Geplaatst op Geef een reactie

Geschiedenis

Hoe het zo gekomen was, met die borstvoeding en die lactatiekunde en zo, werd me gevraagd. En of ik al voorstander was van borstvoeding geven voor ik zelf lactatiekundige werd? Dat leek me wel eens een leuk thema voor een schrijfseltje hier. Mijn ervaring is namelijk dat als er één iemand iets vraagt of interessant vindt er altijd meerderen zijn die dat ook vinden, maar het niet melden.

Titelfoto: Familiegeschiedenis op de foto

Of ik ben gewoon een tikje narcistisch en heb het graag over mezelf. Met Narcis kan ik leven, leuke bloemen, dapper, als de winterkou nog maar net weg is, die prachtige gele kop omhoog. Ik mag ook graag eens wat overgeschoten tijd verdoen met van die persoonlijkheidstestjes. Daar kwam ik al eens uit als een Buldog. die had ik echt niet aan zien komen, ik zie mezelf graag als een beminnelijk mens. Maar ja, nu je het zegt, enige bitcherigheid is me niet vreemd. Een vrouwtjes-buldog dus. Volgens een andere test ben ik Edward van de Twilight personages. Die was niet helemaal eerlijk, want de vraagstelling liet te duidelijk zien waar het heen ging. Maar, met Edward kan ik leven, ik denk soms ook te veel na en zie soms te veel spoken en monsters. Ook in de Harry Potter personagetest zie je al waar het heen gaat, maar vooruit, toch maar gedaan: Ginny. Didn’t see that one coming.

Nu ja, terug naar de autobiografie maar. Geboren als vijfde kind in een onderwijzersgezin. Mijn moeder  kreeg de dringende raad dit niet nog eens te proberen, dat zou wel eens ernstig fout kunnen gaan voor haar. Zelf kreeg ik ook vijf kinderen. Daarvoor groeide ik op, ging naar school en behaalde mijn diploma’s kleuterleidster, hoofdkleuterleidster en volledig bevoegd leraar basisonderwijs. Met twee zussen die 10 en 11 jaar ouder waren was ik niet geheel onvoorbereid op zelf moeder worden, maar het beeld dat ik kreeg was niet heel consistent. Mijn oudste zus, cum laude in een zuiver bèta vak afgestudeerd in Leiden in de jaren ’70 vorige eeuw, gaf volkomen vanzelfsprekend kunstvoeding, zoals hoog-opgeleide vrouwen toen deden. Dat was namelijk veel wetenschappelijker. De ander, even intelligent, maar minder hoog opgeleid, meer praktisch ingesteld, gaf met dezelfde vanzelfsprekendheid, want veel praktischer, borstvoeding, maar wel op een no-nonsens manier en met kunstvoeding als ze werkte. Ze was immers kostwinster en kolven kwam niet eens ter sprake.

Zwangerschap en nieuw moederschap

 

Fotomontage van moeder en dochter in hetzelfde stadium (”op alle dag”) van de eerste zwangerschap. Links de zwangere auteur, rechts de dochter (uit die buik) ruim 30 jaar later

Toen ik dan zwanger was, hielp mijn schoonzusje, die zelf borstvoeding gaf, mij met de voorbereiding door het kraambureau lijstje eens door te nemen. Ze streepte zonder er verder over na te denken de flessen en spenen door ‘’want jij geeft gewoon borstvoeding’’. En dat was ook zo. Het was nog niet in mijn hoofd opgekomen dat je iets anders kon doen dan borstvoeding geven. Misschien een klein beetje omdat mijn zeerhooggeleerde oudste zuster er zo op neer keek. En omdat die dingen er ook niet voor niets zaten. En omdat ik over The Farm van Ina May Gaskin had gelezen, wat mij als Flower Power kind natuurlijk erg aansprak. In mijn pas-volwassen onschuld (voor huidige begrippen was ik een jonge primi, zwanger op mijn drie-en-twintigste) ging ik ervan uit dat verloskundigen, artsen en verpleegkundigen wel zouden weten waarover ze het hadden. Die verloskundige viel al snel af. Dat was een ‘’oude jongejuffrouw’’, zoals mijn Grootmoe dat noemde, oftewel een oude vrijster tegen haar pensioen) die verkondigde: ‘’Borstvoeding? Daar begint toch geen enkele moderne vrouw meer aan!’’. Ik vertrok snel naar de huisarts, die in die tijd in Zeeland nog gewoon thuisbevallingen deed. De afgeknipte speen die ik in het ziekenhuis (secundaire opname postpartum, maar dat is een heel ander verhaal) op mijn ingetrokken tepel kreeg en het ingepakte bundeltje dat ik elke 3 of 4 uur bij me in bed kreeg (‘’Nee-nee, niet onder de dekens: geen twee open wonden onder hetzelfde laken!’’) hadden me ook al moeten vertellen dat ook zusters niet alles weten.

Maar onervaren als ik was, volgde ik de aanwijzingen van het CB trouw op (alleen het voeden op schema had ik al snel achter me gelaten) en dus kwamen er vanaf zes weken theelepeltjes roosvicee ferro en vanaf 8 weken lepeltjes gezeefde tomaat bij, at dochterlief vanaf een half jaar al bijna met de pot mee en was ze met een maand of negen keurig gespeend. Toen nummer twee op komst was, was ik wijzer en zocht ik contact met La Leche League. Dat was thuiskomen; daar vond ik nuchter en logisch verstand en de kennis en wijsheid die vrouwen van oudsher hadden over het voeden en verzorgen van hun kinderen. Binnen een paar jaar was ik zelf ook leidster en daarmee was de deur opengezet voor een carrièreswitch.

Die carrière die overigens moest wachten tot ik geen kleine kinderen meer thuis had, want ik was ‘’bewust niet buitenshuis werkende moeder’’. (Ik was zeer beslist geen huisvrouw, zoals iedereen die in die jaren wel eens bij mij thuis is geweest zal kunnen getuigen.) Vanaf de geboorte van de eerste in 1981 tot en met 1998, toen de jongste in de vierde klas (de Vrije School doet niet aan groepen, maar aan kleuterklassen en dan de klassen 1-12) zat, heb ik niet noemenswaard buitenshuis voor geld gewerkt, maar ook niet stilgezeten. Vrijwilligerswerk voor LLL en op school, altijd met een kind aan mijn lijf en een paar aan mijn rokken, en de studie tot lactatiekundige vulden mijn dagen wel. Geleidelijk kwam er steeds meer werk als lactatiekundige bij, maar dat was goed vanuit huis te doen en op uren dat de kinderen op school waren.

Mijn eerste werk buitenshuis was nog in mijn oude beroep en zo werkte ik een jaar of acht als inval leerkracht op een paar Vrije Scholen in Zuid Limburg. Toen ik daarmee stopte, lag de weg open naar een eigen bedrijf. Want uit al die persoonlijkheidstestjes komt eigenlijk nooit goed naar voren dat ik geen knecht ben. Ofwel, dat ik slecht voor een baas kan werken. Eigen baas werkt beter. In mijn geval dan toch. Met ingang van 1 januari 2008 mag ik mijzelf ondernemer noemer. Mijn vak uitoefenen op mijn mijn eigen manier is grandioos. Ondernemer zijn is minder (op dezelfde manier als het huisvrouw zijn de minder kant is van full-time moederen), maar dat is ongeveer de enige manier waarop je in Nederland tegenwoordig je vak kunt uitoefenen als je dat niet in dienst van iemand anders doet.

Twee trailers voor het YouTube videokanaal (eerst de oude, dan de nieuwe) en een uitleg over het ontstaan van de naam Eurolac Lactatiekunde

Een collectie Eurolac Lactatiekunde logo’s en banners

PS: Nadat ik het filmpje maakte ontdekte ik nog een korrelige zwart-wit afdruk van het allereerste logo. Ik heb dat ”gerestaureerd” en in het galerijtje erbij gezet

de eenzame babyHet nieuwste beeldmerk is ontwikkeld in samenwerking met Brandsome Media, de webbouwer en ICT beheerder. De titelafbeelding (een portret van Arthur de Groot) is van Floor Kulker

Update maart 2021: In de nieuwste layout is de tekening weggelaten

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.