is, en liefst ook wat huidcontact is niet voorbehouden aan borstvoeding alleen.

En laat nu net dat ene, dat met de fles net zo goed kan als aan de borst, zijn wat vaak bij het geven van flesvoeding wordt vergeten.
En dan het antwoord op de openingsvraag: gaan we het hebben over de voordelen van borstvoeding of de nadelen van kunstvoeding?
Wel in alle eerlijkheid, om ouders een goede basis te geven voor een geïnformeerde keuze, ga ik voor uitleggen hoe borstvoeding werkt en waarin kunstvoeding en flesvoeding daarbij achterblijven. Dus, uiteindelijk: de kenmerken van borstvoeding en de gebreken van kunstvoeding.

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.