Geplaatst op 2 Reacties

Eén, twee, drie

niet gehinderd door enige vorm van kennis

Regels en uitgangspunten over borstvoeding, met name aan kwetsbare kinderen, moeten zijn gebaseerd op, en werken in de richting van, de fysiologie. Een serie van 4 eerder op het oude blog verschenen blogs. Een long-read dus.

Eén

Een scene uit Star Trek: The Next Generation (S1, E21): Symbiosis waarin de bewoners van twee buur-planeten meer in symbiose moeten leren leven.

Een moeder en haar ongeboren kind zijn een symbiotische eenheid. Ze leven samen en delen hun bronnen tot beider voordeel. Soms wordt een ongeboren kind ook een parasiet genoemd. Een parasiet is een organisme dat leeft in of op een gastheer (of –vrouw) en de bronnen van de gastheer gebruikt voor eigen voordeel en ten nadele van de gastheer. Een ongeboren kind leeft niet ten koste van zijn moeder, maar gebruikt wel haar bronnen. In ruil daarvoor zorgt hij ervoor dat het lichaam van de moeder efficiënter werkt en stelt hij het voortbestaan van de soort veilig. Dat systeem gaat ook nog een poosje verder wanneer het kind is geboren. In plaats van in elkaar, leven de symbioten moeder en kind dan tegen elkaar en gebruiken dezelfde bronnen om zichzelf en elkaar te onderhouden. Moeder en kind hebben elkaar en elkaars nabijheid hard nodig.

Net als bij echte symbioten maak je waarschijnlijk bij beiden iets kapot als je ze uit elkaar haalt. Het van elkaar losmaken van een moeder en haar kind is een proces dat maanden duurt en heel, heel geleidelijk en omzichtig moet gebeuren. Het begin van het losmaken is wanneer een kind zijn ogen open doet en voorbij zijn moeder kan kijken. We zijn dan inmiddels een drie-vier maanden voorbij zijn geboorte en het kind heeft in die tijd zijn geboortegewicht verdubbeld en een stevig basisnetwerk van synapsen (zenuwverbindingen) in zijn hersenen gelegd. Het kind wordt alerter naar de buitenwereld, ziet en merkt op dat daar nog een hele wereld is buiten de eenheid van zijn symbiose. Ook moeder begint haar ogen nu wat meer naar buiten te richten en kan zich weer enigszins concentreren op wat buiten haar moeder-kind-cocon gebeurt. Maar dit beleven van de buitenwereld gebeurt voor zowel moeder als kind nog bij voorkeur vanuit de veiligheid van het samenzijn.

Weer een drie maanden verder, als het kind een half jaar oud is, begint de tweede stap in de losmaking door de groeiende interesse in ander voedsel dan moedermelk. En de groeiende interesse in het in de mond stoppen van andere dingen dan de borst van zijn moeder en zijn eigen bereikbare lichaamsdelen. Moeder en kind zijn er nu ook aan toe om nu en dan eens bij elkaar in de buurt te zijn zonder elkaar aan te raken. Tot dan toe was de wederkerige invloed en regulatie van elkaars zenuwstelsel, hormoonsysteem en metabolisme nog zo belangrijk dat een fysieke scheiding bij beide tot onrust leidde. Bij de baby in direct herkenbare onrust en stressverschijnselen. Bij moeders worden (of lijken te worden) onder culturele invloeden deze onrustverschijnselen vrij eenvoudig onderdrukt of omgeleid en anders geïnterpreteerd.

Weer een maand of drie later is er een tweede ontwaken van het bewustzijn van het kind. Halverwege het tweede halve levensjaar ontdekt een kind dat er niet alleen een wereld vol met entiteiten is buiten de symbiose, maar dat zijn moeder en hij in feite ook twee entiteiten zijn. Dat is iets dat onderzocht en ge-experimenteerd moet worden en tegelijkertijd heel erg eng is. Het is ook niet zomaar iets, je te realiseren dat de helft van je wezen een ander wezen is. Hoe kun je Ik en Jij maken van Wij als je het wij nog niet kunt benoemen? Want er zijn nog geen woorden voor al die begrippen op deze leeftijd. Expansiedrift en tegelijk ultieme aanhankelijkheid tekenen deze fase, die bekend is ‘’eenkennigheidsfase’’. Een betere naam zou zijn ‘’tweekennigheidsfase’’. Moeders lijf begint rond deze tijd weer te lijken op dat van voor de zwangerschap en het van haar lichaam af bewegen van haar kind komt haar nu goed uit. Maar niet te lang, want dat is nog erg onwennig.

In de volgende fase van negen maanden gaat het hard: kind gaat kruipen, staan en lopen, en leert communiceren met woorden en taal. De expansie gaat verder en de periodes los van moeder worden langer en meer ander eten gaat borstvoeding vervangen. Maar na de expedities zijn moeders schoot en borst nog steeds de veilige haven waar alle nieuwe belevenissen en vaardigheden kunnen worden verwerkt; waar vergeten maaltijden kunnen worden ingehaald. Waar enge dromen in het donker van de nacht inderdaad alleen maar dromen blijken te zijn. Na die negen maanden komt de derde grote mijlpaal in het ontwaken van het bewustzijn: het kind leert  Ik, Jij en Wij herkennen, onderscheiden en benoemen. Het bewustzijn wordt zelfbewustzijn en hij kan zichzelf Ik noemen. Gelijk daarna komt Ik ben, Ik wil en vooral Ik wil niet. De enormiteit van deze ontdekkingen heeft de veilige haven nodig om bij te komen. Moeder, niet meer de andere helft van het symbiotische Wij, maar nog steeds de ankerplaats, de accu-oplader, de schuilhut. Nog steeds, en nog wel een tijdje langer, samen een beetje Eén.

Twee

Jennifer Grey als Frances ‘Baby’ Houseman en Patrick Swayze als Johnny Castle  intens in elkaar opgaand dansend in Dirty Dancing

‘’It takes two to tango,’’ want sommige dingen kun je nu eenmaal niet alleen. Borstvoeding bijvoorbeeld is zoiets waar je op zijn minst voor met zijn tweeën moet zijn. De een geeft, de ander neemt of krijgt. Sommige mensen noemen dit een nadeel van borstvoeding. Je moet ervoor met twee zijn en het moeten eigenlijk altijd dezelfde twee zijn. Iemand anders kan het moeilijk overnemen. Nu ja, dat kan wel, maar een min vinden veel mensen een nog vreemder idee, en ook dan moet de oorspronkelijke gever maatregelen nemen om de melk te verwijderen. En waar je voor een tango na elke dans van partner kan wisselen, zo je dat zou willen, zit je aan je borstvoedingpartner wel een poosje vast. Dus dat kan maar beter een beetje klikken. Gelukkig kun je het geluk wel een beetje helpen en ervoor zorgen dat je de beste kansen hebt dat het klikt. Twee tips om de tango voor twee een goede kans te geven.
Eén van twee: Als je voorlopig met zijn tweetjes aan de gang moet, kun je daar maar het beste zo snel mogelijk aan wennen. Wennen doe je door zoveel mogelijk tijd met elkaar door te brengen. Eigenlijk is dat een één-tweetje. Je leert elkaar het beste kennen door veel bij elkaar te zijn, naar elkaar te kijken, met elkaar te praten en elkaar aan te raken, te voelen, te ruiken, te proeven. Al je zintuigen te laten overstromen met elkaars signalen. Als een verliefd stelletje alleen oog en oor voor elkaar, volkomen in elkaar opgaand.
Twee van twee: Luister alleen naar adviezen die goed voelen. Bij de geringste sporen van twijfel in je hoofd of in je hart, niet doen. Kies bij voorkeur ook maar enkele mensen waarnaar je luistert, op basis van vertrouwen in hun kennis en attitude, die ze, al voor de borstvoeding begon, uitstraalden. Pas op voor zorgverleners die in het plaatje van Jack Newman passen. Pas op voor mensen met ervaringsverhalen die meer op horrorstory’s lijken. Pas ook op voor adviezen om vooral ook ‘’aan jezelf te denken’’. Op dit moment denk je het beste aan jezelf door aan je baby en jezelf samen te denken. Je functioneert nu namelijk beter als je met zijn tweeën tangoot.

De drie Musketiers (Charlie Sheen als  Aramis, Kiefer Sutherland als Athos en Chris O’Donnell als D’Artagnan) gedrieën één in The Three Musketeers (met Oliver Platt als vierde musketier Porthos)

Drie

Alle goeie dingen gaan in drieën, daarom nu de derde in de reeks één-twee-drie. Eén was de twee-eenheid, de symbiose van moeder en kind. Twee ging over twee tips om met verve de borstvoeding-tango met zijn tweetjes te dansen. Drie geeft drie basiswetten voor de zorg voor een pasgeboren kind: 1: geef de baby te eten. 2: Stel de melkproductie veilig. 3. Stel de borstvoeding veilig. En een paar aanwijzingen voor als met name 2 en 3 problemen geven.

1. Geef de baby eten.

Het lijkt een open deur, want is dat niet juist waar alle strijd over bijvoeding altijd over gaat. Ja, maar die strijd is er omdat het zo vreselijk belangrijk is dat een baby eet. Een gezonde, op tijd en zonder complicaties geboren baby heeft weliswaar een flinke reserve aan voedsel en vocht en hij zal heus niet dood gaan als hij de eerste paar dagen nauwelijks iets binnenkrijgt. Een baby wordt zelfs geboren met ingebouwde beveiligingssystemen voor als er zich direct na zijn geboorte een ramp zou voordoen en er geen eten beschikbaar is. Hij gaat over op het noodaggregaat en sluit alle systemen af, behalve die voor minimaal levensonderhoud. Hij gaat letterlijk in de stand-by modus en sluit zich af. Hij gaat slapen, houdt zich stil, reageert nauwelijks op prikkels, geeft geen hongersignalen, en verbruikt zo min mogelijk energie. Hij blijft in leven, maar daar is alles mee gezegd. Hij groeit niet, valt zelfs af, en ontwikkelt niet. Bij een beetje eten is het beeld iets rooskleuriger, maar het blijft bij het in stand houden van het leven zonder groei en ontwikkeling.
”Geef de baby eten” is dus de eerste wet. Liefst moeders eigen melk aan de borst. Als dat niet kan of onvoldoende is, moeders eigen afgekolfde melk, aan de borst of op andere manier bij gegeven. Als er niet genoeg van de eigen melk is, dan de melk van een andere moeder, aan de borst of op andere manier bij gegeven. Bij gebrek aan menselijke melk kunstvoeding van welk merk ook (de kwaliteitsverschillen zijn marginaal zo al bestaand bij regulier in de winkel verkrijgbare merken), ook weer aan de borst of op andere manier bij gegeven. Als de nood hoog is en geen menselijke melk of kunstvoeding voorhanden of verkrijgbaar kan zelfs gewone melk, met water, een schepje suiker en een scheutje olie, gebruikt worden. Dit laatste alternatief is enkel bedoeld als noodoplossing voor korte tot zeer korte duur tot een beter geschikte vervanger voorhanden is.

2. Stel de melkproductie veilig.

In het kader van regel 1 is moedermelk de preferabele voedingskeuze, dus terwijl de baby van eten wordt voorzien, wordt aan het veilig stellen van deze eerste voedselbron gewerkt. De meeste melk wordt gemaakt wanneer het meeste melk wordt gevraagd. De borsten moeten voor een optimale productie zo vaak mogelijk worden gestimuleerd. De eerste optie voor stimulatie is een frequent (minimaal 12/24uur, liever vaker) en effectief drinkende baby. een niet effectief drinkende baby wordt ondersteund door masseren tijdens het drinken (diepe borstcompressie**) en wisselvoeden (elke voeding komt elke borst minimaal 2 keer aan de beurt). Zolang er nog onvoldoende melk is wordt extra melk bij voorkeur aan de borst bijgegeven voor extra stimulatie en voor het voorkomen van verwarring van technieken. Als dit nog onvoldoende werkt, of niet goed kan worden toegepast, is frequent kolven de volgende stap. In de eerste dagen postpartum is afkolven met de hand het meest effectief, zodra de melk minder kleverig wordt en in grotere hoeveelheden komt, kan een dubbelzijdige elektrische kolf in combinatie met massage beter werken.

Wanneer vaak en goed voeden en kolven niet snel tot verbetering van de melkproductie leiden is medicinale ondersteuning aangewezen. Keuzemogelijkheden zijn kruiden of reguliere medicijnen. De kruiden zijn fenegriek (zet aan tot meer afgifte van prolactine) en galega (zet aan tot grotere groei en aanleg van melkklierweefsel), eventueel ondersteund met gezegende distel. De medicijnen zijn medicijnen met als bijwerking de afgifte van extra prolactine. Het zijn vooral sommige psychofarmaca en maagmedicijnen die deze bijwerking hebben. Omdat psychofarmaca te veel andere bezwaren hebben, valt de keuze eerder op de maagmiddelen, met name domperidon. Dit middel wordt gewoonlijk ingezet bij misselijkheid en zorgt voor een snellere passage van het voedsel door de maag. Het gebruik via de mond door gezonde vrouwen in de vruchtbare leeftijd zonder bestaande hartproblemen is zonder gevaar voor hun gezondheid of die van de baby.

Wanneer ~zeer frequent~ en ~effectief~ de borsten legen en ondersteuning met medicijnen en/of kruiden niet tot een volle melkproductie leiden, moet worden aangenomen dat dat er niet meer inzit en dat voor de verdere periode van volledige borstvoeding meer of minder vervangende melk nodig is. Zie voor opties regel 1. Onthoud dat, hoewel in principe elk lichaamsonderdeel goed hoort te functioneren, bij sommige mensen sommige onderdelen dat niet doen. Sommigen kunnen niet goed horen of niet goed zien, anderen kunnen niet goed melk maken.

3: Stel de borstvoeding veilig.

Uiteindelijk wil iedereen het liefst zorgeloos aan de borst voeden en gevoed worden. Terwijl de baby eten krijgt en de melkproductie veilig wordt gesteld, wordt daarom ook aan dat ‘simpele’ en ‘vanzelfsprekende’ voeden gewerkt. Als een baby honger heeft gehad en op stand-by is geweest, moet hij waarschijnlijk eerst groeien en aansterken om zelfstandig voedsel binnen te kunnen krijgen. Technieken zijn in die periode van minder belang dan eten binnen krijgen op welke manier ook. Het is wel handig wanneer zoveel mogelijk verwarrende technieken kunnen worden vermeden. Aan de borst bijvoeden, mee masseren en andere technieken om te zorgen voor een vlotte melkstroom hebben daarom de voorkeur boven alle andere manieren van bijvoeden. Maar als dat voor moeder en/of kind te veel stress of prestatiedwang geeft, zijn er alternatieven zoals cupvoeden, vingervoeden of zelfs flesvoeden.

Wanneer een kind sterker wordt kan hij volkomen vanzelfsprekend zelf een goede techniek ontwikkelen. Voor kinderen die dat niet doen of op andere manieren zijn bijgevoed, kan worden begonnen met Biological Nurturing als manier en houding van aanleggen. In deze houding heeft de baby de meeste controle over wat hij doet en werken zijn reflexen voor het zoeken naar, aanhappen van en drinken aan de borst het beste. Als het drinken aan de borst problemen geeft, zoek dan eerst of er lichamelijke oorzaken voor zijn, zoals een afwijkende anatomie van de mond. Als die er niet zijn, of goed worden behandeld, kan alsnog met het aan de borst drinken worden begonnen.

Sommige kinderen die een erg moeilijke start hebben gehad, blijven moeite houden met drinken aan de borst. Hun techniek wordt nooit optimaal of ze blijven hulpmiddelen nodig hebben. En sommige moeders kunnen niet genoeg melk maken, maar kunnen wel volledig borstvoeding blijven geven. En andere moeders hebben genoeg melk, maar hun baby krijgt het maar niet voor elkaar om die aan de borst te drinken. Er zijn meer wegen die naar Rome leiden en elke weg is goed als die goed gekozen of bewegwijzerd is en met liefde gelopen wordt.

Ten eerste

Tony Christian (L), de dubbel van Rupert Grint (R) in de Harry Potter films: ook rood haar en een big smile, maar toch net niet de echte, vooral niet als je naar de samenstelling (DNA) kijkt.

Wie een officiële DVD afspeelt moet eerst door zo’n verplicht clipje heen over downloaden en diefstal en vervolgens door een paar reclames voor andere officiële DVD’s. Wie een onofficiële film afspeelt, zo’n illegaal gedownloade, heeft niet dat irritante waarschuwingsfilmpje en ook niet die aankondigingen voor ander films, maar wel vaak slechtere beeldkwaliteit of voor het beeld langslopende bioscoop bezoekers. Die reclames zijn irritant, want ze gaan over films die je al in de bioscoop zag en toch al wilde hebben of over films die je helemaal niet wilt zien. Maar zo’n DVD met waarschuwingen en reclames geeft je dan wel weer een braaf gevoel, want je hebt er netjes voor betaald, zodat de filmmakers en de acteurs nog meer kunnen toevoegen aan de miljoenen die ze toch al verdienden. Maar ondanks de slechte kwaliteit voel je je met zo’n half-illegaal filmpje van het internet toch ook best wel goed, want je ziet die film toch maar mooi zonder andermans toch al goed gevulde portefeuille te spekken met jouw zuurverdiende en niet erg rekbare centen. Daar neem je nu en dan het slechte beeld en onregelmatige geluid voor op de koop toe.

multitasking aan de computer

Terwijl ik dit schrijf kijk ik met een half oog naar een film. Een officiële nog maar liefst. Sommige films zie ik zo graag, dat ik er het geld voor over heb. Ik draai ze dan ook grijs (als dat kon met een DVD). Deze heb ik ook al ‘tig keer gezien, dus ik kan het me permitteren om hem in een hoekje van mijn beeld te laten draaien, ondertussen te schrijven en bij de mooiste scènes even goed te kijken. Oeps, voorbij. Even terugspoelen dan en nog eens. Jááá, daar, hè, mooi stukje. En ander stukjes kunnen even doorgespoeld worden, die stukjes waar je, van plaatsvervangende gêne, met kromme tenen naar kijkt. Geen kwestie van roekeloos sensatie-zoeken, zoals zou lijken uit het onderzoek dat ik eerder in een PS aanhaalde , maar eigenlijk geen tijd en toch graag die film nog eens willen zien. Kwestie van prioriteiten stellen. Ik zou toch niet mijn trouwe lezers het genot van een nieuw verhaaltje willen misgunnen omdat ik zo nodig voor de tigste keer dezelfde film wil kijken. En ik leer er eindelijk ook nog blind typen door, dat is me in de voorgaande decennia nooit gelukt.

(PS: inmiddels kijk ik mijn favoriete films niet meer op CD’s, maar gewoon via 1 van de 4 streaming diensten waarop ik ben geabonneerd.)

Ten eerste is mijn werk belangrijk, ten tweede mijn pleziertjes. Bij borstvoeding ondersteuning zijn er ook zo van die regeltjes van ten eerste, ten tweede en ten derde. Daar zullen we het nu en de komende dagen over hebben. Vandaag de eerste regel: Ten eerste: geef de baby eten. Baby’s moeten eten, dat is letterlijk van levensbelang. Nooit in zijn  hele leven zal hij nog zo hard groeien, zo’n ontwikkeling doormaken als in zijn eerste levensweken en –maanden. Dat kost een ongelooflijke hoeveelheid energie en voedingsstoffen. De baby wordt geboren met een reserve om enkele dagen te overleven, maar overleven is niet genoeg. Het kind moet niet alleen overleven, maar groeien, zich ontwikkelen en gedijen. Daarvoor is eten nodig, vrij veel eten en in een min of meer constante stroom.

Het liefst komt al dat eten rechtstreeks van zijn moeder, als dat niet kan is het afgekolfde melk van zijn moeder. Als die opties niet beschikbaar of onvoldoende zijn, is het ”ten eerste”-alternatief de melk van een andere moeder. Met name voor een kind van wie de gezondheid toch al gevaar loopt, is mensenmelk van essentieel belang. Het geeft de minste risico’s voor overbelasting van zijn toch al op scherp staande systeem. Het geeft hem goed opneembare voeding in de juiste verhoudingen en met de minste risico’s op bijkomende ziekte, nu direct, op korte termijn of op langere termijn. De uitkomsten van kinderen die menselijke melk krijgen zijn statistisch gezien beter dan die van kinderen die geen menselijke melk krijgen, maar op dierlijke of plantaardige melk gebaseerde substituten. Zo’n substituut is net als een dubbel of een stuntman in een film. Van een afstandje lijkt hij best op het origineel en hij voldoet ook zeker voor het aspect van de rol waarvoor hij wordt ingezet, maar hij draagt de film niet. Niet-menselijke melk voldoet op een bepaald moment aan de nutritionele eisen van het kind, niet helemaal, maar voldoende om hem aan de gang te houden, te groeien en zich te ontwikkelen. Maar het zal hem minder waarschijnlijk tot zijn volle potentieel kunnen brengen.

Het is over het algemeen niet nodig een kind dat ander eten nodig heeft van zijn moeder te scheiden. Het is, voor de volledigheid, vrijwel nooit nodig een pasgeboren kind van zijn moeder te scheiden. De meeste redenen waarom een kind in de couveuse wordt gelegd (de belangrijkste reden voor scheiding van een moeder en haar pasgeboren kind) zijn niet wetenschappelijk onderbouwd. Een ziek kind, een zwak kind, een te klein of te zwaar kind is over het algemeen beter af in direct huidcontact met zijn moeder (of met zijn vader als moeder niet beschikbaar is) dan in een couveuse. Allerlei onderzoeken geven aan dat een kind tijdens structurele kangoeroemoeder(-vader-)zorg betere vitale functies heeft dan hetzelfde kind in de couveuse. Technisch is het heel goed mogelijk alle bewakings- en behandelingsapparatuur in te zetten terwijl de baby bij zijn moeder is. Het mooie van dat directe en doorgaande huidcontact is dat het ‘’geef de baby eten’’ veel effectiever is. Een baby die in nauw lichaamscontact is met een ander mens is, heeft namelijk nauwelijks energieverlies (geen temperatuur om goed te houden, geen stress, een interactieve metronoom om zijn hartslag op gang te houden en een voortdurende prikkel om te blijven ademen) en heeft dus minder eten nodig of hij komt met dezelfde hoeveelheid verder.

Ten tweede

Stockard Channing als Ouisa en Donald Sutherland als Flan  in Six Degrees of Separation

Ten tweede: stel de melkproductie veilig. Volgens de eerste regel heeft de baby eten gekregen, de tweede stap is om ervoor te zorgen dat het eten dat hij krijgt voor zover enigszins mogelijk de melk van zijn eigen moeder is. Welke melk de baby nu ook krijgt en op welke manier hij dat ook krijgt, het doel is dat hij uiteindelijk volledig leeft, groeit, gedijt en zich ontwikkeld op de melk van zijn eigen moeder. Gelukkig is het overgrote deel van alle moeders die een kind hebben gekregen volkomen in staat een ruim voldoende hoeveelheid melk voor haar kind te maken. Er zijn helaas ook heel veel moeders die die melk onder bemoeilijkende omstandigheden moeten produceren, waardoor het kan lijken dat zij geen melk kunnen maken. Of niet genoeg of melk die niet goed genoeg is. En dan zijn er helaas ook vrouwen die echt niet genoeg of helemaal geen melk kunnen maken. Het enige dat eigenlijk onbestaanbaar is, is dat er wel melk is, maar geen voeding in de melk. Dat is wel een hele zorg minder.

Punt is dat we van te voren eigenlijk niet kunnen weten van een individuele moeder of zij hoort tot die paar promille die werkelijk fysiek niet in staat is tot het produceren van melk, tenzij haar borsten zijn afgezet. Geen borsten, geen melk; een harde, maar simpele waarheid. Vrijwel alle andere borsten verklappen niet door hun maat of vorm hun capaciteit. Er zijn evenwel enkele aanwijzingen die mogelijk kunnen wijzen in de richting van problemen met de productiecapaciteit. Vrouwen met deze tekenen doen er goed aan al voor de geboorte van hun kind advies te zoeken bij een goede lactatiekundige, zodat ze goed voorbereid zijn. Voor alle vrouwen geldt dat een verkeerd beleid in de eerste uren en dagen een in aanleg goede melkproductie capaciteit om zeep kan helpen, en dat is niet altijd omkeerbaar door aanpassingen in dat beleid na de eerste dagen. Soms wel, niet altijd en vaak alleen met veel pijn en moeite in de vorm van bloed, zweet en tranen.

Vrouwen die vanaf de geboorte niet de gereedschappen hebben meegekregen of bij wie die gereedschappen in de loop van hun leven zijn weggenomen, kunnen geen melk maken. Dat kan een anatomisch probleem zijn –gebrekkige of ontbrekende aanleg van melkklierweefsel- of hormonaal. Vrouwen met een verstoring rond de hormonen die melkproductie en afscheiding mogelijk maken, hebben vaak ook problemen met andere onderdelen van het hormonale stelsel. Zij werden bijvoorbeeld ook niet of maar moeizaam spontaan zwanger, kwamen pas laat in de puberteit of hadden een heel onregelmatige cyclus. Ook hirsutisme of PCOS kunnen wijzen op een mogelijk verstoorde melkproductie, hoewel deze ook in de richting van een overproductie kunnen gaan. Hormonale problemen zijn vaak goed medicinaal te behandelen, waarna normale borstvoeding mogelijk is. Kleine borsten op zich hoeven niet op een te kort aan klierweefsel te wijzen. Ontbrekend klierweefsel kan door middel van echografie worden vastgesteld.  Ontbrekend klierweefsel kan niet worden gerepareerd.

Vrouwen met een in essentie normale aanleg van klierweefsel en een normaal functionerend hormonaal systeem kunnen door omstandigheden problemen ervaren met het maken van melk. Zij kunnen door bijvoorbeeld medicijngebruik, ziekte of stress een afwijking krijgen in de hormoonfunctie. Of zij hebben een zware bevalling gehad en zijn oververmoeid en verzwakt. Bij vrouwen die tijdens en na de baring erg veel bloed verloren kan de melkproductie vertraagd op gang komen. Achtergebleven placentaresten belemmeren de werking van de hormonen die moedermelk maken en uitscheiden. Medicatie voor het aanmoedigen van de baring en pijnstilling kunnen het op gang komen van de melkproductie op verschillende manieren belemmeren of bemoeilijken. De meeste van deze problemen kunnen worden behandeld, waarna normale melkproductie weer of alsnog mogelijk is. Om dat te bereiken is naast het behandelen van de conditie die de problemen veroorzaakt ook een strikt gehanteerd optimaal borstvoedingsbeleid nodig.

Dan als derde de groep vrouwen met wie eigenlijk niets aan de hand is, prima aanleg, prima hormonaal functioneren, hooguit kleine factoren die wat extra oplettendheid zouden vergen, kortom het overgrote deel van alle vrouwen die normaal zwanger worden en een kind krijgen en perfect tot normaal voeden in staat zouden moeten zijn. De vrouwen bij wie vervolgens de hele boel deskundig om zeep wordt geholpen door onwetendheid en onbenul. Deels dat van hen zelf, maar vooral en bovenal door de mensen die hen adviseren en begeleiden. Een over Facebook zwervende spreuk stelt dat in onze tijd van informatie onwetendheid een keuze is. Dat is in principe wel waar, maar niet iedereen is in staat om op de goede plaats op basis van de goede vragen de goede informatie te vinden. Veel moeders gaan ervan uit (en dat zouden ze ook veilig moeten kunnen doen!) dat de zorgverleners om hen heen weten waar ze mee bezig zijn in de zorg voor moeder en kind.

In de praktijk blijkt dat bedroevend veel zorgverleners bedroevend weinig weten over hoe borstvoeding eigenlijk werkt. En eveneens bedroevend veel die dan proberen aan symptoombestrijding te doen of maar direct de moeder voorbereiden op een teleurstelling en kunstvoeding adviseren. De melkproductie veilig stellen begint voor elk moeder-kind-paar met het volgen van de biologische basisregels voor het species-specifiek voeden en verzorgen van de baby. Om dr. Nils Bergmann nog maar eens te citeren: ‘’ZERO SEPARATION!’’ Geen scheiding van moeder en kind. Scheiding van moeder en kind is zowat de meest gemaakte en een van de ernstigste medische missers die je je denken kunt. Een kind dat werd gescheiden van zijn moeder is in een acute en ernstige staat van stress, verbruikt onnodige energie, zijn hersenen ondergaan aanvallen van cortisol en adrenaline en processen van leren, voedsel opnemen, groeien en ontwikkelen worden stopgezet of op de laagste stand aan de gang gehouden. Ook het lichaam van de moeder reageert slecht op scheiding van het zojuist geboren kind en reageert met stress- en rouwsymptomen op die scheiding. Dit is niet erg gunstig voor het op gang komen van de melkproductie.

KMCdirectPPZolang moeder en kind bij elkaar zijn moeten ze zo veel mogelijk met rust gelaten worden. De taak van de zorgverlener is vooral om te zorgen voor een veilige en voeding stimulerende omgeving. De taak van de zorgverlener is eerder faciliterend (= mogelijk makend) dan interveniërend (= ingrijpend, handelend). Ondertussen kunnen moeder en kind worden geobserveerd, moeder kan worden verzorgd terwijl haar kind bij haar is en baby kan worden onderzocht terwijl hij bij zijn moeder is, nadat ze eerst een uurtje ongestoord samen waren. Heus, hij weegt over een uur of over een paar uur nog vrijwel hetzelfde als nu. En een beetje zorgverlener kan met geoefende klinische waarneming ook zien of een kind in essentie ‘’goed’’ is of acute medische hulp nodig heeft. Bedenk dat de vitale functies van een kind vrijwel altijd gunstiger zijn wanneer hij bij zijn moeder is, huid op huid, dan in de couveuse of een warm bedje of op een onderzoekstafel.
Na dat eerste ongestoorde uur blijven moeder en baby in principe dag en nacht bij elkaar op maximaal een armlengte afstand, maar liever tegen elkaar aan. Baby heeft onbeperkte toegang tot de borst en kan drinken zo vaak en zo veel en zo lang hij wil. En of hij nu wel of geen colostrum binnen krijgt, de nabijheid en de frequente stimulatie van de borst is de belangrijkste interventie voor het veilig stellen van de melkproductie. Mochten er aanwijzingen zijn dat er ondanks die nabijheid en frequentie geen of te weinig melktransfer is, dan kan de moeder in de eerste dagen met de hand colostrum uitdrukken en van een lepeltje geven, terwijl er wordt gekeken naar en gewerkt aan de aanleg- en drinktechnieken. Moeder en kind blijven bij elkaar en de baby blijft frequent de borst nemen.

En alsjeblieft, moeders en zorgverleners: wacht niet te lang met het inroepen van specialistische hulp als een bobbel niet direct kan worden gladgestreken. Die kleine bobbeltjes hebben de neiging zich exponentieel te vermenigvuldigen en binnen no-time uit te groeien tot een ‘’er is te weinig melkproductie mogelijk’’ diagnose.

Ten derde

Jenna Mattison als Maggie Malone en Betty White als Lettie  in The Third Wish.

We hebben de baby eten gegeven en de melkproductie veilig gesteld, nu is het de beurt aan het veiligstellen van de borstvoeding. Dat lijkt misschien een vreemde volgorde voor iemand die altijd zo op het belang van borstvoeding hamert en borstvoeding belangrijker vindt dan de melk. En toch is dat de volgorde van belangrijkheid. Maar dat wil niet zeggen dat die drie dingen ook perse in een chronologische volgorde na elkaar moeten worden uitgevoerd. Met name ‘ten tweede’ en ‘ten derde’ kunnen naast elkaar voortgang vinden. In feite zijn er een aantal maatregelen die zowel 2 als 3 bevorderen. En er zijn omstandigheden waar het tweede wel kan en het derde niet of omgekeerd.

Borstvoeding is een proces waarbij moeder en kind samenwerken aan een relatie, inwerken op elkaars hormonale systemen en hersenverbindingen en waarbij de baby de moeder (of liever gezegd haar borsten) stimuleert tot het maken en loslaten van melk die hij vervolgens opdrinkt. Borstvoeding is oneindig veel meer dan een handige manier om goede voeding in de baby te krijgen. Borstvoeding geven is oneindig veel meer dan eten geven, het is liefde geven en ontvangen, het is opvoeding, het is karaktervorming, bescherming, verpleging en relatie-coaching. Borstvoeding nemen is naast eten vooral ook jezelf beschermen, ontwikkelen en investeren in je toekomst.

De borstvoeding veilig stellen begint voor elk moeder-kind-paar met het volgen van de biologische basisregels voor het species-specifiek voeden en verzorgen van de baby. Om dr. Nils Bergmann nog maar eens te citeren: ‘’ZERO SEPARATION!’’ Geen scheiding van moeder en kind. Scheiding van moeder en kind is zowat de meest gemaakte en een van de ernstigste medische missers die je je denken kunt. Een kind dat werd gescheiden van zijn moeder is in een acute en ernstige staat van stress, verbruikt onnodige energie, zijn hersenen ondergaan aanvallen van cortisol en adrenaline en processen van leren, gevoed worden, voedsel opnemen, groeien en ontwikkelen worden stopgezet of op de laagste stand aan de gang gehouden. Ook het lichaam van de moeder reageert slecht op scheiding van het zojuist geboren kind en reageert met stress- en rouw symptomen op die scheiding. Dit is niet erg gunstig voor het op gang komen van de melkproductie. Ja u leest het goed, dit schreef ik eerder al over het veiligstellen van de melkproductie. Het geldt voor beide en kan niet te vaak gezegd worden.

Soms is het niet mogelijk een kind aan de borst te voeden. In dat geval moet er een melkproductie veilig gesteld worden bij de moeder of bij een andere moeder. Maar als er geen eigen melkproductie is kan er wel degelijk aan de borst gevoed worden. Als er een borst is met genoeg weefsel om een kind houvast te geven kan er aan de borst gevoed worden en gelden alle andere factoren behalve voeding nog volop. De melk wordt dan via een hulpsysteem aangevoerd terwijl de baby aan de borst drinkt. (Zie Voeden.) Zo is dan alsnog de borstvoeding veilig gesteld. Wanneer het voeden aan de borst op geen enkele manier mogelijk is, moet worden gezocht naar alternatieven die behalve het voeden en het voedsel ook de andere aspecten van aan de borstvoeden vervangt: de techniek, de nabijheid, de intimiteit, het door het kind bepaalde voedingsritme, de hoeveelheden, … .

2 gedachten over “Eén, twee, drie

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.