Geplaatst op Geef een reactie

Vruchtbaar

Ik kreeg een vraag die in verschillende vormen vaker wordt gesteld en daarom een mooie inleiding is voor een blog.

Wij verwachten in juni ons eerste kindje. Dit kindje is er gekomen na IVF, we hebben 1,5 jaar moeten wachten. We zijn helemaal pro borstvoeding en willen dus geen kunstvoeding voor onze kleine. Nu zitten we met het dilemma wat na de geboorte? Ons gevoel zegt geen anticonceptie te willen gebruiken, daar we graag een groot gezin willen, en de eerste zwangerschap al niet vlot tot stand kwam. Nu meen ik mij te herinneren dat je vanaf 1 jaar geen kunstvoeding meer moet geven? Maar hoe zit het als ik wonder boven wonder toch zwanger wordt voor ze 1 jaar oud is? Is het een vaststaand feit dat mijn melkproductie stopt? Of zijn er mogelijkheden om melk te blijven aanmaken en zo te kunnen gaan tandemen? Willen graag de natuur zijn gang laten gaan (en misschien zo een tweede IVF poging vermijden) maar willen ons eerste kindje niet “tekort” doen.
En dit was mijn antwoord:
Ik zou je als een ”echte” zorgverlener nu kunnen zeggen dat je je daar voorlopig nog geen zorgen om moet maken en dat het vast allemaal goed komt, maar dat doe ik niet. Want niemand kan daar van te voren een zinnig woord over zeggen, niet ”dat het allemaal wel goed komt”, maar ook niet dat het per definitie een probleem gaat vormen. De terugkeer van de vruchtbaarheid is naast het al dan niet geven van borstvoeding, de frequentie en intensiviteit ervan, ook afhankelijk van de hoeveelheid lichamelijk contact je per 24 uur met je kind hebt en van voeding, leefgewoonten en aanleg. Statistisch gezien is de kans dat jij met je geschiedenis van ”verminderde vruchtbaarheid” tijdens de periode van volledige of semi-volledige borstvoeding alweer gaat ovuleren vrij klein. Maar niet uitgesloten. Vervolgens, als je zwanger mocht worden terwijl je kind nog voor een groot deel afhankelijk is van jouw melk, is het geen wet van Meden en Perzen dat je je melk acuut of na een poosje kwijt raakt, maar de kans is wel vrij groot. Als je melkproductie als gevolg van een zwangerschap vermindert of stopt is en eigenlijk niets wat je daar aan kunt verhelpen.

olang je kindje nog voor minstens de helft afhankelijk is van melk als voeding, en je eigen productie stopt ermee, heb je in feite twee opties: donormelk of kunstvoeding nummer 1. Als je kind voor minder dan de helft afhankelijk is van melk zijn de vervangingsopties donormelk of (aangelengde) volle koe- of geitenmelk. De optie donormelk is een heel reële en daarmee blijf je het dichtste bij je ideaal van borstvoeding. Tot slot: Door keuzes die je maakt in de zorg voor en het voeden van je kind kun je op een natuurlijke manier je vruchtbaarheid beïnvloeden. Geef borstvoeding op verzoek, met een minimum van 12 voedingen per etmaal in de eerste weken en minimaal acht per etmaal daarna. Streef niet naar het stoppen van de nachtvoedingen en probeer te vermijden dat er meerdere intervallen van vier uur of langer tussen de voedingen zitten. Houd je kindje zo veel en zo vaak mogelijk in direct lichamelijk contact, waarvan een deel ook in direct huidcontact. Dit houdt in veel dragen en samen slapen (eventueel met een aanhaakbedje). Als je daarmee de terugkeer van de vruchtbaarheid kunt uitstellen tot minimaal de eerste verjaardag, hoef je veel minder kunstgrepen uit te halen als je melkproductie sterk terugloopt.

Vruchtbaar gezin, 1942, Tilburgs Archief
Vruchtbaar gezin, 1942, Tilburgs Archief

Vruchtbaarheid komt niet voor iedereen even vanzelf. De hele grote gezinnen van de halverwege de vorige eeuw waren dan weer een ander uiterste, want een vrouwenlijf is wel gemaakt om zwanger te zijn, te baren en te zogen, maar niet met een frequentie van een kind per jaar. Onder natuurlijke omstandigheden is de spreiding van kinderen in een gezin meerdere jaren. Wanneer de voedingstoestand van de moeder niet zo overdreven hoog is als in onze rijke levensomstandigheden (met een overdaad aan eiwitten en vetten), als moeder en kind gedurende een langere periode dan bij ons gebruikelijk in nauw lichamelijk contact leven en de voedingsfrequentie hoger blijft dan in onze cultuur gebruikelijk, dan blijft de hervatting van de vruchtbaarheid gemiddeld een jaar of twee uit. Dat komt overeen met de kortste periode voor de natuurlijke duur van de lactatieperiode. In onze contreien worden sommige vrouwen ondanks frequent voeden en veel samen zijn soms alweer binnen enkele maanden voor het eerst ongesteld, terwijl het bij sommigen ruim een jaar of meer weg blijft.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.